Bron: De Telegraaf
Bouw in nood ondanks een grote vraag
Door RUBEN EG EN YTEKE DE JONG
Vandaag, 00:01 in FINANCIEEL
DEN HAAG - Terwijl de enorme vraag naar woningen en kantoren aanhoudt, breekt op de achtergrond een nieuwe bouwcrisis uit. De sector maakte in de laatste drie maanden van vorig jaar de laagste kwartaalgroei in vier jaar tijd mee. En met 137 faillissementen stijgt het aantal omgevallen bouwbedrijven nu al zes kwartalen op rij.
De afvlakking van de omzet in de bouwsector en de daling van 18% in afgegeven nieuwbouwwoningen in 2019 passen volgens CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen totaal niet in de economische wet van vraag en aanbod. „De sector krimpt terwijl de vraag enorm is. Dit is echt een paradox.”
Toch durft het CBS de term bouwcrisis nog niet in de mond te nemen, omdat de aanleg van infrastructuur en bouw van kantoren cijfermatig nog in de lift zitten. Aannemers zetten zich echter al schrap voor door de stikstof- en PFAS-problematiek veroorzaakte daling.
Een veeg teken van de neergang in 2020 is dat in heel 2019 al 490 faillissementen in de bouw werden uitgesproken. Dat is een stijging van ruim 15% ten opzichte van een jaar eerder. VolkerWessels verklaarde vorige week bij de publicatie van de jaarcijfers dat de onzekerheid rond de PFAS- en stikstofuitstoot een bedreiging vormt voor de omzet en winst. Omdat aannemers het resterende werk per se binnen willen halen ontkomen zij soms niet aan prijsstunten, met een prijsoorlog als gevolg.
Vandaag en morgen publiceren Heijmans en BAM hun jaarresultaten.
Bouweconoom Madeline Buijs van ABN Amro wijst naar de gestegen bouwkosten en trage procedures bij overheden als grootste veroorzakers van alle problematiek. „PFAS en stikstof zijn zeker niet de enige boosdoeners, maar kunnen de komende tijd wel voor extra problemen zorgen”, constateert zij. „De bouw op korte termijn vlottrekken is niet mogelijk. De schade van te weinig afgegeven vergunningen kun je niet zomaar ongedaan maken. Het Rijk moet meer regie nemen. Je ziet dat het gemeenten niet lukt om genoeg woningen neer te zetten.”
De Vereniging van Projectontwikkelaars Neprom wees er woensdag in deze krant op dat er voor slechts 127.000 woningen in het groen plannen bestaan, waardoor er nog voor 373.000 woningen extra ruimte gevonden moet worden. Volgens het Economisch Instituut van de Bouw is 2 tot 3% van de bestaande landbouwgrond daarvoor voldoende.
Infrastructuur
De meebewegende politiek lijkt zich vooralsnog te onttrekken aan de discussie over de aanleg van bijbehorende infrastructuur, die ook moeilijker valt te compenseren ten aanzien van stikstofuitstoot. Grootschalige woonwijken moeten voorzien worden van wegen of metrolijnen. Die laatste kosten miljarden, maar zijn niet ingetekend. Een voorbeeld: Amsterdam heeft nog geen plan voor een metro of tram naar Haven-Stad, een nieuwe woonwijk van 70.000 huizen. De plannen van veel steden vinden bouwers niet rendabel, met name door de eisen voor sociale huur. Amsterdam en Utrecht gaven vorig jaar 68% van de vergunningen specifiek af voor huurhuizen.
De VVD pleitte gisteren voor 100.000 extra woningen in Flevoland, terwijl D66 en het CDA zich richten op het vergezicht van Almere-Pampus. „Dit is een plan uit 1975”, zegt stedenbouwkundige en indertijd mede-ontwerper Hans Laumanns. „Dit is echter alleen maar haalbaar met een goede metrolijn, die eigenlijk eerst aangelegd moet worden. Dat maakt het lastiger te realiseren, gezien de lange bouwtijd. Zonder metro slibt de A1 dicht.”
Veel infraprojecten zijn stil komen te liggen door de stikstofcrisis, zegt ABN Amro. Daar hebben vooral de middelgrote infrabouwers last van. Hun omzet daalde in het vierde kwartaal met 8% in vergelijking met vorig jaar. De overige gespecialiseerde bouwers zijn deels vooraan in het bouwproces actief, zoals de heibedrijven en betonvlechters, en deels aan het einde, zoals metselaars en dakdekkers. Waarschijnlijk hebben de eerste twee voor de omzetdaling gezorgd, omdat de afgelopen maanden minder nieuwbouwprojecten zijn gestart.