Bouw Zalmhaventoren verloopt op rolletjes: ‘Hij kan zich niet meer verstoppen’
Het meest prestigieuze bouwproject van het land wordt geleid door Bernd Schönherr (49). Hij ziet tot zijn tevredenheid dat de Zalmhaventoren, vlak naast de Erasmusbrug, gestaag de hoogte in schiet - op weg naar die magische 215 meter. Ondanks de coronacrisis ligt de bouw op schema.
Antti Liukku 19 oktober 2020
De 215 meter is nog lang niet bereikt, maar de Zalmhaventoren dringt zich al nadrukkelijk op aan de Rotterdamse skyline. ©Jan de Groen
,,Nee, hij kan zich niet meer verstoppen’’, constateert projectdirecteur Bernd Schönherr. Na twee jaar slopen, heien en bouwen is de Zalmhaventoren de 100 meter gepasseerd. Het gaat hard: per week komt er een verdieping bij. Het gebouw is op weg om, met 215 meter, de hoogste woontoren van de Benelux te worden.
De toren-in-aanbouw dringt zich op aan de Rotterdamse skyline. ,,Nu steekt-ie al boven de naastgelegen Hoge Heren uit. Je begint de Zalmhaventoren overal in de stad te zien. Natuurlijk maakt ons dat trots. Maar hoogste toren of niet, wat mij betreft is het een project als alle andere. Een project dat gewoon succesvol moet worden afgerond. Met een goed plan en met goede mensen. Zo simpel is het.’’
Echte werk
De oorspronkelijk uit Oostenrijk afkomstige Schönherr is namens BAM Bouw en Techniek al vier jaar met de Zalmhaventoren bezig. De eerste twee jaar met de ‘engineering’ en de virtuele bouw in een 3D-programma. Twee jaar geleden ging de eerste paal in de grond en begon het echte werk.
Hoogste toren of niet, wat mij betreft is het een project als alle andere
Bernd Schönherr
Schönherr klopt het even af op de tafel van de bouwkeet aan de Gedempte Zalmhaven, en zegt: ,,Tot nu gaat alles voorspoedig. We liggen op schema.’’ Op een informatiebord op de bouwplaats staat dat er 517 dagen is gewerkt zonder ongeval. Het aantal ‘gerapporteerde ongevallen’ staat op drie. Volgens Schönherr ging het om kleine zaken. ,,Denk aan ongelukjes die met een pleister kunnen worden afgedaan. Veiligheid op de bouwplaats is voor ons topprioriteit. Als een bouwvakker met een hamer op zijn duim slaat, dan maken we daar ook een melding van. De score is gelukkig laag, terwijl er dagelijks toch zo’n driehonderd bouwvakkers op het terrein rondlopen.’’
Op slot
De coronacrisis heeft niet voor groot oponthoud gezorgd. Al gingen bij de ‘intelligente lockdown’ verschillende bouwvakkers plotsklaps naar huis, bijvoorbeeld naar Oost-Europa. ,,Ze waren bang dat hun land voor lange tijd op slot ging en vertrokken. Dat is goed gekomen. In Nederland konden we gelukkig doorbouwen. In andere landen, zoals België en het Verenigd Koninkrijk, is de bouw tijdelijk stilgelegd.’’
Bernd Schönherr van BAM, directeur op de bouwplaats van de Zalmhaventoren. ©AD
Ook de aanvoer van materialen is niet in grote problemen gekomen. Terwijl bijvoorbeeld de natuurstenen gevelelementen uit Spanje komen, een land dat een tijdje volledig was afgesloten. ,,Met een pandemie hebben we natuurlijk geen rekening gehouden, maar we houden van tevoren wel rekening met vertragingen of ongelukjes. Er kan altijd een vrachtwagen een lekke band krijgen, om maar iets te noemen. Vandaar dat we sowieso een voorraad natuursteen hadden aangelegd, voor twee maanden. Dat kwam goed van pas.’’
Voordeuren
De bouw van een wolkenkrabber is een logistiek huzarenstukje. Naast natuursteen uit Spanje komt de travertin uit Turkije. De honderden voordeuren, om een ander voorbeeld te noemen, komen uit Zweden. ,,Leveranciers komen overal vandaan; Frankrijk, Duitsland of gewoon Nederland.’’
Aan de Keileweg is een centraal distributiecentrum ingericht om het vrachtverkeer van en naar de bouwplaats zoveel mogelijk te beperken. Daar worden kleine materialen verzameld en met elektrische wagens naar de Zalmhaven gebracht. ,,Als je niet oppast, komt er veel verkeer voorbij op een bouwplaats. Dan een wagen om toiletpapier af te leveren, dan weer eentje met spijkers. Het is beter om alles op afstand te verzamelen, want we willen geen opstoppingen van vrachtverkeer.’’ Volgens Schönherr is het aantal ‘grote verkeersbewegingen’ teruggebracht van vijftig à zestig naar dertig à veertig per dag. ,,Het geeft rust op de bouwplaats en in de directe omgeving. Kijk maar, er zijn hier opvallend weinig vrachtwagens.’’
Als je niet oppast, komt er veel verkeer voorbij op een bouwplaats. Dan een wagen om toiletpapier af te leveren, dan weer eentje met spijkers
Bernd Schönherr
Fabriekshal
Meest in het oog springend is evenwel de grote hijsloods aan de top van de toren, die tevens dient als reclamezuil. Hierbinnen wordt iedere week een verdieping afgewerkt, waarna de loods verder omhoog wordt gekrikt. Een bouwmethode die in Rotterdam nog niet veel gebruikt is. Alleen bij de bouw van de Delftse Poort, dertig jaar geleden, en bij de bouw van de toren van het Erasmus MC.
Een hijsloods is duurder, maar het grote voordeel is dat de bouwvakkers op grote hoogte zijn afgeschermd van weersinvloeden. De werklui gaan ’s ochtends omhoog en komen aan het eind van de dag weer naar beneden. In de loods staat zelfs een schaftkeet. ,,De mensen werken eigenlijk in een fabriekshal, we hebben op 104 meter hoogte geen last van wind en regen.’’
Bouwmaterialen worden gehesen in de hijsloods, waar iedere week een verdieping wordt gebouwd. ©Jan de Groen
Buiten kijken
Aan de andere kant: de bouwvakkers kunnen niet echt van het uitzicht genieten. ,,Het uitzicht? Daar zijn ze echt niet mee bezig. Ze zijn aan het werk. En hier en daar kun je wel een beetje naar buiten kijken.’’ Bijzonder aan de hijsloods is ook dat deze weer uit elkaar kan worden gehaald en door BAM opnieuw kan worden gebruikt, licht Schönherr toe.
Dit is voor Nederlandse begrippen ook een enorm groot project
Bernd Schönherr
In maart dan wel april wordt de 165 meter bereikt en kan het werk aan de top beginnen, waar penthouses en een horecagelegenheid komen. Dan gaat de hijsloods open en wordt een antenne van maar liefst 12 meter geplaatst. Dat wordt nog een belangrijk klusje. ,,We krikken de antenne langzaam omhoog. Dat zal een mooi beeld opleveren’’, voorspelt hij.
Daktuin
Naast de 215 meter hoge toren bestaat het project uit een dubbele woontoren van 70 meter, met op de begane grond herenhuizen. Schönherr zegt wel te begrijpen dat alle aandacht naar de hoge toren gaat, maar vindt het niet helemaal terecht. ,,Dit is voor Nederlandse begrippen ook een enorm groot project. Een totaal andere bouwtechniek. Misschien wel net zo complex vanwege de combinatie met een grote parkeergarage, met bovenop een daktuin.’’
De oplevering van het project staat nog steeds gepland in het tweede deel van 2022. In totaal komen er 485 woningen. Ook ontwikkelaars AM en Amvest zijn tevreden, want van de 285 koopwoningen is inmiddels 90 procent verkocht.
zie eerste posting maanddraad