Particuliere koper vreet ze niet: tegenwind elektrische auto brengt EU-deadline in gevaar
Puur elektrisch rijden was tot voor kort hét heilige doel van overheden, milieuorganisaties en de auto-industrie zelf. Maar zodra de subsidies wegvallen, storten de verkopen van elektrische auto’s in als een plumpudding. De vraag is zelfs of de deadline van 2035 gehaald wordt.
De techniek van elektrisch rijden maakt grote sprongen. Chinese autofabrikanten beloven auto’s die 1000 kilometer kunnen rijden op één acculading en BYD heeft een prototype klaar van een auto die binnen tien minuten laden 600 kilometer ver komt. Er is alleen een maar: de consument vreet ze niet. En daarmee komt zelfs de EU-eis om vanaf 2035 uitsluitend elektrische auto’s te verkopen in gevaar.
Er lijkt nog tijd genoeg, want 2035 is pas over 11 jaar, maar het EU-doel van 80 procent elektrische auto’s in 2030 is al veel dichterbij. Nederland wil vanaf 2030 alleen nog maar volledig elektrische auto’s verkopen, maar ook door die plannen kan een streep, zoals het er nu naar uitziet. Volgens een onderzoek van ING zal het aandeel EV’s (Electric Vehicles) in dat jaar nog maar 60 procent zijn doordat veel autofabrikanten hun doelstellingen voor het uitfaseren van brandstofauto’s hebben vertraagd.
Fiscale voordelen massaal teruggedraaid
De verkopen zakken in bijna heel Europa in doordat fiscale voordelen massaal worden teruggedraaid. Autofabrikanten stoppen met investeringen in elektrische modellen en stoppen hun geld zelfs in de ontwikkeling van nieuwe verbrandingsmotoren omdat de particuliere consument op dit moment allerminst staat te springen om elektrisch te gaan rijden.
Volkswagen kondigde onlangs aan zijn elektrificatieprogramma te vertragen vanwege de afnemende vraag. Eerder al stelde de Volkswagen Groep de bouw van een nieuwe EV-productiefaciliteit van 2 miljard euro uit. Het bedrijf investeert daarentegen de komende jaren meer in plug-inhybrides, zo meldt Bloomberg. Omdat Volkswagen verwacht niet aan de Europese emissie-eisen te kunnen voldoen, heeft het de Europese Commissie om clementie verzocht.
Zelfs elektrische supersportwagens niet verkocht
Toyota is van meet af aan niet overtuigd van een puur elektrische toekomst, concentreert zich vooral op het maken van hybrides en doet dat met veel succes. Ook Martijn ten Brink, de Europese ceo van Mazda, heeft moeite met het blindstaren op elektrisch rijden, zo zei hij eerder. ,,Ga je echt al het andere weggooien? Zelfs de dingen waarvan je niet weet dat ze al bestaan? Ik vind dat een schande voor de politici. Het is hun taak om een toekomst zonder uitstoot te eisen, maar de manier waarop je dat kunt bereiken moet afhangen van ondernemerschap en creativiteit.”
Recent lieten ook andere fabrikanten, waaronder Ford, weten dat ze minder snel gaan elektrificeren dan eerder gedacht. Renaults nieuwe cross-over in de compacte klasse is verrassend genoeg geen volledig elektrisch model, maar een hybride. En Mercedes-Benz stapt af van het plan om vanaf 2028 een puur elektrisch aangedreven generatie modelseries op de markt te brengen. Ook de ontwikkeling van een nieuw platform voor elektrische modellen zoals de S-Klasse is stopgezet.
Zelfs in de klasse van de supersportwagens lijken elektrische supercars niet langer in de mode te zijn. Rimac, het bedrijf dat Bugatti heeft overgenomen van de VW-Groep, verkocht van zijn 2,5 miljoen euro per stuk kostende Nevera-modellen slechts vijftig stuks in plaats van de 150 die eerst gepland waren.
Productieprobleem dreigt
De accufabrikanten zien ook dat het de verkeerde kant op gaat met de elektrische auto. Eurobat, de lobby van de batterij-industrie, pleitte onlangs voor meer belastingvoordelen, subsidies of andere financiële voordelen die elektrische auto’s economisch aantrekkelijker maken. Het is een directe erkenning dat het kenmerkende beleid van de EU, namelijk het uitfaseren van CO2-uitstotende auto’s, in grote problemen verkeert. Dat blijkt ook uit enquêtes. In een onderzoek onder 15.000 automobilisten in Duitsland, Frankrijk en Polen werd het verbod op verbrandingsmotoren genoemd als de minst populaire klimaatmaatregel in Europa, ook al zeiden de respondenten dat ze wel beleid steunen om de uitstoot terug te dringen.
En dan is er nog het productieprobleem. Want hoewel er voorlopig sprake is van een overschot als gevolg van de dalende vraag, hebben Europese autofabrikanten niet de capaciteit om alle auto’s te produceren die een verbod op de verbrandingsmotor per 2035 met zich meebrengt. Zij moeten immers ook auto’s met verbrandingsmotoren blijven bouwen voor landen buiten Europa. De Chinezen kunnen wel leveren. Maar als doelstellingen voor het terugdringen van de CO2-uitstoot in 2035 moeten worden gehaald met behulp van goedkopere Chinese elektrische voertuigen, zou dit een enorme klap voor de Europese auto-industrie kunnen betekenen.
(deel 1/2)