De revisoren van het biotechbedrijf laten nu al weten dat er bij de definitieve cijfers in april een 'aanvullende verklaring' komt, die waarschuwt dat het voortbestaan niet gegarandeerd is.
2,13 miljoen euro. Zoveel had ASIT Biotech eind december nog in kas. Niet echt geruststellend voor een bedrijf dat in 2017 luidens de voorlopige jaarcijfers 11,2 miljoen cash verbrandde. Dat bedrag is nog zonder de 9,4 miljoen euro die de groep vorige maand ophaalde bij een private plaatsing. Ook met die cashinjectie kan ASIT dus in het huidige tempo van de kasuitstroom maximaal een jaar verder.
ASIT is lang niet uniek: het gros van de biotechbedrijven is bijna per definitie verlieslatend. Zolang ze geen eerste product op de markt brengen, combineren ze een minieme omzet met stevige kosten voor het lopende onderzoek.
Het probleem bij ASIT is echter dat de kans dat in de komende jaren een product op de markt raakt, erg klein is. Nadat eerder vorig jaar het middel tegen pollenallergie in tests zwak had gescoord, bleek eind 2017 ook het middel tegen huisstofmijt niet te werken. Daarop gooiden beleggers de handdoek, het aandeel noteert met ongeveer 5 euro ruim onder de 7 euro waartegen het bedrijf in het voorjaar van 2016 naar de beurs trok.
Op volledige resultaten is het nog een eind wachten, tot 18 april. Ook de audit door de bedrijfsrevisoren is nog aan de gang.
Maar die revisoren laten nu al weten dat er een aanvullende verklaring zal komen, 'in overeenstemming met artikel 144, 7de paragraaf van de vennootschapswet'. Die paragraaf gaat over 'materiële onzekerheden' die 'ernstige twijfel' doen rijzen over het vermogen van het bedrijf om de activiteiten voort te zetten.