Beste forum-leden,
Helaas is mijn laatste post enige tijd geleden geweest en heb ik een reactie van EDR, of ik bewijs had voor de opmerking over complementsysteem activatie in COVID-19 patiënten, tot op heden nog niet beantwoord. Een dergelijke vraag kan natuurlijk niet onbeantwoord blijven. CS activatie, alsmede andere problematiek, en de potentiële rol van Ruconest in het behandelen van COVID-19 patiënten is echter een complex verhaal. Het is dan ook een behoorlijke opgave om dit in enkele paragrafen te duiden en vanwege deze complexiteit lijkt het me beter om dit op te delen. Deze post zal dan ook uitsluitend gaan over ‘case-reports’ waarin er CS fragmenten zijn gevonden. Bij ieder statement zal ik de DOI’s van de desbetreffende papers geven zodat men de informatie zelf kan verifiëren.
In biopsies van longweefsel van twee overledenen hebben ze enkele grote hoeveelheden fragmenten van het CS gevonden. In beide hebben ze een irrelevant ‘splitproduct’ van C4 activatie, C4d, en het eindproduct van CS, C5b-9 oftewel het ‘membrane attack complex’, gevonden. In een van de twee is het ook gelukt om tot MASP-2 ‘staining’ te komen waaruit blijkt dat de MBL route actief was tijdens CS activatie. In biopsies van de huid van drie andere overledenen hebben ze ook het eindproduct van CS activatie, C5b-9, gevonden. Tevens hebben ze in een van de drie het degradatieproduct van C3 (het convergentiepunt van de drie CS routes) activatie, C3d, gevonden, alsook C4d in een ander. Al deze fragmenten zijn gevonden in de (micro)vasculatuur van de huid (de precieze locatie van de CS fragmenten in de longen laat ik nog even voor wat het is gezien dit in een andere post beter uitkomt). DOI 10.1016/j.trsl.2020.04.007
In biopsie van de huid van een overlevende hebben ze C4d gevonden in de vasculatuur. DOI 10.1097/DAD.0000000000001825
In biopsie van de huid een overlevende hebben ze C3d, C4d, en C5b-9 gevonden in de vasculatuur en was MASP-2 ‘staining’ ook positief. DOI 10.1093/rheumatology/keaa627
In biopsie van de nieren van een overlevende hebben de C3c, een degradatieproduct van C3, en C5b-9 gevonden. DOI 10.3389/fimmu.2021.680567
In biopsies van de nieren van drie overledenen hebben ze C1q, een fragment van de klassieke route, C3, en C5b-9 gevonden. DOI 10.1016/j.clim.2021.108795
Als experiment hebben ze rhesusapen geïnfecteerd met het SARS-CoV-2 virus en hebben ze in de biopsies van de longen verhoogde expressie van complement receptor 1 en C3 gevonden. Tevens hebben ze in het bloed verschillende fragmenten van de klassieke route, C1r, C1s C1qa C1qc, gevonden. DOI 10.1016/j.cell.2020.10.005
Hieruit blijkt dus dat het CS wel degelijk geassocieerd is met COVID-19. Zoek maar eens het aantal publicaties in pubmed op. Deze staat momenteel op 510 sinds de aanvang van de epidemie. Welke route dominant is en op welk punt het beste kan worden ingegrepen blijft momenteel nog enigszins gissen. Ruconest is een C1 esterase remmer maar heeft ook een pleiotropisch effect. Dit lijkt in het voordeel te zijn van andere medicijnen die op het complement systeem werken. Ik zal proberen om binnenkort hierover wat te posten.
Het uiteindelijke eindproduct van CS is een soort holle schroef wat zich in een membraan ‘boort’ waardoor vloeistof van de ene ruimte naar het andere vloeit. Dit is niet wat het lichaam wil en vandaar ook de hoge ontstekingswaarden in COVID-19. De ergste schade door SARS-CoV-2 is in de longen, lever, hart, maar ook nieren en het centraal zenuwstelsel. Deze schade treft de alveoli, vandaar symptomen vergelijkbaar met klassiek ARDS, maar treft ook de endotheelcellen die aan de binnenkant van onze bloedvaten zitten, waardoor er veel schade is wat lijkt op trombotische microangiopathie. Ik zal ook proberen om over deze zaken binnenkort het een ander te posten om zo de rol van Ruconest in COVID-19 beter te kunnen plaatsen. Temeer daar het patent voor ADRS als gevolg van een virale infectie is ingediend en dit dus, mijn inziens, zeer positief is voor Pharming en hopelijk ook de koers want die is weer dramatisch...