Nette mensen maken geen schulden
Peter Giesen
Gepubliceerd op 20 oktober 2009 14:00, bijgewerkt op 20 oktober 2009 18:05
AMSTERDAM -
Wekelijks op VKGeschiedenis.nl: een column van Volkskrantredacteuren over het verleden. Vandaag Peter Giesen over lenen.
Toen ik mijn eerste huis kocht, moest ik 10 procent ‘eigen geld’ meebrengen. Dat was nog geen twintig jaar geleden. De perikelen rond DSB laten zien hoe snel Nederland veranderd is. Nette mensen maken geen schulden, zo wordt vroeger gezegd. Je kocht pas iets als je ervoor gespaard had. Voor een huis werd noodgedwongen een uitzondering gemaakt. Maar je moest eigen geld hebben, en zoals mijn ouders zeiden, je kocht pas een huis als je zeker wist dat je er altijd bleef wonen. De banken waren al net zo voorzichtig. Ze stelden strenge voorwaarden. Tot in de jaren tachtig werd het inkomen van vrouwen slechts voor vijf of tien jaar meegeteld. Vrouwen waren een risico, want ze hielden op met werken als ze kinderen kregen. Toen ik mijn eerste huis kocht, waren de banken net zo ver dat ze het inkomen van mijn vrouw gewoon meerekenden. Ze presenteerden het als een ongekend royaal gebaar.
Cultuur is buitengewoon veranderlijk, zo blijkt maar weer eens. Tegenwoordig steken Nederlanders zich diep in de schulden, opgejut door banken en financiële instellingen. De overheid, verblind door het evangelie van de eigen verantwoordelijkheid, staat toe dat mensen op een legale manier in de problemen worden gebracht. ‘Ik geloofde tot voor kort in regulering door de markt’, zei het VVD-Kamerlid Frans Weekers, ‘maar nu niet meer’.
Waarom waren mensen als Weekers, maar ook Kok en Zalm ziende blind toen ze de financiële markt liberaliseerden? In de jaren tachtig vond een mentale omslag plaats, gepropageerd door de Britse premier Thatcher en de Amerikaanse president Reagan. Hun ‘neoliberalisme’ leek een oplossing voor de problemen die de economie destijds teisterden, zoals een almaar uitdijende collectieve sector die het particulier initiatief dreigde te verstikken. Bovendien kwamen politici erachter dat de verzorgingsstaat, dat grootse ideaal van wederopbouw, ook zijn nadelen had.
Vadertje Drees
De verzorgingsstaat was bedacht in een periode waarin mensen zich schaamden om hun hand op te houden. Toen de sociale wetten eenmaal van kracht waren, bleken veel mensen daar helemaal geen moeite mee te hebben. Ze werden geheel afhankelijk van de overheid, op een manier die ‘vadertje Drees’ nooit bedoeld had.
De neoliberalen predikten een nieuw mensbeeld: de passieve onderdaan van de verzorgingsstaat moest plaats maken voor de ondernemende burger die zijn eigen boontjes kon doppen. De vrije markt stimuleerde individuele deugdzaamheid, vond Thatcher. De markt bracht mensen voort die stevig in schoenen stonden, verantwoordelijkheid wilden dragen, in plaats van de risico’s af te wentelen op de overheid. Thatcher werd sterk geïnspireerd door haar vader Alfred, een hardwerkende kruidenier en methodistische ouderling in het provinciaalse Grantham. Ook Ronald Reagan liet zich graag inspireren door small town America, het land van hardwerkende middenstanders en boeren.
Godsvrucht
Helaas voldoet de moderne economie niet aan dit idyllische ideaal. Dat laat het voorbeeld van DSB ook goed zien. Dirk Scheringa mocht zich graag presenteren als een gewone jongen, een uit de klei getrokken West-Friese ondernemer. Maar hij nam bijna 1 procent van de Nederlandse reclamebestedingen voor zijn rekeningen. In het verleden sloten mensen een lening af bij de plaatselijke Boerenleenbank, bij een employee die hen persoonlijk kende en mede daardoor zijn ‘zorgplicht’ wel serieus moest nemen. DSB wierf zijn klanten via de media, uit het hele land.
In het Grantham van vader Thatcher werd de hebzucht getemperd door godsvrucht en sociale controle. In een moderne economie is daarvan geen sprake. Bovendien bleken veel ondernemers heel goed in staat om risico’s op anderen af te wentelen. De meeste bankiers hadden hun schaapjes allang op het droge, toen hun opgeblazen financiële imperia ploften – voor Scheringa lijkt dat overigens niet te gelden. Vervolgens moest de overheid de helpende handen bieden. Niet voor niets vond Scheringa het zeer onrechtvaardig dat Wouter Bos niet eens met 100 miljoen euro over de brug wilde komen. Zo bleek het neoliberalisme even vatbaar voor misbruik als de verzorgingsstaat.
Nu moeten politici en bankiers op zoek naar een nieuw evenwicht. In een periode waarin zo veel over ‘de’ Nederlandse cultuur wordt gepraat, kan wellicht worden teruggegrepen op die oud-Hollandse voorzichtigheid.
Peter Giesen is redacteur van de Volkskrant