5. In het CF-onderzoeksprogramma gaat het namelijk niet alleen om de kwaliteit van de afzonderlijke moleculen die men ontwikkelt. Het bereiken van een optimaal resultaat door middelen te combineren wordt ingeval van cystic fibrosis sterk beïnvloed door een complex fenomeen, namelijk de competitie tussen de moleculen van de samenstellende delen van de triple combo, in hun strijd om zich te binden aan het CFTR proteïne. Dus reageert binnen bepaald genotype elke patiënt net weer even anders. Flexibele, van patiënt tot patiënt verschillende doseringen zijn mogelijk het antwoord. Wie deze puzzel weet op te lossen, Vertex of Galapagos, is verzekerd van een ongehoord commercieel en farmacotherapeutisch succes. Voor veel patiënten zal het betekenen dat de longen zich volledig zullen kunnen herstellen en de ziekte uit hun leven wordt verbannen.
6. In de tijd bezien ligt Vertex iets voor, de moleculen van Galapagos zien iets beter uit, zij het dat vergelijken in dit stadium niet goed mogelijk is. Maar de HUB-organoïden als diagnostisch hulpmiddel kunnen achteraf bezien wel eens de beslissende factor blijken te zijn op weg naar een optimale behandeling van Class II patiënten. Volgens CSO Wigerinck in ieder geval geven de HUB-organoïden Galapagos een voorsprong op de concurrentie. Mocht hij met zijn team erin slagen die voorsprong om te zetten in blijvend resultaat, dan is een gouden medaille het minst wat deze toponderzoeker verdient!
7. Verrassenderwijs worden ook twee nieuwe gebieden genoemd waarop men actief wil zijn, namelijk stofwisselingsziektes (‘metabolics’) zoals diabetes 2 en besmettelijke ziektes (anti-infectiva). Men kan slechts gissen naar het ‘waarom’. Voor het diabetesonderzoek gaat men samenwerken met o.m. het LUMC binnen het Diabetes Cell Therapy Initiative (DCTI). Op hun website wordt Galapagos beschreven als een onderneming gespecialiseerd in ‘small molecules and antibody therapies’. Een foutje van de redacteur of een onverhoedse aanwijzing dat Galapagos niet langer op één, maar op twee benen wil staan, ‘small molecules’ én ‘monoclonal antibodies’?
8. Op dit moment werkt Galapagos samen met Morphosys aan het monoklonale antilichaam MOR016. In de R&D Update wordt hier echter nauwelijks een woord aan gewijd. Strategisch gezien kennelijk niet van belang, zou men denken. Of ligt het toch anders en ingewikkelder? Nog intrigerender is de mededeling dan men zich op hepatitis B wil richten. Dat men interesse heeft in anti-virale middelen, ja. Dat men concurrent wil worden van Gilead juist met zo’n middel, nee. Er zou toch eerder sprake zijn van het omgekeerde, van de mogelijkheid dat Galapagos een molecuul van Gilead gaat inlicenseren (voor NASH?). Dus waarom wil men zich gaan bewegen op het Gilead’s terrein van de anti-infectiva met een HBV middel?
9. Beide signalen zouden heel goed kunnen wijzen op het profiel van de overnamekandidaat die Galapagos in het vizier heeft. Een biotech bijvoorbeeld met een interessant anti-viraal middel in een vergevorderd stadium van klinisch onderzoek en meer in het algemeen, met interessante ‘antibodies’. Hoogst waarschijnlijk wil men met een overname juist de twee nieuwe therapiegebieden bedienen, omdat de eigen R&D hier op korte termijn onvoldoende soelaas biedt. Misschien is er ook een goed motief. Met de verwachten inkomsten uit milestones enerzijds en anderzijds de uitgaven voor de opbouw van de commerciële capaciteit, de bijdrage aan Gilead’s fase 3 onderzoek en alle andere ontwikkelings- en onderzoeksprogramma’s blijft er per saldo veel geld ongebruikt op de plank liggen. Dat ‘luxe’ probleem kan via een overname elegant worden opgelost, met als resultaat dat Galapagos in één klap uitgroeit tot de duidelijke nummer één biotech in Europa. De omvang van het bedrijf is niet van belang, het imago en de ‘exposure’ bij institutionele belggers des te meer.
10. In de aangekondigde BAV van juli 2016 vraagt Galapagos het mandaat om in voorkomende geval het kapitaal te hogen met 40%. Zo’n kapitaalsverhoging maakt, samen met een deel van de beschikbare cash, overnames tot € 1 á 1,2 miljard mogelijk. De huidige partner Morphosys, ruim boven € 1 miljard waard, lijkt een maatje te groot. Er zijn in Europa 18 biotechbedrijven met een beurswaarde tussen € 0,5 en 1,0 miljard (zie labiotech.eu/map/). Met enige fantasie kwalificeren zich maar een paar kandidaten, zoals Evotec, Innate Pharma, Molecular Partners en Adocia. Met zijn portefeuille aan antibiotica zou Evotec nog het enigszins binnen de focus van Galapagos op de eerdergenoemde therapiegebieden passen. Voor de andere biotechs geldt dat m.i. bepaald niet.
11. En dan is er Ablynx (actuele beurswaarde € 0,7 miljard), gespecialiseerd in een unieke reeks antilichamen, o.m. met het interessante antivirus middel ALX-0171 en de derde-generatie anti-reuma biological ALX-0061, op de licentie waarvan AbbVie een optie heeft. Op 17 mei jl. heb ik op dit forum een speculatief overnamescenario beschreven, dat ik hier niet zal herhalen. De recente ontwikkelingen en uitspraken van het Galapagos management hebben echter het geschetste scenario niet minder waarschijnlijk gemaakt, eerder nog iets plausibeler. Kantelpunt is AbbVie’s eventuele beslissing in het laatste kwartaal van dit jaar om af te zien van het inlicenseren van ALX-0061. Dan komt Ablynx voor het financieren van fase 3 krap bij kas te zitten en is het wachten op de witte ridder. Die komen vaak van ver, maar soms ook van dichtbij.