Shortsellers doen het niet overtuigend beter
vrijdag 24 oktober 2014, 06:00 Bron: bekende roze krantje
Partijen die gokken op koersdalingen van Nederlandse aandelen, halen geen significant betere rendementen dan de markt. Dat concludeert econoom Dirk Gerritsen van de Utrecht University School of Economics op basis van onderzoek samen met Ruben Verdoorn.
Dat ‘shortsellers’ geen buitengewone resultaten boeken, gaat tegen het gevoel van veel beleggers in. Zij hebben vaak het idee te worden uitgekleed door shortsellers. Dat komt doordat het ‘shorten’ van aandelen alleen is weggelegd voor professionele beleggers, zoals hedgefondsen. De privébelegger staat bij het gokken op koersdalingen buiten spel.
Nauwelijks beter
Wie een aandeel ‘short’, leent het effect om dat vervolgens te verkopen. Wanneer de koers daalt, kan de shortseller het aandeel tegen een lagere prijs terugkopen en aan de originele eigenaar teruggeven.
Wat is short gaan?
Een belegger die short gaat speculeert op een waardedaling van een aandeel. Het begint met het lenen van een aandeel, wat doorgaans alleen is weggelegd voor professionele beleggers. De belegger verkoopt dat geleende aandeel vervolgens in de hoop het later tegen een lagere prijs terug te kunnen kopen. Daarna geeft hij het stuk terug aan de originele eigenaar.
Het rendement is het verschil tussen de verkoop- en de terugkoopprijs, minus de kosten die de uitlenende partij in rekening brengt. Een voorwaarde is dus dat er überhaupt aandelen te lenen zijn. Dat is lang niet altijd in voldoende mate mogelijk. Vooral bij kleine beursfondsen kan het aanbod gering zijn, terwijl daar vaak de grootste koersdalingen plaatsvinden.
Volgens Gerritsen doen shortsellers van Nederlandse beursfondsen het als groep wel iets beter dan de markt. Hij stelde een portefeuille samen op basis van de shortposities zoals die dagelijks door de Autoriteit Financiële Markten openbaar worden gemaakt. ‘Die portefeuille blijft achter bij de markt, zoals je als shortseller wil. Maar het verschil is niet statistisch significant, zoals soms wordt gedacht.’
Grote belangen
Een andere conclusie van het onderzoek is dat vooral bedrijven met grote shortposities achterblijven bij de markt. ‘Deze presteren dagelijks ongeveer 0,15% slechter dan de markt, terwijl het rendement van minder geshorte aandelen niet significant afwijkt van het marktrendement’, aldus Gerritsen. ‘Dit resultaat impliceert dat beleggers aandelen waarin een groot shortbelang is opgebouwd beter kunnen mijden in hun beleggingsportefeuille.’
De uitkomsten van het onderzoek naar het shorten van Nederlandse aandelen wijken niet wezenlijk af van soortgelijke onderzoeken naar de Amerikaanse markt. Ook daar blijven aandelen met een grote shortpositie achter bij de markt. Gerritsen benadrukt wel dat de Nederlandse dataset slechts 22 maanden beslaat. ‘We moeten dus voorzichtig zijn met het generaliseren van de conclusies.’
Gemalto
De topman van Gemalto pleit vrijdag in de Telegraaf voor een verbod op short gaan. 'Beleggers verkopen iets dat zij niet in bezit hebben. Dat is niet ethisch', zegt de Fransman Olivier Piou. 'Het zorgt voor onnodige paniek in de markten. Dit fenomeen is levensgevaarlijk.' Gemalto is momenteel het vaakst geshorte aandeel aan het Damrak. Liefst 11,1% van de uitstaande aandelen wordt gebruikt om erop te speculeren dat de digitale beveiliger achterblijft bij de markt, blijkt uit het register van de AFM.
Die Piou die snapt het niet en zou De Basis van het Beleggen moeten lezen. Shortsellers zijn net zo ethisch of onethisch als gewone 'long' beleggers. Het hele probleem is dat er te weinig short-sellers zijn in vergelijking met de gewone 'long' belegger. Daardoor kan een beurskoers veel te hoog doorschieten voorbij de onderliggende intrinsieke waarde per aandeel zonder voldoende corrigerende invloeden terug naar een koers van rond die intrinsieke waarde. Is er dan eens een aandeel met een veel te hoge beurskoers waar de weinige shortsellers zich wel rond weten te verzamelen, dan is dat natuurlijk vervelend voor het management, waaronder in dit geval de heer Piou - topman van Gemalto. De jaarlijkse bonus van het management wordt immers vaak gekoppeld aan de stijging van de beurskoers van het eigen aandeel. Met alle shortsellers voor de deur weet het management, zoals nu de heer Piou en zijn kornuiten bij Gemalto, dat ze hun eindejaarsbonus waarschijnlijk wel kunnen vergeten. Helaas voor hen is dat hoogst waarschijnlijk terecht.
Een vraag aan de heer Gerritsen: U stelt dat vooral bedrijven met grote shortposities achterblijven bij de markt. Is dat omdat er veel shortsellers zijn? Of is dat omdat de visie van de shortsellers correct is? In het eerste geval zou je long moeten gaan en in het tweede juist short.
Het is wat het lijkt.
Deze uitspraak lijkt steeds vaker te gelden voor ontwikkelingen rond het grote geld.
Partijen die short gaan, deden dat vroeger omdat ze dachten dat de waarde zou dalen. Persoonlijk heb ik de indruk dat speculeren op koersdaling is verworden. Via een goed geregisseerde combinatie van publiciteit en transacties - en met voldoende geld en relaties - is het een kleinigheid om een koers naar beneden te krijgen en dus veel geld te verdienen.
Je kunt natuurlijk van de hr. Piou zeggen dat hij het allemaal niet begrijpt en dat alles moet kunnen, maar als je je realiseert over welk instrumentarium de partijen beschikken, dan is het de vraag ons waar de grens ligt. Als het alleen om Gemalto zou gaan? maar dat is maar een incident vergeleken met vergelijkbare manipulaties bijv. rond de valuta's.
Realiseren we ons / ze zich wel dat vrijheid alleen maar kan bestaan bij de gratie van het herkennen van die grens.
Financiële diensten zoals handel in aandelen e.a. zijn ooit ontstaan als hulpmiddel. We zien nu dat de beeldvorming en belangen geïnitieerd vanuit de financiële wereld bepalend zijn voor ..... ja waar voor eigenlijk niet. Het gaat wellicht wat ver maar niet uit te sluiten is dat de hr. Piou ook spreekt vanuit zijn persoonlijke maatschappelijke overtuiging