Aquaductbak van duizend ton in gebruik
31 oktober 2014 Boris van Zonneveld
Vijf jaar heeft het geduurd, maar nu is het eindelijk klaar: de verdiepte A4 tussen Burgerveen en Leiden.
‘De bouwmethode was uniek, die is nog nooit eerder toegepast’, stelt plaatsvervangend projectmanager Martin Potter van BAM. ‘Dat heeft te maken met eisen van het hoogheemraadschap en de provincie. Die eerste wilde dat de doorstroomoppervlakte in de Oude Rijn gehandhaafd bleef tijdens de werkzaamheden. De provincie wilde dat de doorvaart behouden bleef. Dat heeft ertoe geleid dat we gekozen hebben voor een compleet nieuwe bouwmethode, een prefab aquaductbak die we in één keer in positie hebben gebracht door hem af te laten zinken.’
De aquaductbak bestaat uit drie stalen delen van 30 bij 10 m. Potter: ‘Vanuit de werkplaats zijn die hiernaartoe gevaren. In drie delen, omdat we bruggen en sluizen moesten passeren.’ Op de oever van de Oude Rijn is het tot één geheel gelast. Vervolgens is de 30 m bij 30 m grote en 440 ton zware aquaductbak op pontons geschoven. Vier grote hijskranen hebben de aquaductbak van de pontons getild en in het water gelegd. ‘Toen was het net een schip, het had nog voldoende drijvend vermogen. Vervolgens is er, toen hij op het water lag, nog een vloer van ruim 500 ton beton op gestort’, vertelt Potter. ‘Na uitharding hebben we er nog 137 ton ballastgewicht bij geplaatst om hem kopje onder te duwen. Eenmaal onder het wateroppervlak deed het gewicht van het water de rest. Daarna is het ballastgewicht weer verwijderd.’
Het aquaduct, dat zo op circa 950.000 kg uit kwam, heeft een ontwerplevensduur van honderd jaar. In totaal werden voor de verdiepte A4 twee aquaductbakken gebruikt.
Bij dit unieke project ging slechts één zaak mis: de eerste aquaductbak dreef na zes weken weer omhoog. ‘Er was een lekkage ontstaan waardoor de bouwkuip volliep en de bak omhoog dreef. Maar dat heeft niet tot schade of problemen geleid. Na herstel is hij weer afgezonken.’