Hier nogmaals dat artikel in kennelijk aangepaste vorm
Uitdagingen genoeg, kansen te over
Economie
| Laatst gewijzigd:06-01-2015 07:38 | Martjan Kuit en Joost Zwaga |
1/1 Klik om de foto te vergroten
Den Haag - De bouw snakt naar herstel over een breed front. Maar of die in 2015 zal inzetten, is volgens de bestuursvoorzitters van de grote bouwondernemingen uiterst twijfelachtig. “We moeten uitdragen dat we wat meer willen verdienen.”
“De grote snoeibeurt hebben we nu wel achter de rug”, zegt Cees van Bemmel als hij vooruitblikt op het jaar. Dat betekent echter niet dat 2015 de boeken in zal gaan als het jaar van het krachtige herstel, zo benadrukt de topman van Van Wijnen. “Hopelijk wordt 2015, net als 2014, wat rustiger dan bijvoorbeeld 2013. Dan krijgt de bouw tijd om bij te komen. Ik zie dat het wat beter gaat, vooral op de woningmarkt. Mede door de interesse van beleggers blijft de nieuwbouw ook op peil. Laten we daar met z’n allen blij om zijn. Woningbouw is toch de sector waar we het van moeten hebben.”
Gaat de bouw dan opnieuw een tussenjaar tegemoet, een jaar waarin wel wat herstel plaatsvindt maar niet over de volle breedte? Dura Vermeer-topman Job Dura sluit dat, net als Van Bemmel, allerminst uit. “Dit jaar zal net zo’n jaar worden als 2014”, schat hij in. “Je ziet deelmarkten waar het beter gaat, zoals de woningmarkt, maar ook markten waar het nog beroerd is.”
Rob van Wingerden, sinds eind vorig jaar bestuursvoorzitter van BAM, verwoordt het niet veel anders. “Op de Nederlandse markt nemen de gunstige signalen toe”, zegt hij. “Maar voorzichtigheid blijft geboden. Van een definitief herstel is nog geen sprake.” Dura ziet met name de provinciale en lokale wegenbouw hard achteruitgaan de komende tijd. “Er komt steeds minder werk op de markt en het werk wordt steeds integraler en op emvi-scores aanbesteed.” Goede verwachtingen heeft hij daarentegen van de waterbouw, waar het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor extra werk zorgt. En, zoals gezegd, verwacht hij te kunnen profiteren van de aantrekkende woningbouwmarkt. “Op de markt voor middeldure koop- en huurwoningen zien we in bepaalde regio’s veel activiteit. Dat geldt met name voor de huurwoningen. Dat is mooi, maar je verdient als bouwer veel minder aan een woning die je verkoopt aan een belegger dan aan een woning die je verkoopt aan een particulier. Het werk voor corporaties lijkt zich te gaan beperken tot renovatie en onderhoud. Ook daar zien we kansen. Maar de bouwmarkt van goedkopere koop- en huurwoningen is en blijft klein.”
Dat het dit jaar vooral moet komen van de woningmarkt, staat ook voor Geert Hurks als een paal boven water. “Onze orderportefeuille in de woningbouw is in ieder geval beter gevuld dan vorig jaar”, stelt de bestuursvoorzitter van de Hurks Bouwgroep vast. “Behalve meer opdrachten zijn ook de kwaliteit en het prijsniveau verbeterd. De vraag naar ons woningbouwconcept neemt toe. Dit jaar verwachten we vijfhonderd Da Vinci Huis-woningen te bouwen. Dat zijn hoopgevende signalen.” In de utiliteitsbouw daarentegen zit geen enkele beweging, constateert Hurks. “Die markt is en blijft slecht. Geen verbetering in te zien.”
Hans Smits, topman van Janssen de Jong Groep, denkt daar anders over. Volgens hem zijn er signalen dat ook de utiliteitsbouw uit het dal klimt. Smits toont zich van alle bestuursvoorzitters dan ook het minst pessimistisch. “Natuurlijk zijn er nog voldoende uitdagingen”, zegt hij. “Maar er zijn aan de andere kant ook kansen te over.”
Over de grens
Dat er vanuit Brussel 300 miljard beschikbaar is gesteld voor Europese infrastructuurprojecten, is zo’n kans, aldus Smits. “Het is dan wel zaak dat het geld wordt gebruikt voor projecten die de economie van Europa sterker maken”, waarschuwt de bestuurder. “Daar kan de Nederlandse economie dan van profiteren. Ik ken het wensenlijstje van Nederland niet, maar het zou goed zijn als gekozen wordt voor projecten met een Europese component. Geld voor wegen is prima, maar kies dan wegen die onze mainports versterken of wegen die de relatie met de ons omliggende landen versterken.” Kansen liggen er ook over de grens. Door de crisis in eigen land is de aandacht van veel grote concerns al meer op het buitenland komen te liggen. Van Wingerden verwacht dat die ontwikkeling zal doorzetten. “Gezien onze capaciteiten moet er internationaal veel meer te halen zijn”, vindt de BAM-topman. “Ons streven is dan ook om het marktaandeel in onze buitenlandse thuismarkten gecontroleerd te laten groeien.”
Ook Janssen de Jong en Hurks zien groeimogelijkheden in het buitenland. Hurks: “We bouwen nu in Londen vier woontorens. Misschien worden het er wel elf. Dat is mooi, al blijft het zaak om aan de andere kant van de sloot geen schade op te lopen. De contractrisico’s zijn er groter dan in eigen land.” Zorgen maken de topmannen zich vooral over het lage prijsniveau in de bouw. Hurks ziet daarin voorlopig geen verbetering komen. “Niet in de laatste plaats omdat vooral de beursgenoteerde bedrijven nog altijd voor de laagste prijs gaan. Ze beweren niet meer onder kostprijs in te schrijven bij aanbestedingen, maar ondertussen halen ze het ene project na het andere binnen. Dat is natuurlijk een veeg teken.” Van Bemmel: “We moeten als sector wat meer uitdragen dat we ook nog wat willen verdienen. En ons daar vervolgens ook aan houden. Niet meer altijd voor de laagste prijs gaan, bedoel ik. De nieuwe generatie die nu actief wordt, durft zich al wat anders op te stellen. Dat is goed. Wij, de oude generatie, hebben geleerd dat je een rover bent als je 2 procent verdient. De jongeren hebben daar gelukkig wat minder moeite mee.”
Vorig jaar pleitte Smits voor een fundamenteel debat over de lage marges in de bouw. Dat leverde hem veel positieve reacties op. “Probleem is echter”, zegt Smits nu. “dat verder niemand wat doet. Daarom blijf ik mijn boodschap herhalen. We moeten gezamenlijk kijken of het anders kan. Zoals ik ook vind dat we als sector meer trots moeten uitstralen.”
Hurks voelt weinig voor het door Smits voorgestelde toekomstdebat. “Als we alle aannemers bij elkaar zetten, zijn we het roerend met elkaar eens. Maar zodra we op de gang staan, is het weer ieder voor zich.” Dura vindt dat er al genoeg praatclubjes zijn. “Te veel praten onderling lost niets op”, meent hij. “Een groot bedrijf heeft bovendien andere belangen dan een mkb-bouwer. Hoe ga je daar samen uitkomen? Ik zou Smits willen adviseren zich bij Bouwend Nederland te melden.”
Bouwproductie
Het Economisch Instituut voor de Bouw verwacht dat de bouwproductie in 2015 en 2016 voor het eerst sinds jaren een krachtige groei laat zien. Met een jaarlijkse toename van 3,5 procent zal de bouwnijverheid ook binnen de Nederlandse economie relatief sterk groeien. Vooral de nieuwbouw van woningen zal zich herstellen. De in 2014 fors aangetrokken vergunningenafgifte zal de nieuwbouwproductie in 2015 aanwakkeren. In 2015 en 2016 bedraagt de groei ongeveer 15 procent per jaar.
Publicatie datum: 06-01-2015 07:38