FD:
TomTom heeft met zijn navigatiesysteem veertien jaar geleden een compleet nieuw product in de markt gezet, dus vernieuwen kan het bedrijf wel. Maar met 4000 mensen in 37 landen is dat toch anders dan met vier oprichters. Om die ondernemende inslag uit het begin vast te houden en de klant opnieuw te kunnen verrassen met nieuwe producten, experimenteert de beursgenoteerde midkapper op drie verschillende plekken binnen het bedrijf.
De eerste is op de werkvloer, de tweede in een lab en de derde loopt via Daan Oostveen. Hij is vrijgemaakt om een nieuw product op te zetten. Hij kwam met een idee, hij mag het ook uitvoeren. ‘Iedereen binnen het bedrijf is betrokken bij innovatie', zegt Oostveen.
File
Een waarschuwingssignaal aan de automobilist die te hard op een file afrijdt, is een vernieuwing die op de werkvloer is bedacht. Dat valt onder de aanpassingen van het bestaande product, die elke drie weken worden doorgevoerd. Maar een meer exotische aanpassing, zoals instructies om vroegtijdig voor te sorteren, zijn aanpassingen die in het lab worden gemaakt. Voor dit technisch ingewikkelde proces moeten namelijk alle navigatiekaarten worden aangepast en dat heeft doorgaans niet direct prioriteit op de werkvloer. In het lab zitten mensen die multidisciplinair zijn en een prototype kunnen maken. Zodra zo'n prototype klaar is en kansrijk wordt geacht, wordt het overgedragen naar de bestaande afdelingen, zodat het kan worden doorontwikkeld.
Strategie
Het TomTom lab is dan ook volgens Oostveen verre van een science fiction-club waar producten worden bedacht die niets met navigatie hebben te maken. Elke innovatie moet aansluiten bij de klantbehoefte of de strategie van TomTom die door de oprichters is uitgestippeld. Het product in wording van Oostveen is dan wel nieuw, maar sluit aan bij een doelstelling die het concern al zes jaar heeft. Wat deze noviteit precies is en wie het wanneer gaat gebruiken wil Oostveen niet kwijt.
Net als bij een startup is voor deze nieuwe telg een prototype gemaakt en op vijf gebruikers in Engeland getest tegen minimale kosten van €2000. ‘Het doel is zo snel mogelijk te zien of het succes heeft, zodat we zo min mogelijk verspilling hebben', zegt Oostveen. Het blijkt te werken