De supermarktgroepen Delhaize en Ahold hebben fusiegesprekken aangeknoopt op het hoogste niveau. Dat vernam De Tijd van meerdere bronnen. De discussies werden pas recent opgestart en zitten volgens onze informatie nog in een vroeg, aftastend stadium.
Voor de Belgische markt zal de deal niet meteen voor problemen zorgen. Albert Heijn heeft momenteel een 30-tal winkels in ons land, wat niet voldoende is voor een noemenswaardig marktaandeel. Maar een combinatie met de 22 procent marktaandeel van Delhaize zou wel eens Colruyt als Belgisch marktleider kunnen onttronen.
Noch Delhaize noch Ahold wilde gisteren reageren op het nieuws van de fusiegesprekken.
Het is niet de eerste keer dat de twee distributiegroepen over een alliantie praten. In 2006-2007 voerden Delhaize al redelijk verregaande onderhandelingen. Er werd toen naar verluidt al gesproken over de plaats waar de hoofdzetel zou komen - Brussel - en wie welk postje zou krijgen.
De deal sprong toen af op de structuur van de fusie zelf. Delhaize stuurde aan op een fusie van gelijken, maar dat ging te ver voor het grotere Ahold. Zo ver zitten ze deze keer nog niet. Zowel over de prijs als over de invulling van het organogram is er zeker nog geen vergelijk.
Delhaize en Ahold zijn andere groepen dan toen. Toen rammelde de structuur van een veel groter Ahold nog te veel en liet de winstgevendheid te wensen over. Beide problemen werden sindsdien aangepakt. En bij Delhaize maakte CEO Frans Muller komaf met de erfenis van een vrij dramatische expansiepolitiek van zijn voorganger, Pierre-Olivier Beckers. Dat maakt dat beide bedrijven vandaag meer complementair zijn dan toen.
Industriële logica
In de VS is er sprake van een minieme overlap in enkele staten, maar het gecombineerde bedrijf zou actief worden in een corridor langsheen de oostkust gaande van de noordelijke staat Maine tot Georgia. Een forse schaalvergroting, dus - en dat is iets waar Muller van gaat watertanden. ‘Krik je marktaandeel en schaalgrootte op, dan volgt de winst vanzelf’, is zo’n beetje zijn mantra. Wat de industriële logica betreft, kan dus weinig ingebracht worden tegen deze deal.
Zowel Delhaize als Ahold heeft geen referentieaandeelhouder. De families achter Delhaize bezitten samen om en bij de 20 procent van de Belgische retailer, maar treden op in gespreide slagorde. De jongste jaren wekken ze ook de indruk dat ze ‘hun’ bedrijf uit de vingers laten glippen.
Het beste bewijs daarvan is dat de vertrekkende familiale bestuurders Beckers en Didier Smits door externen worden vervangen, in casu Belgacom-CEO Dominique Leroy en ontslagnemend Adecco-CEO Patrick De Maeseneire. Tal van institutionele investeerders zoals de Norges Bank, JPMorgan, Vanguard, ING of BNP Paribas zitten in het kapitaal van beide groepen. Voor hen telt maar één ding: de juiste prijs.