Het Rijksvastgoedbedrijf moet de open BIM-standaarden ETIM RT en CB-NL inzetten bij de renovatie van de Tweede Kamer en de rest van het Binnenhof. Dat zegt Jan Al, programmamanager BIM bij Uneto-VNI en voormalig directievoorzitter bij BAM Techniek.
?“De Tweede Kamer zou een prachtig voorbeeldproject zijn”, zegt Al. Het Binnenhof-complex in Den Haag, waar de Tweede Kamer onderdeel van uitmaakt, gaat vanaf 2020 vijfenhalf jaar dicht voor een grondige renovatie, die naar schatting zo’n half miljard euro gaat kosten.
Over deze renovatie gaf minister Stef Blok in een Kamerdebat in december al aan dat het Binnenhof voor deze verbouwing “digitaal in beeld” zal worden gebracht. En dat gebruik zal worden gemaakt van de open communicatiestandaard VISI, die is ondergebracht in het recent geopende BIM-loket.
Maar alleen VISI gaat Al niet ver genoeg. Alle open BIM-standaarden die in beheer zijn bij het BIM-loket en de stichting Ketenstandaard Bouw en Installatie moeten van hem zoveel mogelijk worden toegepast bij de renovatie. Dat zou volgens de BIM-programmamanager namelijk een enorme slinger geven aan het gebruik van de in Nederland ontwikkelde BIM-standaarden. Al: “Het Rijksvastgoedbedrijf moet een aantal voorbeeldprojecten opzetten waarbij maximaal gebruik gemaakt wordt van de standaarden die wij met elkaar omarmen.” Het gaat dan onder meer om de standaarden CB-NL (concepten) en ETIM RT (objecten).
Nieuwe standaard
Al doet zijn uitspraken in de aanloop naar een BIM-evenement van Uneto-VNI, dat donderdag op de VSK-beurs wordt gehouden. Bij dat evenement wordt de BIM-standaard ETIM RT gepresenteerd, waar zo’n twee jaar aan is gewerkt door fabrikanten, installateurs en softwarehuizen. De ontwikkeling ervan heeft volgens Al ongeveer een miljoen euro gekost.
Hij zegt dat de ETIM RT-standaard moet leiden tot “probleemloze uitwisselbaarheid van informatie. Mét open standaarden, waardoor je geen last hebt van vendor lock-in.”
ETIM RT is gebaseerd op de al veel langer bestaande en algemeen aanvaarde classificatiestandaard ETIM. De installatiesector gebruikt ETIM om de technische specificaties van installatietechnische producten te beschrijven. Bij de nieuwe ETIM RT is de bestaande standaard aangevuld met parameters die het mogelijk maken ermee te rekenen en te tekenen in BIM-modellen.
Vooral voor fabrikanten moet de komst van ETIM RT de druk van de ketel halen, want zij moeten nu al hun producten volgens Al in “wel tien verschillende formaten aanleveren”. Dit omdat de meeste BIM-softwareprogramma’s er eigen methodieken op nahouden. Maar de roep om standaarden kwam zeker niet alleen van fabrikanten, zegt Al: “Juist veel installateurs gaan de ontwikkelingen van ETIM RT niet snel genoeg. Zij willen dat we opschieten omdat ze echt last hebben van alle verschillen tussen de BIM-modellen.”
Op de VSK-beurs wordt de gloednieuwe ETIM RT standaard feestelijk overgedragen aan de stichting Ketenstandaard Bouw en Installatie. Ook wordt de Uniforme Objectenbibliotheek gelanceerd, gevuld met objecten als luchtbehandelingskasten, cv-radiatoren en besturingspompen die zijn uitgewerkt in ETIM RT. De kwaliteit van deze bibliotheek zal worden bewaakt door beheerorganisatie 2BA.
Sector overstijgend
Het is de bedoeling dat de nieuwe standaard sector overstijgend is: ook de bouw wordt aangemoedigd aan te haken. ETIM voor de Bouw, zo wordt deze standaard genoemd, waaraan ETIM in opdracht van Hibin en Bouwend Nederland al een paar jaar werkt. Maar voordat deze standaard gemeengoed is, zijn we toch al snel een paar jaar verder, denkt Jan Al.
In de installatiesector werkt namelijk zo’n 80 procent van de bedrijven al vijftien jaar lang met ETIM, terwijl de bouwwereld er nog steeds verdeeld over is. Al: “In de bouw is standaardisatie een weerbarstiger proces. Daar zijn grote verschillen in hoe met productinformatie wordt omgegaan. De bouw heeft veel grote leveranciers die maatwerk willen bieden en daar meerwaarde uit willen halen. Dat kan wel eens schuren met de bredere branchebelangen.”
[De lancering van ETIM RT en de Uniforme Objecten Bibliotheek op de VSK-beurs vindt plaats om 10.30 uur in de Croesezaal, Jaarbeurs Utrecht]