schreef:
Bpost maakte in 2016 bekend dat het op een overname van de Nederlandse evenknie PostNl mikte. Het Belgische postbedrijf was toen circa 4,8 miljard euro waard op de beurs, bijna drie keer zoveel als PostNl. Bpost stond toen nog bekend als een van de efficiëntste spelers in de markt. Maar sindsdien is er veel veranderd. De verbeteringsprocessen bij Bpost stokten, terwijl PostNl zich dankzij de snelgroeiende pakjesmarkt herpakt heeft. Bpost en PostNl zijn op de beurs nu elk 1,8 miljard euro waard. Het risico bestaat dat PostNl straks de grotere broer wordt. Wie weet, bieden de Nederlanders ooit op het Belgische postbedrijf vanuit een sterkere positie? Dat scenario is zo gek niet, als je kijkt naar wat gebeurde met de supermarktbedrijven Ahold en Delhaize. Een poging van Delhaize om Ahold in te lijven, draaide op niets uit. Enkele jaren later gebeurde de omgekeerde beweging.
55 miljoen door pandemie
PostNl maakte gisteren een stijging van de aangepaste nettowinst met 237 procent bekend: 83?miljoen werd 197 miljoen, en dat bij een omzetstijging van 14?procent. Het bedrijf leverde afgelopen jaar 337 miljoen pakjes. Van de 245 miljoen euro bedrijfswinst is volgens PostNl 55 miljoen het gevolg van de pandemie. PostNl, dat sinds 2012 een ondermaats tot nuldividend uitkeerde, zal nu opnieuw zijn aandeelhouders verwennen met 0,28 euro per aandeel, dat is een brutorendement van 7,67 procent. Bij Bpost gebeurt het omgekeerde. De 1,06?euro dividend per aandeel werd in 2019 verlaagd tot 0,62 euro en blijft voorlopig laag.
Het verschil tussen Bpost en PostNl toont zich op de beurs. Het aandeel PostNl steeg de afgelopen twaalf maanden 141 procent meer dan dat van Bpost. Ironisch genoeg had Bpost gisteren een goede dag op de beurs. Beleggers gaan er mogelijk vanuit dat ook Bpost de komende week zal verrassen. Maar Marc Zwartsenburg, analist bij ING Bank, is daar niet van overtuigd. ‘PostNl had in januari al gezegd dat de zaken beter liepen. Als Bpost zou weten dat het beter doet dan de markt verwacht, had het al een signaal gegeven. Dat is niet gebeurd, en dat wil ook wat zeggen.’
De overheid is niet langer aandeelhouder van PostNl, het bedrijf ontvangt in tegenstelling tot Bpost ook geen subsidies. Behalve de overheid, die wil dat Bpost zijn uitgebreide kantorennet behoudt, wegen ook de vakbonden door. De bedienden zijn er vaak nog statutairen. Bpost is daardoor minder flexibel dan PostNl en kan zich minder goed aanpassen aan de dynamische pakjesmarkt.
In een ver verleden, onder Johnny Thijs, wist Bpost de productiviteit op te drijven door de ploeg in te krimpen via 1.200 natuurlijke afvloeiingen per jaar. De opvolger van Thijs, Koen Van Gerven, kreeg het moeilijk om die lijn aan te houden. Getuige de rotatiestaking die hij over zich heen kreeg. Zijn opvolger, Jean-Paul Van Avermaet, probeert het niet eens. Hij wil de bonden te vriend houden.
Er zijn nog verschillen: PostNl doet voor de leveringen een beroep op zelfstandigen. Maar aan huis leveren is niet het model van de toekomst. Lockers en andere afhaalpunten worden belangrijker. Daarvoor rekent PostNl op het eigen personeel. Eén personeelslid kan 600 pakjes per dag in de lockers stoppen. Bij Bpost leveren de postbodes 80 pakjes per dag aan huis. Ook Bpost moet de consumenten naar de lockers oriënteren. In de brievenpost – voor Bpost nog belangrijker dan voor PostNl – heeft Bpost dan weer een trage ronde ingevoerd met twee rondes per week, wat niet tot kostenvoordelen leidde. Dat suggereert dat de efficiëntie van de brievenpost achteruitging. Bpost komt volgende week woensdag met jaarcijfers.