donderdag 8 juni 2017, 16:55
Terug naar ‘oude normaal’
De productiviteit van de wereldeconomie zou wel eens sneller kunnen gaan groeien dan we denken. De kans bestaat dat de wereldwijde productiviteitsgroei weer op de vroegere, ‘normale’ 4 procent uitkomt. Dat zou goed nieuws zijn voor spaarders en beleggers, want een grotere productiviteitsgroei betekent ook hogere rentes en steilere yieldcurves.
Het is geen geheim dat de wereldwijde productiviteit al sinds de financiële crisis slabakt, en er zijn weinig tekenen dat het weer beter wordt. Overal ter wereld neemt de productiviteitsgroei af in economisch belangrijke landen. En dat is eigenlijk al zo sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw.
Het lijkt er dus op dat een sterke productiviteitsgroei een herinnering uit het verleden wordt. Als dat klopt, heeft dat verregaande gevolgen voor beleggers. Rentevoeten die nog langer laag blijven, verlengen de pijn voor spaarders, pensioenfondsen en financiële instellingen. In een wereld met lage groei kunnen ook de aandelenmarkten teleurstellen. Het ‘Nieuwe Neutraal’, zoals we dit alles bij PIMCO samenvatten, dreigt zelfs een blijvend karakter te krijgen.
De productiviteitskwestie is ontzettend belangrijk, want er zijn eigenlijk maar twee manieren waarop een economie kan groeien: ofwel doordat de productiviteit groeit, ofwel door een aangroei van de arbeidsmarkt.
Het slechte nieuws is dat we weinig hulp kunnen verwachten van de demografische kant; de bevolking zal niet plots weer snel beginnen te groeien. Dus moet het van de productiviteit komen.
Terug naar normaal
Gelukkig neemt het potentieel toe voor een versnelling van de wereldwijde productiviteitsgroei. Er zijn wel degelijk kansen dat we de stagnatie achter ons laten en opnieuw aanknopen met de vroegere ‘normale’ bbp-groei. Voor een verklaring moeten we zowel naar micro-economische als naar macro-economische factoren kijken.
Micro-economische factoren zoals big data, drones, zelfrijdende auto’s en het ‘internet der dingen’ kunnen de productiviteitsgroei van de wereldeconomie weer versnellen. Die technologieën worden nu voor het eerst in synergie met elkaar gebruikt worden, omdat de kostprijs ervan sterk afgenomen is. En aangezien die technologieën betaalbaarder worden voor grotere en kleinere bedrijven, kunnen ze ook effectiever gaan experimenteren, beter gaan meten wat ze doen. Bovendien raken innovaties sneller verspreid.
Dat laatste is belangrijk, omdat er een gigantische kloof gaapt tussen de productiviteitsniveaus van voorlopers en de achterblijvers. Het wereldwijde potentieel voor een inhaalbeweging is enorm, zeker in de groeilanden. De productiviteitskloof tussen de voorlopers en de achterblijvers is de laatste jaren ontzettend verbreed, en ze kan niet blijven verbreden. Inefficiënte en onproductieve bedrijven kunnen een tijd aanklampen – creatieve destructie vergt tijd – maar uiteindelijk moeten ze ofwel de voorlopers inhalen, ofwel definitief afhaken.
Inhaalbeweging
De macro-economische factoren kunnen die inhaalbeweging van de achterblijvers stimuleren. Zo zijn de centrale banken hun uitzonderlijk beleid van na de financiële crisis stilaan aan het afbouwen. Stoppen met dat ultrasoepele monetair beleid kan kapitaal efficiënter aan het werk zetten, een boost betekenen voor creatieve destructie en zo de enorme kloof tussen productiviteitsniveaus helpen verkleinen.
Met een opstoot van de productiviteitsgroei, een hogere, gecontroleerde inflatie en een gezonde arbeidsmarkt ziet de wereld er plots rooskleuriger uit voor beleggers en spaarders, want ze krijgen zicht op hogere rentes en steilere yieldcurves. Ook de economie zelf zal veerkrachtiger kunnen reageren op toekomstige tegenslagen. Zoals hierboven beschreven, neemt de kans op een sterkere productiviteitsgroei toe. En afgaande op ervaringen uit het verleden: net voor zonsopgang lijkt de nacht vaak het donkerst.
Dze column is geschreven in samenwerking met Matthew Tracy (PIMCO).