Cobouw.nl
Inschijfprijzen spoortenders schieten omhoog: “Bodemprijs passé”
De inschrijfprijzen bij spoortenders schieten omhoog. Vooral bij vervangingsprojecten durven spoorbouwers fors meer te vragen, maar ook het prijsvechten rond onderhoudscontracten is grotendeels voorbij. Is dat erg? “We willen geen bodemprijs, maar een reële prijs betalen.”
Voorlopig maakt John Voppen, operationeel directeur van ProRail zich geen zorgen over de stijgende inschrijfprijzen. Hij is in zijn nopjes dat er geen rechtszaken lopen en dat de verhoudingen met de spoorbouwers eindelijk zijn genormaliseerd. “Natuurlijk loopt niet alles op rolletjes, maar problemen zijn bespreekbaar en worden ook uitgepraat.”
De opdrachtgever heeft de afgelopen crisisjaren regelmatig te maken gehad met vechtcontracten en abnormaal lage inschrijfprijzen (ali). Die cultuur is nog niet helemaal, voorbij want bij meerdere contracten is afgelopen jaar de zogenaamde ali-clausule toegevoegd, een extra passage dat de bouwer beseft dat extreem laag is ingeschreven.
Bouwers houden een boterham over
Maar over de volle breedte stijgen de prijzen en ziet Voppen weer reële inschrijfprijzen, waar bouwers een boterham aan kunnen overhouden. Hij verwacht dit jaar zo’n 70 miljoen euro extra kwijt te zijn door stijgende prijzen. De spoorbudgetten gaan omhoog: enerzijds door de stijgende prijzen, maar vooral door het toenemend aantal projecten. Beide trends zullen doorzetten, is de verwachting. Om de werkstroom enigszins te kanaliseren, is samen met de markt en het ministerie een langjarige spoorplan gemaakt. Dit moet voorkomen dat een aanbestedingsprop ontstaat met hoge prijzen, omdat de capaciteit op de markt achterblijft bij de vraag.
Was dat al nodig?
“Nog niet direct, want het aantal projecten en de marktcapaciteit is nu redelijk in evenwicht. Maar er zitten nog heel veel projecten in de pijplijn. We gaan in het Noorden met 20 projecten aan de slag, maar rond Amsterdam staan ruim 100 projecten op stapel en ook in het Rotterdamse havengebied en rangeerterrein Kijfhoek gebeurt nu al veel tegelijk.
Niemand gelukkig met tenderprop
Niemand wordt gelukkig als de opdrachtenstroom piekt en de aannemers het werk niet aankunnen. Uiteindelijk betaalt dan de belastingbetaler te veel, maar ook ProRail en de aannemers zitten daar niet op te wachten. Om zo’n situatie voor te zijn hebben we samen afspraken gemaakt over wat haalbaar is en wat een goede volgorde is. Daar wilde iedereen aan meewerken. Het was wel een kick om daar een handtekening onder te kunnen zetten.”
Vaker samen optrekken?
“We gaan veel vaker samen optrekken en samen overleggen over wat de beste aanpak is. Bij projecten willen we vaker die samenwerking in contracten vastleggen. Vaker een alliantie aangaan zoals in Zwolle. Of een mini-alliantie waar we grote risico’s samen delen. Van beide kanten –zowel opdrachtgever als opdrachtnemer – is de bereidheid aanwezig om er samen uit te komen en dat is wel eens anders geweest.”
Werk aan het spoor in de Eemshaven. Foto’s: ProRail
Is te merken dat de crisis voorbij is?
“De bouwmarkt trekt over de hele linie aan. Krapte zie je het eerst bij de prijsstijgingen van sommige contracten, te weinig personeel en tekorten aan materiaal. Het lijkt wel of iedereen in Europa tegelijk wissels bestelt. Sommige projecten moeten nu al wachten omdat we niet op tijd de wissels binnen hebben.”
Kunnen jullie nog genoeg nieuwe mensen vinden?
“Meestal lukt dat goed. De contacten met hbo’s en universiteiten is goed en daar komt voldoende instroom vandaan. Met de mbo’s proberen we samen met de spoorsector tot nieuwe afspraken te komen. Er worden wel hele hoge eisen gesteld voordat je maar met een schroevendraaier het spoor op mag. Door deelcertificaten moet het mogelijk worden een opleiding sneller te doorlopen en sneller aan de slag te kunnen. Extra certificaten kunnen dan ook later of in deeltijd worden gehaald. Daarmee hopen we extra mensen te trekken die op het spoor willen werken.“
Hoe gaat het eigenlijk met de onderhoudscontracten (PGO’s)?
“Die lopen eindelijk helemaal op schema. De achterstand bij de aanbestedingen is volledig ingelopen. Daar valt op dat bijna alle contracten wisselen van aannemer. We beseffen dat zo’n wisseling ingrijpend is: niet alleen om het onderhoud na jaren te moeten overdragen, maar vooral ook voor de mensen die al jaren werken op zo’n traject. Het is toch ‘hun’ spoor geworden en ook in weer en wind staan ze klaar om onderhoudsklussen uit te voeren. En het is echt niet elke dag mooi technisch weer. Daar heb ik diep respect voor.”
Portret van John Voppen, Operationeel Directeur ProRail: “Niemand wordt gelukkig van teveel werk tegelijk op de markt”
De hoge snelheidslijn blijft een zorgenkind?
Onze topman heeft vorig jaar een pleidooi gehouden om alle onderhoud van de HSL bij ProRail onder te brengen om de prestaties op dat snelle spoor te verbeteren. Maar er loopt een dbfm-contract met Infraspeed (BAM en Siemens), een contractvorm die op geen enkele manier flexibel is. Openbreken van zo’n contract kan misschien op termijn.
HSL-contract openbreken nog geen optie
Voorlopig zetten we in op goede afspraken met BAM en Siemens. Zij gaan het onderhoud anders aanpakken. Waar het normale en het snelle spoor elkaar raken, is het meest kwetsbaar voor storingen. Dat proberen we op te lossen met spanningssluizen en wissels en nieuwe afspraken met de machinisten. Het derde kwartaal lijken dat soort maatregelen al te werken, maar het eerste kwartaal van dit jaar was relatief slecht. Afwachten dus.”
En hoe staat het met de betonrot bij de HSL?
Dat is een zorg voor de wat langere termijn. Mogelijk is de levensduur van het beton een stuk korter dan normaal, maar dat levert voor de huidige dienstregeling geen enkel probleem op. Ik heb inmiddels al veel verschillende betonexperts gesproken, maar die zitten zeker niet allemaal op een lijn. Duidelijkheid over het vervolg is er dus nog niet.”
Is er al wel duidelijkheid over de status van ProRail zelf?
In het regeerakkoord staat dat ProRail een ZBO onder het ministerie moet worden. Wij zien weinig voordelen en verliezen niet graag onze zelfstandigheid, maar hebben zo’n besluit te respecteren. En als het dan toch moet, dan maar op een zorgvuldige manier die zo min mogelijk impact heeft op het spoor en onze organisatie. We besteden liever onze aandacht aan een mooi en robuust spoornet, waar punctueel gereden kan worden. Dat heeft onze prioriteit.”