Bij Cobiax geloven ze niet meer in bollen maar stoppen hele andere dingen in de vloer
bouwbreed Premium 16
Bij Cobiax geloven ze niet meer in bollen maar stoppen hele andere dingen in de vloer
De bollen in hun systeemvloeren en breedplaten waren meestal afgeplat. Een soort Goudse kazen. Op de vakbeurs BAU in München lanceert Cobiax een heel ander gewichtsbesparend element, dat zich veel gemakkelijker laat plaatsen in elke bekisting.
Hij doet er nog geheimzinnig over. Want de introductie vindt pas in januari plaats. Cobiax-directeur Volkmar Wanninger wil mensen lokken naar de stand op de BAU München, maar nog niet verklappen wat ze daar te zien krijgen. Het is een nieuw gewichtsbesparend element waarvan het hem hem niet zou verbazen als het de twee bestaande producten, de bollen en de ‘kazen’ uit het assortiment zouden verdringen. “Al gaat dat natuurlijk nooit van de ene op de andere dag. Mensen zijn gewend aan bepaalde oplossingen. Kennen de rekenregels en vertrouwen op de toelatingen.”
Eén ding wil hij kwijt: “Het zal een vorm zijn die het veel makkelijker maakt de elementen met de juiste onderlinge afstand te plaatsen. De afstandhouders zijn als het ware geïntegreerd. Dat scheelt veel werk op de bouwplaats.”
In Duitsland worden de ‘bollen’ los op de bouwplaats aangevoerd
In Duitland worden de Cobiax-kazen anders dan in Nederland niet op nog af te storten breedplaatvloeren aangeleverd, maar komen als losse helften aan op de bouwplaats. Daar worden de twee schalen op elkaar geklikt en verbonden aan een soort tralieligger. Die samengestelde bollenliggers worden in de bekisting geplaatst en daarna wordt hetbeton voor de vloer in één keer gestort. “We zijn in Duitsland nou eenmaal minder ver met de prefabricage van betonelementen dan in Nederland”, verklaart hij. “Jullie gaan sneller”.
Door die tralieligger is de onderlinge afstand van de Cobiax-elementen in één richting verzekerd, maar in de andere richting nog niet. En dat vergt op de bouwplaats nog wel wat stelwerk. Wanninger: “Dat valt in de praktijk vaak tegen. Het positioneren kost altijd meer tijd dan aannemers vooraf inschatten.”
Door geïntegreerde afstandhouder liggen de elementen altijd goed
Met het nieuwe element zijn dat soort verrassingen van de baan. De geïntegreerde afstandhouders zorgen ervoor dat de gewichtbesparende elementen altijd op precies de goede onderlinge afstand in de vloer terecht komen. Een kind kan de was doen, verzekert de Cobiax-directeur.
Eén ding zal hetzelfde zijn aan de nieuwe Cobiax-elementen: ze zijn samengesteld uit twee helften die in elkaar worden geklikt. In elkaar gestapeld komen ze heel compact op de bouwplaats. En dat is een groot voordeel ten opzichte van een concurrent als BubbleDeck, verzekert Wanninger: “Wij kunnen in een paar containers alle elementen voor een hele kantoortoren aanvoeren, waar je voor bollen voor elke 200 vierkante meter vloer oppervlak een container nodig hebt. Zeker vijf keer zoveel. Dat heeft te maken met hun productiewijze waarbij de kunststof bollen uit één stuk worden geblazen. Maar als je dan in Dubai een hoteltoren realiseert ben je containers vol met lucht over de wereld aan het verschepen. Dat is niet heel efficiënt. En ook niet duurzaam.”
Wanninger blijkt goed op de hoogte van de situatie in Nederland. Hij weet van de ingestorte parkeergarage in Eindhoven, de verdenking van de voeg en de heksenjacht op andere projecten die daarna volgde. Zelfs de conclusies van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid bereikten hem al snel. De Nederlandse partner van Cobiax , Gelissen Beton, hield hem goed op de hoogte van de ontwikkelingen. Niet heel verwonderlijk misschien, want voor de herbouw van de ingestorte garage bij Eindhoven Airport ging BAM in zee met de elementen van Cobiax. Daar zijn de bekende kazen verwerkt en zijn de vloerplaten een kwartslag verdraaid ten opzichte van het eerste ontwerp.
In Duitsland geen gevaar voor breedplaatvloerproblematiek
Voor een vergelijkbare problematiek als in Nederland is Wanninger niet bang. In Duitsland worden de vloeren dus in één stuk gestort. Er komt geen prefab onderschil aan te pas waarvan de wapening dienst moet doen als hoofdwapening voor de vloer. Koppelstaven zijn ook niet aan de orde. En er wordt evenmin gewerkt met zelfverdichtend beton, wat hechtingsproblemen op kan leveren.
Wat de exacte uitkomst van de discussie in Nederland zal zijn weet Wanninger ook niet precies. “In elk geval niet het afschaffen van gewichtsbesparende elementen”, weet hij zeker. “Daarvoor zijn de voordelen te groot. Het zou zonde zijn om dat te laten liggen. Net als in Nederland vormen certificeringssystemen als Leed en Breeam een grote stimulans om gewichtsbesparende elementen toe te passen. Het levert duurzaamheidspunten op omdat er aanzienlijk minder beton nodig is. Behalve in de vloeren werkt dat door in de kolommen en de fundering. Het tikt echt aan.”
In Duitsland beweert Wanninger met Cobiax marktleider te zijn. Er zijn bij onze oosterburen nog een paar spelers actief, zoals Nautilus en U-boot. Maar niet BubbleDeck, dat begon met de bollenvloeren en in de rest van de wereld marktleider is. “In feite zijn wij voortgekomen uit BubbleDeck”, vertelt hij met enige schroom. Maar verder wil hij daar niets over kwijt. BubbleDeck is op de Duitse markt niet actief. Cobiax zelf overigens ook nog niet heel lang. De Duitse toelating voor dat eerste systeem dateert ook pas van 2010. Meer dan tien jaar eerder werd in Nederland al de Rotterdamse Millenniumtoren met de bollenvloeren van BubbleDeck gebouwd. Wanninger: “Maar dat heeft dus te maken met die voorsprong van jullie prefab beton industrie, waar ik het al eerder over had”.
Meerkosten snel terugverdiend
En dat nieuwe lichtgewicht element waar iedereen dus gespannen naar uit moet kijken? “Dat wordt in aanschaf misschien ietsje duurder”, voorspelt Wanninger. “Maar dan hebben we het echt over een fractie. Bovendien is de verwerking op de bouwplaats dus echt een stuk simpeler, dus dat verdienen aannemers snel terug. En het komt beschikbaar in maten voor dunne vloeren van zo’n 25 centimeter dikte tot de dikkerds die richting een meter gaan. “ En verder verklapt Wanninger nog niks. Helemaal niks. “Laten de mensen maar naar de BAU komen.”