McKinsey: Bouwers lopen onredelijk veel risico bij Rijkswaterstaat
infra Premium 2329
McKinsey: Bouwers lopen onredelijk veel risico bij Rijkswaterstaat
De Beatrixsluis is een van de lopende grote dbfm-contracten van Rijkswaterstaat. Foto: Hollandse Hoogte
De contracten van Rijkswaterstaat zijn te risicovol voor bouwers. Marktwerking dreigt daardoor verloren te gaan. Dat blijkt uit een concept-rapport van Rijkswaterstaat over de uitdagingen in de gww-sector, dat Cobouw in handen heeft. “Actief ingrijpen lijkt nodig.”
Het aantal inschrijvingen bij grote projecten loopt achteruit. Bouwers worden selectiever en haken vaker af. Dat was al het geval bij de Zuidasdok en de Blankenburgtunnel, maar werd vooral duidelijk toen kort na elkaar zowel VolkerWessels als BAM uit de lopende tender van de ViA15 stapten.
Valkuil Zeesluis IJmuiden
Niemand wil meer in een valkuil als de zeesluis IJmuiden stappen, waarbij de bouwers opdraaien voor 200 miljoen euro verlies door een ontwerpfout. Maar hoe moet het dan wel? Rijkswaterstaat wil samen met de markt kijken naar oplossingen voor de periode tot 2030 en heeft daarom een analyse laten maken door consultantsbureau McKinsey.
Terugdeinzen
Een belangrijke conclusie is dat infra-contracten voor grote, complexe projecten te veel risico’s bij de markt leggen, waardoor bouwers opdraaien voor de verliezen en tegenvallers bij de uitvoering. Een praktijk waar bouwers steeds vaker voor terugdeinzen.
Contractvormen RWS (periode 2010-2018)
DBFM 16 x 38%
DBM 2 x 6%
D&C 180 x 41%
E&C 80 x 3%
PDC 1x 3%
Prestatiecontract 116 x 6%
Onderhoud E&C 76 x 3%
Bron: Rapport Toekomstige Opgave Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat zou actief moeten ingrijpen om het tij te keren en kan daarbij een belangrijke aanjagende rol spelen, is de conclusie. Alleen dan is de transitie mogelijk om tot een “financieel gezonde, concurrerende en innovatieve sector” te komen die de nieuwe andersoortige opgave aankan.
Drie ingrepen
In het discussiestuk staan drie concrete maatregelen om de risico’s te verlagen. Rijkswaterstaat kan projecten verkleinen of een ‘twee-fasen-proces’ introduceren door ontwerp- en uitvoeringsfase los te knippen.
Ten tweede kan de opdrachtgever innovatie aanjagen door portfoliocontracten te introduceren en meerdere gelijksoortige projecten te bundelen. Bouwers kunnen binnen die contracten rekenen op beloning voor aantoonbare verbeteringen. Tot slot moet Rijkswaterstaat meer contracteisen voorschrijven om innovatie, duurzaamheid of circulariteit af dwingen. Ook de introductie van alliantiecontracten bij ingewikkelde opgaves zou koudwatervrees bij de bouwers kunnen wegnemen.
“The next step”
Het zijn stuk voor stuk aanbevelingen waar bouwdirecteuren al jaren op aandringen, maar waar de opdrachtgever nu naar neigt. Rijkswaterstaat ontkent een knieval te maken, maar wil wel samen met de markt een nieuwe koers inslaan die past bij de toekomstige bouwopgaves.
Meer productiviteit door best practices
(% kostenbesparing)
Wet- en regelgeving basis
Samenwerking en contracten 6-7%
Design & engineering 7-10%
Inkoop & supply chain 3-5%
Uitvoering op locatie 4-5%
(Digitale) technologieën 4-6%
Vaardigheden ontwikkelen 3-5%
Cumulatieve impact 27-28%
Bron: Rapport Toekomstige Opgave Rijkswaterstaat
Het rapport maakt veel los binnen de gww-sector. Grote vraag is nu welke conclusies Rijkswaterstaat gaat overnemen. De opdrachtgever voert daarover deze weken gesprekken met de markt en deelde het rapport ook met Cobouw.
HID Grote Projecten Jean-Luc Beguin kan nog niet zeggen welke keuzes worden gemaakt, maar benadrukt dat alle mogelijke oplossingsrichtingen op tafel komen. Hij ziet het concept-rapport als basis voor “the next step” in de nieuwe inkoopstrategie van Rijkswaterstaat.