cobouw
Het project in Brunsbüttel wordt uitgevoerd door BAM Civiel en Wayss & Freytag, een Duitse dochter van BAM. Het project omvat de bouw van een vijfde zeesluis tussen rivier de Elbe en het kanaal naar Kiel. De sluis wordt 360 meter lang, 45 meter breed en 14 meter diep. De bouw van de sluis is onderdeel van de renovatie van het honderd jaar oude, door keizer Wilhelm I geïnitieerde sluiscomplex.
Twijfels over fundering
De bouwopgave is complex, kondigde BAM vooraf aan. “Niet alleen qua technische diversiteit en uitvoering, maar vooral vanwege het werken met groot materieel op het water, de enorme afmetingen van de materialen en de uitvoering op een eiland met eigen betoncentrale. We bouwen op een postzegel en er is geen mogelijkheid om uit te wijken. Dit maakt van de logistiek, de planning, het transport en de opslag, een uitdagende puzzel. Waar je de meeste bouwplaatsen gewoon op- en af kunt rijden, is dat op een eiland lastiger” vertelde Gerben Turkstra van BAM Infra bij aanvang van het project.
Om te voorkomen dat er schade aan de bestaande sluizen ontstaat, gebruikt BAM trillingsarme en trillingsvrije funderingstechnieken. Eerst wordt voorgeboord, waarna een steunvloeistof in de grond verdwijnt gevolgd door de funderingspaal.
Het project in Brunsbüttel wordt vooral op kosten gejaagd en vertraagd doordat er twijfels zijn over de gekozen funderingstechniek die moet garanderen dat de sluis minstens honderd jaar meekan. In het bouwplan staat dat er 2.700 palen van 50 meter lengte gebruikt worden. Met behulp van jetgrouten worden ze aangebracht. Deze funderingstechniek is relatief nieuw. Het materiaal van de palen moet volledig afgestemd worden op het water en de grond waarin ze terecht komen. Die grond bestaat uit slib, zand, grind en keileem.
Proefpalen met ongewenst resultaat
In 2015 zijn er met twintig palen proeven gedaan. Het resultaat was onbevredigend: de randen van de palen bleken een te lage betonsterkte te hebben. In het najaar van 2016 moesten de eerste palen eigenlijk de grond in. De Duitse rekenkamer verwijt het ministerie van transport vanaf het begin vast te hebben gehouden aan een funderingstechniek die zich onvoldoende bewezen heeft.
Bestuursvoorzitter Rob van Wingerden zei vorig maand dat BAM met de Duitse opdrachtgever een verschil van mening heeft over wie opdraait voor de meerkosten van het veranderen van de reikwijdte van het infraproject. Ook is er discussie wie verantwoordelijk is voor het ontwerp en klaagt BAM dat de opdrachtgever te lang draalt met sommige beslissingen. Het project is volgens hem halverwege en een vertraging van “minstens een jaar” hebben.
Een onafhankelijke arbiter heeft BAM in het gelijk gesteld dat het bouwconcern de vertraging niet aangerekend kan worden, zei de topman. In Duitsland duurt de financiële afwikkeling echter heel lang, mopperde Van Wingerden. Vooral bij publieke opdrachtgevers. Hij verwacht dat die arbitragezaken niet vruchteloos zijn. “Het zou me niet verbazen als de helft hiervan terugkomt.” Al kan dat volgens de topman door gerechtelijke procedures nog jaren duren.
Markus Koch, bestuursvoorzitter van BAM Duitsland, aan de kant gezet
Markus Koch (links) vertrok deze week als bestuursvoorzitter van BAM Duitsland. Ook financieel directeur Patrick Snippe (rechts) vertrekt. Albrecht Häberle (midden) blijft. Koch wordt opgevolgd door Jan Wierenga, die eerder directievoorzitter was van BAM Civiel en Wayss & Freytag. Wil de Kort volgt Snippe op.
Nadat het verlies in Duitsland aan de oppervlakte kwam, kondigde BAM aan maatregelen te gaan nemen. Het hoofd van BAM Duitsland, Markus Koch, werd deze week aan de kant gezet; hij zat sinds 2016 op zijn post. De Duitse markt is volgens BAM stabiel met goede vooruitzichten: er zijn veel infraprojecten voor publieke opdrachtgevers in aantocht. Maar in Duitsland is er ook veel concurrentie, stijgen de bouwkosten hard en is er een groot gebrek aan personeel, waarschuwde BAM in het laatste jaarverslag.
Dat laatste bleek ook uit het onderzoek van de rekenkamer. Belangrijke sleutelposities, zoals planning en controlling bleven lange tijd onbemand, omdat vacatures niet ingevuld konden worden door de krappe arbeidsmarkt. De druk op de het personeel werd volgens het onderzoek zo groot, dat het ziekteverzuim steeg en er fouten op het project werden gemaakt.