Europese windplannen zijn next level'
'Hartstikke mooi' vindt Fred van Beers de Europese plannen voor wind op zee. Hij is topman van Sif, een bedrijf dat funderingen maakt voor deze enorme apparaten. 'Dit vraagt nog een tandje erbij. Van alle partijen.' Volgens hem zullen bedrijven, overheden en netbeheerder nog meer met elkaar moeten samenwerken om de voorspelde groei aan te kunnen.
De Europese Commissie wil dat over dertig jaar 300 gigawatt aan windenergie van zee komt, zo werd donderdag bekend. Nu staat er zo'n 12 gigawatt in de wateren van de Europese Unie. Brussel heeft berekend dat €800 mrd nodig is om alle vergezichten ook werkelijkheid te laten worden. Dat geld moet voornamelijk uit de markt komen.
Monopiles
Van alle Nederlandse beursfondsen profiteert Sif misschien nog wel het meeste van deze Europese ambities. Althans: de verdiensten van het bedrijf uit Roermond zijn vrijwel een-op-een te koppelen aan windparken. Want de kerntaak van Sif is het maken van 'monopiles'. Dat zijn kolossale metalen pilaren die rechtop in zee worden neergezet, waar dan een turbine op wordt bevestigd.
Een enorme toename van het aantal gigawatt — één gigawatt kan ongeveer een miljoen huishoudens van stroom voorzien — betekent fors meer werk voor Sif. Want er zullen ook meer turbines moeten worden geplaatst. En dus ook meer monopiles.
13 megawatt
Hoewel? Turbines worden groter. Sif gaat monopiles leveren aan windpark Doggersbank, de eeuwenoude favoriete visplek van de Nederlandse haringvloot. Daar komen over zeven jaar turbines van 13 megawatt. Ter vergelijking: in windpark Amalia, dat drieënhalf jaar geleden werd geopend, staan turbines van 4 megawatt.
Het is dus niet zo dat een verdubbeling van het opgewekte vermogen, ook een verdubbeling is van het aantal monopiles. 'Misschien is dat een vermenigvuldigingsfactor anderhalf, of 1,3. Maar nog steeds is er groei', zegt Van Beers. 'We maken monopiles voor dieper water.'
Samenwerking
Maar de doelstellingen voor de komende drie decennia vragen vooral een grotere samenwerking van alle betrokken overheden en bedrijven, vindt de topman. Europese regels moeten zo veel mogelijk strakgetrokken worden, zodat bijvoorbeeld vergunningen in alle landen hetzelfde zijn.
'De hele sector moet scherp aan de wind varen om winstgevend te zijn', zegt Van Beers. 'Nu staat de rente op nul, dus zijn de financieringslasten laag. Maar dat lijkt me uiteindelijk niet gezond. En met dit soort groeiambities, krijg je ook andere investeringen.'
Opslag
Concreet hoopt hij dat de grote spelers uit de industrie bij elkaar komen. Van Beers: 'Er zijn bijvoorbeeld maar een paar turbinebouwers, dus zo groot is deze sector ook weer niet.' Deze bedrijven, samen met de netbeheerders en afgevaardigden van de politiek, zouden zich dan alvast moeten richten op de fysieke knelpunten die de enorme hausse aan elektriciteit hoe dan ook met zich meebrengt. 'Want de grootste hobbel is het opslag en transport van energie.'
Daar moeten plannen voor komen, vindt Van Beers, en uiteindelijk ook infrastructuur: kabels en leidingen. Waterstof wordt alom gezien als een van de beste manieren om het overschot aan stroom tijdelijk op de slaan. De elektriciteit wordt omgezet in waterstof, wat op een ander moment weer in elektriciteit kan worden omgezet. Daarnaast kent waterstof een scala aan toepassingen in transport en industrie. Alleen: op dit moment is het amper beschikbaar.
Wapenwedloop
Toch vormen de steeds grotere turbines wel degelijk een hoofdbreken. Turbines worden hoger, bladen worden langer, de bouwwerken in hun geheel zwaarder. Het is een soort wapenwedloop voor ingenieurs, waarbij ze stoeien met de natuurkundige grenzen, weet Van Beers. Dat raakt ook Sif.
'De diameter van de monopiles wordt groter. Dat maakt de wijze van produceren weer lastiger. De hijscapaciteit van kranen, de hoogte van de hallen, dat zijn allemaal zaken waar er tegenaan lopen. En wij niet alleen, dat geldt voor de hele industrie.'
Next level
Want het scheelt nogal of een hal van vier meter moet worden opgehoogd naar zes meter, of van negen meter naar elf meter, zegt Van Beers. 'Dat laatste is veel duurder. Maar het zijn wel zaken waar de hele industrie naar kijkt.' De fabrikanten van bladen, de fabrikanten van gondels, en dus ook de maker van monopiles uit Roermond: allemaal zullen ze doorrekenen hoe ze hun productieproces moeten aanpassen op de nog weer grotere turbines.
En dat hangt toch allemaal samen met de plannen van Europa: 300 gigawatt aan wind op zee in 2050. Van Beers: 'Dat is echt next level.'