ABN Amro-top torpedeerde gezamenlijk witwasonderzoek met justitie
STEFAN VERMEULEN
De top van ABN Amro weet al in 2014 dat witwassen een groeiend probleem is voor de bank. Toch besluit de raad van bestuur, onder leiding van Gerrit Zalm, een geheim onderzoeksproject in samenwerking met justitie stop te zetten. De bank houdt het project op het allerlaatste moment tegen. Dit blijkt uit vertrouwelijke documenten in handen van Follow the Money.
Bij de medewerkers van het Openbaar Ministerie (OM) is de verbazing groot, op maandag 23 juni 2014. Ruim een jaar lang hebben ze samengewerkt met een club mensen van ABN Amro, ter voorbereiding op een gezamenlijk onderzoeksproject bij de bank.
De betrokkenen omschrijven het als een big data-onderzoek: door de financiële gegevens van een grote groep criminelen in kaart te brengen en te analyseren, hopen ze meer inzicht te krijgen in de manieren waarop witwassers zich gedragen. Welke bankproducten gebruiken ze, welke transacties voeren ze uit, hoe vaak en waar nemen ze geld op, enzovoort. Het gaat erom de patronen van frauduleus gedrag te leren herkennen. Die kennis kan de bank vervolgens in de eigen systemen gebruiken en zo criminele klanten er eerder uitpikken, is het idee.
Volgens ABN Amro is die kennis hard nodig. ‘Het plegen van financieel-economische criminaliteit wordt steeds verfijnder,’ schrijven de betrokken bankiers in een vertrouwelijk document dat in handen is van Follow the Money. ‘Bij de bestrijding van onder meer witwaspraktijken is inzicht in criminele geldstromen [...] van essentieel belang. De bestrijding van deze vorm van criminaliteit vraagt om nieuwe onderzoeksmethoden.’
Parkeerplekken zijn gereserveerd
Het interne onderzoek staat gepland voor de volgende dag, dinsdag 24 juni. Het moet plaatsvinden op het hoofdkantoor aan de Amsterdamse Zuidas. Ook adviesbureau PwC is bij het project betrokken, evenals een aantal IT-experts. Drie data-analisten van ABN Amro hebben zich grondig voorbereid, de parkeerplekken zijn gereserveerd.
Maar nu het bijna zover is, ziet de bank ineens beren op de weg. ABN Amro is bang om ‘zeer negatief in de pers’ te komen, mailt een betrokken bankier op 23 juni aan het OM. Het delen van klantgegevens met externe partijen, waaronder het Openbaar Ministerie, ligt gevoelig vanwege privacywetgeving. De bankiers vrezen dat hun medewerking aan het dataproject op straat komt te liggen; dat zou de bank klanten kunnen kosten.
Beren op de weg: ABN Amro is bang ‘zeer negatief in de pers te komen’
Het project mag daarom wel doorgaan, maar het OM mag er na afloop niets over publiceren. Zelfs niet in een vertrouwelijk rapport waarin de naam van ABN niet wordt genoemd. ‘De bank is akkoord met het delen van de resultaten met het OM, maar niet met het feit dat er gepubliceerd wordt omtrent het proces,’ mailt bestuurslid Caroline Princen op 23 juni aan hoofdofficier van justitie Vincent Leenders, die het project namens het OM leidt. ‘Wij willen geen risico lopen dat bekend wordt dat de bank aan dit proces heeft meegewerkt.’
Dat is een lastig verzoek, want het OM heeft de samenwerking juist opgezet om de resultaten te delen met een beperkt aantal andere partijen. Strikt vertrouwelijk en zonder ABN Amro specifiek te noemen. Het komt bovendien uit de lucht vallen: directeur veiligheid en integriteit Adriaan van Dorp, die het project namens ABN Amro leidt, stemde eerder in met het vertrouwelijk delen van de resultaten. De geheimhoudingsovereenkomst die de betrokkenheid van ABN Amro buiten beeld moet houden, ligt al klaar.
‘Begrijpelijk dat de leerervaring niet exclusief voor ABN Amro is, maar juist ten behoeve van alle betrokken partners. Zo hebben wij het bedoeld,’ mailde hij in februari 2014 aan het OM. ‘Naar mijn mening geen “showstoppers”, maar een kwestie van het uitwerken van een paar technische details.’
Maar de bank krabbelt terug. Een medewerker van het Openbaar Ministerie voert nog een ‘vriendelijk telefoongesprek van een half uur’ met de bedrijfsjurist van de bank, maar daarin ‘hebben de ABN-jurist en ik helaas moeten concluderen dat wij er op dit punt nu samen niet uitkomen,’ mailt hij aan andere betrokkenen. Het interne onderzoek bij ABN Amro is van de baan.
"De verdenking opent de deur naar vervolging van bankbestuurders, onder wie Gerrit Zalm"
ABN Amro ligt bij justitie onder het vergrootglas. Het OM doet sinds september 2019 onderzoek naar de vraag of de bank wel genoeg deed om witwassen te voorkomen. Begin deze week onthulde De Telegraaf dat het justitieel onderzoek is uitgebreid met de verdenking van ‘schuldwitwassen’: de bank had moeten weten dat bepaalde transacties niet in de haak waren, maar deed er toch niets tegen.
Deze verdenking opent de deur naar vervolging van de betrokken bankbestuurders, onder wie oud-topman Gerrit Zalm. De kans is aanwezig dat zij persoonlijk worden vervolgd, net als Ralph Hamers bij ING. Op schuldwitwassen staat maximaal twee jaar cel of een boete van 87.000 euro.
Verfijnde methodes
Het Financieele Dagblad schreef eerder dit jaar dat het OM-onderzoek zich met name richt op de periode 2013-2018. Uit de stukken in handen van Follow the Money blijkt nu dat ABN Amro aan het begin van dit tijdperk actief met justitie samenwerkte om witwassen te voorkomen. De bank erkent de problemen. Zo schrijven bankiers op 18 februari 2014 in een interne notitie dat ‘criminelen steeds vaker gebruik maken van verfijnde methodes’ op het gebied van financiële fraude.