Bouwsector zet al vol in op houtbouw
Duurzaam bouwen Al een jaar woedt er een debat over de duurzaamheid van houtskeletbouw ten opzichte van beton. Terwijl de politiek wikt en weegt, heeft de markt al gekozen.
Sjoerd Klumpenaar
14 februari 2022
Leestijd 4 minuten
Hout in de bouw in Edam (links) en in de wijk Oosterwold in Almere, waar ‘nul-op-de-meterhuizen’ worden neergezet. Onderwerp van debat is nog hoe klimaatvriendelijk bouwen met hout eigenlijk is.
Hout in de bouw in Edam (links) en in de wijk Oosterwold in Almere, waar ‘nul-op-de-meterhuizen’ worden neergezet. Onderwerp van debat is nog hoe klimaatvriendelijk bouwen met hout eigenlijk is. Foto Barton van Flymen / ANP / HH en Michiel Wijnbergh
Jarenlang was het zwoegen voor Eric de Munck. Als vertegenwoordiger van branchevereniging Centrum Hout hoorde hij tijdens werkbezoeken aan gemeenten, projectontwikkelaars en bouwbedrijven steeds dezelfde terughoudendheid over houtbouw. „Altijd maar die vragen over brandgevaar, isolatie, beschikbaarheid van het materiaal. En toen was daar drie jaar geleden die VPRO-documentaire, en snapte iedereen het plotseling.”
De Munck doelt op de uitzending van het VPRO-programma Tegenlicht. In het najaar van 2019 ging de aflevering ‘Houtbouwers’ over de potentie van hout als bouwmateriaal van de toekomst. In de sector gonsde het verhaal direct rond. „Ineens vielen alle kwartjes de goede kant op. Opdrachtgevers kwamen naar óns toe met vragen over hoe ze houtconstructies konden toepassen, en of wij wilden meedenken over een duurzaam alternatief voor beton”, zegt De Munck. „Alle grote bouwbedrijven hebben nu een hout-tak. Dit gaat niet meer weg.”
Bouwen met hout is al langer de praktijk in onder meer Scandinavië, Duitsland en Oostenrijk. In het ‘versteende’ Nederland, waar sinds de oorlog baksteen en beton de norm zijn, wint de houtbouw langzaam terrein. 3.750 nieuwbouwwoningen, 5 procent van de totale nieuwbouw, bestond in 2021 geheel of deels uit hout.
Bij houtskeletbouw is het casco van hout, in plaats van staal of beton. Het is vanwege de lichtheid vooral geschikt voor grondgebonden woningen en minder voor hoogbouw. Met cross laminated timber (CLT), grote en stevige panelen van kruiselings op elkaar gelijmde houtlagen, kunnen ook gebouwen met meer dan zes verdiepingen worden gemaakt.
Behalve de Tegenlicht-aflevering helpt het volgens Pablo van der Lugt, houtbouwdeskundige bij de TU Delft, ook dat de laatste jaren veel onderzoek is gedaan naar hout in de bouw. Naast de milieuvoordelen kent hij genoeg praktische redenen waarom hout een goed alternatief kan zijn voor beton. „Hout is vijf keer lichter en dus met veel minder uitstoot te vervoeren en op de bouwplaats sneller te plaatsen. Je hoeft ook niets te gieten en er komt nauwelijks CO2 en stikstof vrij bij de productie. Daarbij kun je het hout op een fabrieksmatige manier verwerken, waardoor je sneller kunt bouwen met minder mensen en lichter materieel.”
De grootste winst van hout is dat het een hernieuwbare grondstof is. Het naaldhout dat in de Nederlandse bouw wordt gebruikt, groeit vanzelf terug en bossen in Zweden, Finland, Oostenrijk en Duitsland worden duurzaam beheerd. Daar komt bij dat bomen tijdens hun groei CO2 opnemen, en dit vasthouden tot ze verbrand worden of wegrotten. Ook komt er tijdens de productie van houtproducten nauwelijks CO2 vrij. Wordt de boom tot planken verwerkt, dan wordt de CO2 als het ware ‘vastgezet’ in de houten constructie.
Discussie over milieuscore
uwen. Dus met zowel gerecycled beton als hout.”