Nederlandse veevoerfabrikant ForFarmers verdient zijn geld steeds meer in het buitenland
De veestapel blijft krimpen. Dus is er weer minder veevoer nodig. Dat merkt veevoerconcern ForFarmers. In het eerste halfjaar alweer 6,3 procent minder dan dezelfde periode vorig jaar. En zo gaat dat al een hele tijd. Dus zoekt het concern de winst steeds meer in het buitenland ‘waar de discussie over vlees en zuivel minder woedt dan in Nederland’.
Lex van Kooten 10-08-23, 16:10 Laatste update: 10-08-23, 17:36
ForFarmers, dat naast het hoofdkantoor in Lochem ook vestigingen in Almelo en Delden heeft, publiceerde vanmorgen de halfjaarcijfers en die stemmen nou niet vrolijk. De brutowinst halveerde naar zo’n 20 miljoen. Het bedrijf schrapt 100 van de 2500 banen en zet ook het mes in het aantal managementposities. De veevoederfabrikant zag het zware weer eind vorig jaar al aankomen en bedacht een nieuwe strategie, inclusief kostenbesparingen. Dat dat nodig is, zit trouwens niet alleen in ‘lagere volumes veevoer’; ook inflatie en vogelgriep (vooral in het buitenland) deden daar wat in.
Politieke successen BBB
Maar in Nederland knelt het vooral omdat de veestapel krimpt. Alleen al in 2021 7 procent minder varkens, bijvoorbeeld. En dat de Nederlandse supermarkten vorig jaar overgingen op alleen nog scharrelkip scheelt heel veel kippenvoer. Ook bij politieke successen van de BoerBurgerBeweging houdt topman Pieter Wolleswinkel rekening met nog verdere krimp.
Nee, dat het beursgenoteerde Twents-Achterhoekse concern de winst steeds meer in het buitenland zoekt ‘is niet uit weelde geboren’, verklaart manager Theo Schennink van coöperatie FromFarmers. FromFarmers (4000 leden, allemaal boeren) is de grondlegger en tegelijk grootaandeelhouder van ForFarmers. „De Nederlandse markt staat al sinds 2006 onder druk”, zegt hij. Dus is hij alleen maar blij dat ceo Wolleswinkel nu bezig is met de overname van de Poolse kippenvoerfabrikant Piast.
Wil je elke dag de Dagelijkse nieuwsbrief van Tubantia ontvangen via e-mail?
Buitenlandse avonturen van ForFarmers leveren onze boeren keihard geld op
Theo Schennink, manager coöperatie FromFarmers
Het Poolse concern bedient vooral de vleeskuikenmarkt die in Polen meer ruimte krijgt en voor ForFarmers dus meer toekomst heeft dan in Nederland. Piast is goed voor 410.000 ton (410 miljoen kilo) voer per jaar en telt 220 medewerkers op vier locaties. De Poolse mededingsautoriteit moet de overname nog goedkeuren.
Wolleswinkel heeft er ‘alle vertrouwen’ in dat dat wel goedkomt. Daar wel. In Engeland strandden vorig jaar plannen voor een vergaande samenwerking met het Britse veevoerbedrijf 2Agriculture omdat de mededingingsautoriteit dwars lag. In Polen ziet hij dat niet gebeuren omdat de omstandigheden in veel opzichten anders zijn.
Piast is op het totaal nog maar een ‘kleintje’ voor ForFarmers, dat met 2500 medewerkers in vijf landen actief is. Met een afzet van 9 miljoen ton diervoeders per jaar noemt het Lochemse concern zichzelf niet zomaar ‘een vooraanstaand speler in Europa’. De omzet in 2022 bedroeg zo’n 3,3 miljard euro.
De veevoederfabriek van ForFarmers in Lochem.
De veevoederfabriek van ForFarmers in Lochem. © Vincent Jannink
Bijzonder: de buitenlandse avonturen leveren ook de 4000 Nederlandse boeren die lid zijn van FromFarmers klinkende munt op. De boerenleden kunnen op basis van voerafname aandelen kopen: tegenover iedere 1000 kilo voer die zij afnemen, staat een zogenoemd voerequivalent. Dat leverde vorig jaar 3,17 euro dividend op. Een kippenhouder met bijvoorbeeld 100.000 legkippen zou dan maar zo 60.000 euro mogen bijschrijven, rekent Theo Schennink voor. En dat is dan toch serieus geld, wil hij maar zeggen.
Ja, het is ook zo dat het dividend tussen 2021 en 2022 een kolossale duikeling maakte van 4,57 naar 3,17 euro. Maar het kan best zo zijn dat dat dit jaar weer wat meer wordt. Topman Wolleswinkel verwacht in ieder geval dat hij in de tweede helft van het jaar een stuk betere cijfers zal schrijven. „En inderdaad, dat komt voor een steeds groter deel uit het buitenland.”
Voor de boerenleden van FromFarmers is dat misschien een beetje wrange pleister op de wond. Hoewel, zegt Schennink, het bij boeren natuurlijk in de eerste plaats niet gaat om het geld (dividend) maar om de kwaliteit van het voer dat ForFarmers levert.
Blijft Nederland belangrijk?
Volgens Wolleswinkel zal er straks, als ergens na 2030 de wolken rond de stikstofdiscussie, uitkoopregelingen en piekbelasters zijn opgetrokken, ‘een gezonde veehouderij in Nederland’ zijn. „Ik ben ervan overtuigd dat Nederland ook dan voor ons nog een goed verdienmodel oplevert.” Het zal echt niet zo zijn dat het bedrijf dat ooit voortkwam uit een gezamenlijk initiatief van boeren in vooral Twente en de Achterhoek zich dan alleen nog maar op het buitenland richt.
Walter Gerritsen, boer en voorzitter van FromFarmers.
Walter Gerritsen, boer en voorzitter van FromFarmers. © Theo Kock persfotografie
Het niet voor niets, zegt hij, dat ForFarmers een innovatiefonds in het leven heeft geroepen waaruit boeren kunnen putten. Of zoals boer en voorzitter Walter Gerritsen van FromFarmers dat omschrijft: „Duurzaamheid en kostenbeheersing moeten hand in hand gaan.” Innoveren is in ieder geval beter dan saneren, stelt hij.
Eerder vandaag verspreidde Gerritsen nog een verklaring waarin hij nog een sneer uitdeelde aan de regering die boeren nog steeds ‘geen perspectief biedt op een duurzame, toekomstbestendige agrarische sector’. Dat staat investeringen in innovatie en duurzaamheid in de weg. „Wij weten dat onze leden hun verantwoordelijkheid op het gebied van duurzaamheid, dierenwelzijn en voedselkwaliteit zeer serieus nemen. Tegelijkertijd constateren we dat de onzekerheid over terugverdienpotentieel veehouders parten speelt.”
Ondertussen krimpt de veestapel verder. En daalt inmiddels ook het aantal leden van FromFarmers, zegt Schennink. Ook dat gaat hand in hand.
ForFarmers schrapt honderd banen
Veevoederfabrikant ForFarmers schrapt honderd banen als onderdeel van een heel pakket kostenbesparingen en een nieuwe strategie. Dat pakket kondigde topman Pieter Wolleswinkel vorig jaar al aan omdat ook toen de vooruitzichten niet zo heel goed waren. Het bedrijf wil ‘dichter bij de klant’ opereren om ‘slagvaardiger en efficiënter’ te kunnen handelen, zoals het officieel heet.
Per saldo moet dat dus met minder mensen. Volgens Wolleswinkel is de teruggang in banen inmiddels zo goed als gerealiseerd met natuurlijk verloop en vacatures die niet werden opgevuld. Van de honderd banen gaat het in dertig gevallen om managementfuncties die ForFarmers schrapt juist ook om die grotere slagvaardigheid en efficiency te bereiken, zegt Wolleswinkel.