2024 belooft wederom een goed jaar te worden voor Europese banken, zo concludeert zeb, een strategie-, management- en IT- consultancybureau in Europa dat zich specifiek richt op de financiële sector.
“Ons onderzoeksteam ziet 2024 als een overgangsjaar, waarin Europese banken hun hoge winsten grotendeels kunnen vasthouden. Mits zij zich kunnen aanpassen aan de sterk veranderde renteomgeving en het wankele economische herstel”, licht Dennis Biesterveld, Senior Manager / Head Amsterdam Office bij zeb, toe.
Inleenmarge: inkomsten uit depositoactiviteiten blijven historisch hoog
Ten eerste hebben de Europese banken in 2023 de gestegen marktrente slechts in beperkte mate doorgegeven in de rente op de tegoeden op hun betaal- en spaarrekeningen. Omdat de markt dit jaar een normalisering en een verlaging van de korte rente verwacht, ebben deze extreem goede omstandigheden waarschijnlijk weg.
“Maar als we ervan uitgaan dat de banken aan hun huidige voorwaarden kunnen vasthouden, dan blijven hun inkomsten uit de depositoactiviteiten historisch hoog.”
Uitleenmarge: een wankel herstel van nieuw uitgegeven leningen
Ten tweede hebben de hogere marktrentes in 2023 geleid tot een tragere groei van nieuw uitgegeven leningen. De belangrijkste marktindicatoren wijzen erop dat de Europese economie dit jaar niet terugvalt in een recessie, maar eerder een wankel herstel laat zien.
De vraag naar leningen zal zich langzaam maar zeker aanpassen aan het nieuwe langetermijnevenwicht van de financieringsvoorwaarden. Biesterveld: “Voor banken is het de uitdaging om zoveel mogelijk te profiteren van het herstel en tegelijkertijd om de kans op kredietverliezen te beperken.”
Inkomsten uit looptijdtransformatie: beperkt door negatieve rentecurve
Tenslotte hebben banken ook dit jaar te maken met de negatieve rentecurve. De lange marktrentes liggen lager dan de korte rentes, waardoor de kans op het behalen van inkomsten uit looptijdtransformatie nihil is. De markt verwacht dat de situatie in 2024 verder verslechtert.
Pas in februari 2025 komt er een einde aan de negatieve rentecurve, aan één van de langste periodes ooit. Al hangt de precieze ontwikkeling natuurlijk af van de daadwerkelijke ECB-besluiten.