Shell somber over olietekort
12 februari 2008, 7:45 uur | FD.nl
Door: Jessayan, H.;Schrijver, J.
Het mondiale tekort aan olie loopt nog sterker op dan eerder voorspeld. De wereldwijde behoefte zal in 2050 circa 38 mln vaten olie hoger liggen dan nu, terwijl de productie slechts opgevoerd kan worden met maximaal 25 mln vaten per dag. Een gevecht om energie is alleen te vermijden als politiek en bedrijfsleven binnen vijf jaar gezamenlijk met maatregelen komen.
Dat zegt Jeremy Bentham, vicepresident Global Business Environment van Shell International. Bentham, een van de ontwerpers van de toekomstscenario's van Shell, lichtte maandag in Amsterdam toe hoe het olieconcern de toekomst tot 2050 ziet.
'De toekomstige investeringen van de industrie kunnen de explosief groeiende vraag niet bijhouden', aldus Bentham. In 2006 was de wereldwijde vraag naar olie circa 83 mln vaten per dag. Van de geschatte toename van 38 mln vaten per dag in 2050 zijn er pakweg 14 mln vaten voor China en India bestemd.
Sluipende oliecrisis
Bentham trekt de voorspellingen van het Internationaal Energieagentschap (IEA) in twijfel. In zijn jaarlijkse World Energy Outlook voorspelde het IEA eind vorig jaar nog een fysiek tekort aan olie in de periode tot 2015, wat zou kunnen leiden tot een sluipende oliecrisis. Maar Shell is nog somberder over de energiehonger van China en India dan de energiedenktank in Parijs. 'Het IAE heeft de impact van China onderschat.'
Net als het IEA is Shell van mening dat het tekort niet komt door slinkende oliereserves, maar door het tempo waarmee oliereserves nu al in de markt worden aangewend. Het dreigende energietekort heeft volgens Shell ook alles te maken met het trage tempo waarop investeringen vrijkomen. 'We kunnen de ontwikkelingen niet vóór blijven', zegt Bentham.
Twee energielandschappen
Voor de toekomstige energievoorziening tot 2050 gaat Shell uit van twee energielandschappen waarop het concern zijn bedrijfsstrategie baseert: 'scramble' en 'blueprint'. In het eerste scenario probeert elk land zijn eigen energietoevoer te regelen. Hierdoor ontstaat er veel concurrentie op de energiemarkt, een onzekere toekomst en een zeer volatiele olieprijs, aldus Shell.
Om dit 'gevecht om energie' af te wenden, moeten volgens Bentham de oliesector, beleidsmakers en publiek 'voldoende kritische massa' ontwikkelen, zodat binnen vijf jaar de juiste investeringsbeslissingen kunnen worden genomen. 'Alleen dan kan een maximaal haalbaar veranderingstempo worden gerealiseerd.' Bentham: 'Het investeringstempo wordt bepaald door het politieke tempo.'
Nationale energieagenda
Het tweede scenario ('blueprint') is stabieler en kan als voorbeeld dienen. Dit scenario gaat uit van lokale initiatieven die uiteindelijk de nationale energieagenda bepalen. Als voorbeeld noemt Bentham Californië. 'Lokaal energiebeleid werkt de ontwikkeling van schone technologieën daar direct in de hand. Een ontwikkeling die zich snel over de rest van de Verenigde Staten zal verspreiden', zo verwacht Bentham.
Bentham zet verder grote vraagtekens bij het bereiken van een internationaal klimaatverdrag dat landen verplicht hun uitstoot van het broeikasgas CO2 met een vast percentage omlaag te brengen. 'Internationale afspraken met grote vervuilers zoals de VS, China en India komen voorlopig niet van de grond', zegt hij.
Mondiaal akkoord
Die uitspraak staat haaks op het Europese streven om onder de VN-vlag de handen op elkaar te krijgen voor een mondiaal akkoord dat in 2012 het huidige Kyotoverdrag moet gaan vervangen. Bepaalde sectoren, zoals de elektriciteitsbedrijven, worden wel verplichtingen opgelegd omstreeks 2015, zo is Benthams inschatting.