Uittreksel:
Bijlage XVIII van het boekwerk BLEU Douane Gebruikstarief
geeft heel wat nuttige informatie over de BTW op goud, muntstukken en herdenkingsmedailles:
Artikel 1 heeft het respectievelijk over ‘echte parels, natuurlijke edelstenen en dergelijke’.
De volgende artikels belichten:
2.1. Herdenkingsmedailles en munten gemonteerd als bijouterie
Herdenkingsmedailles en goudmunten (ongeacht van welk metaal) zijn, wanneer gemonteerd als bijouterie, onderworpen aan het BTW-tarief van 21 pct.
Invoer van herdenkingsmedailles en munten (ongeacht van welk metaal) gemonteerd als bijouterie en ouder zijn dan 100 jaar (antiquiteiten) : 6 pct.
2.2. Herdenkingsmedailles
Herdenkingsmedailles (ongeacht van welk metaal) die geen voorwerpen zijn voor verzamelingen met een numismatisch belang : 21 pct.
Invoer van herdenkingsmedailles (ongeacht van welk metaal) die, wegens hun ouderdom en hun zeldzaamheid, voorwerpen zijn voor verzamelingen met een numismatisch belang : 6 pct. Herdenkingsmedailles kunnen, voor de toepassing van de BTW, op het ogenblik van hun uitgifte althans, nog niet worden aangemerkt als voorwerpen voor verzamelingen met een numismatisch belang. Dat karakter verkrijgen de herdenkingsmedailles pas na verloop van tijd.
2.3. Muntstukken
De invoer van muntstukken die wettig betaalmiddel zijn en die niet als verzamelobject worden beschouwd, is vrijgesteld van de BTW (BTW-Wetboek, art. 40, § 1, 1° en art. 44, § 3, 9° ). Overeenkomstig art. 44, § 3, 9° van het BTW-Wetboek worden als verzamelobject beschouwd, de munten die normaliter niet als wettig betaalmiddel worden gebruikt of die een numismatische waarde hebben.
Invoer van munten (gouden e.a.) die normaliter niet als wettig betaalmiddel worden gebruikt of die een numismatische waarde hebben (andere dus dan gouden munten die beleggingsgoud in de zin van artikel 1, § 8, van het BTW-Wetboek zijn; z. punt 2.4 hierna) : 6 pct.
2.4. Goud
Invoer van gouden herdenkingsmedailles al dan niet gemonteerd als bijouterie en van gouden munten (andere dan beleggingsgoud in de zin van artikel 1, § 8, van het BTW-Wetboek) al dan niet gemonteerd als bijouterie : z. punt 2.1, punt 2.2 en punt 2.3, hiervoor.
Invoer van alle ander goud (industrieel goud, onbewerkt goud, halffabrikaten, goud onder de vorm van een eindproduct voor industriële of commerciële doeleinden, enz.) : 21 pct. behoudens toepassing van één van de hierna genoemde vrijstellingen inzake BTW.
Vrijgestelde invoer van goud door centrale banken
De invoer van goud door centrale banken is vrijgesteld van de BTW (BTW-Wetboek, art. 40, § 1, 1°, a en art. 42, § 3, 7°). Indien de vrijstelling wordt ingeroepen moet de aangifte ten verbruik in vak 44 de volgende vermelding dragen : “Vrijstelling van de BTW – toepassing van artikelen 40, § 1, 1°, a en 42, § 3, 7° van het BTW-Wetboek”.
Vrijgestelde invoer van beleggingsgoud of goudbaar
De invoer van beleggingsgoud in de zin van artikel 1, § 8, van het BTW-Wetboek is vrijgesteld van de BTW (BTW-Wetboek, art. 44bis, § 1, eerste lid). Indien de vrijstelling wordt ingeroepen moet de aangifte ten verbruik in vak 44 de volgende vermelding dragen : “Vrijstelling van de BTW – toepassing van artikel 44bis, § 1, eerste lid van het BTW-Wetboek”.
Voor de toepassing van het BTW-Wetboek wordt verstaan onder “beleggingsgoud” :
1° goud, in de vorm van goudstaven of plaatjes van een door de goudmarkten aanvaard gewicht, met een zuiverheid van ten minste 995 duizendsten, al dan niet belichaamd in certificaten. De kleine goudstaven of plaatjes met een gewicht van ten hoogste 1 gram worden evenwel niet aangemerkt als beleggingsgoud
2° gouden munten die :
• een zuiverheid van ten minste 900 duizendsten hebben,
• na 1800 zijn geslagen,
• in het land van oorsprong als wettig betaalmiddel fungeren of hebben gefungeerd,
en
• normaliter verkocht worden voor een prijs die de openmarktwaarde van het in de goudmunten vervatte goud niet met meer dan 80 % overschrijdt.
Dergelijke munten worden geacht niet verkocht te zijn wegens hun numismatisch belang.
Bronverwijzing: (BTW-Wetboek, artikel 1, § 8)