Financieel > DFT > Goeroes > Jaap van Duijn

Jaap van Duijn Jaap van Duijn (1943) is voormalig directielid en fondsmanager bij de Robeco Groep.

Schrikken
Roep om de staat
Pensioenen
Meer...

za 21 feb 2009, 08:41 Schrikken
Twingly blog zoekenJouw blog hier

AMSTERDAM - Dat was schrikken, toen het Centraal Planbureau (CPB) afgelopen dinsdag zijn nieuwste ramingen voor de Nederlandse economie bekendmaakte. Een bruto binnenlands product dat met 3,5% afneemt en een werkloosheid die in 2010 naar 8,75% stijgt.

Wat een met veel onzekerheden omklede vooruitblik was, werd binnen een paar minuten voor radio- en tvmakers een feit: ’Economie krimpt met 3,5%’. Bij radio en tv houden ze niet van nuances. Alles moet simpel blijven. Trouwens, ook in een dagblad las ik de volgende dag: ’Sinds 1931 is de economie niet meer zo sterk gekrompen’. Beschikt deze krant over een helderziende, die nu al weet wat het Centraal Bureau voor de Statistiek pas over een jaar bij wijze van eerste schatting kan duiden?

Iedereen die even nadenkt, kan weten dat de voorspellingen die het CPB nu doet hoogst onzekere zijn – de beste schattingen voor dit moment, meer niet. In de eerste plaats moet het natuurlijk opvallen dat het CPB in vijf maanden tijd zijn voorspelling voor de economische groei in 2009 heeft bijgesteld van plus 1,25% (Prinsjesdag), via min 0,75% naar nu min 3,5%. Zo’n ommezwaai in zo korte tijd is nooit eerder vertoond. In feite zegt het CPB: wij tasten ook volledig in het duister.

De raming van nu kan deze zomer weer volledig achterhaald zijn, in negatieve zowel als positieve zin. Er wordt bijvoorbeeld geen enkele rekening mee gehouden dat de scherpe en ongekende verlaging van productie, die het gevolg is van de plotselinge vraaguitval in het najaar van 2008, ertoe kan leiden dat bedrijven over enige tijd hun voorraden weer moeten gaan aanvullen. Dan zou de scherpe val van nu gevolgd kunnen worden door een even scherpe opleving – iets wat na de oliecrisis van 1974/’75 ook gebeurde.

In de tweede plaats draait de sombere voorspelling van het CPB geheel en al om de krimp van de uitvoer. Het bureau raamt dat de relevante wereldhandel met 9,75% afneemt en dat de Nederlandse uitvoer met 10,75% daalt. Dat zijn extreme dalingen. Ter vergelijking: na de oorlog is de uitvoer nooit met meer dan 3% gedaald (dat was in 1975). De grootste daling ooit gemeten was een krimp met 16,6% in 1932. Maar de ontwikkeling van de wereldhandel, en daarmee van de Nederlandse uitvoer, is een tamelijk ongrijpbaar fenomeen. Die hangt af van de economische groei in China en India, van de krimp in Amerika en Duitsland, van de vraag naar olie, staal en chemische producten, van de valutabewegingen van dollar, yen en pond, en nog veel meer.

Het lijkt buitengewoon lastig daarover op dit moment zinvolle ramingen te doen, temeer daar onbekend is in welke mate de groei in China weer aantrekt (nu geraamd op 6% voor 2009), wat de effecten van de vele stimuleringsmaatregelen van overheden zullen zijn en wat lagere olieen grondstoffenprijzen voor de vraag gaan doen.

De uitvoer van Nederland, exclusief de doorvoer (dat wat ingevoerd wordt, maar het land weer even snel verlaat) is ongeveer even groot als de particuliere consumptie. Het CPB verwacht dat die laatste ook een heel klein beetje daalt, maar het uitzonderlijke van de huidige situatie is dat de koopkracht van gezinnen met ruim 2% toeneemt, meer dan in 2007 en 2008! Dit benadrukt nog weer dat de onzekerheid over de Nederlandse economie in 2009 geheel en al voortkomt uit de onzekerheid over de wereldeconomie.