Precies, maar daarbij dient het percentage qua uitgangspunten dan wel aansluiting te vinden bij de memorie van toelichting. En hier is heel sneaky gehandeld.
Het forfaitair rendement in rendementsklasse II (2018: 5,38%; 2019: 5,6%; 2020: 5,33%) is gebaseerd op het rendement van overige bezittingen en wordt jaarlijks voor jaar t als volgt berekend (herijkt). Het percentage wordt gesteld op de som van 53% van het langetermijnrendement op onroerende zaken, 33% van het langetermijnrendement op aandelen en 14% van het langetermijnrendement op obligaties (de kapitaalmarktrentevoet van de jongste Nederlandse 10-jarige staatsobligatie).[12] Steeds is een rendement de bijbehorende rendementsfactor verminderd met 1 (of uitgedrukt in een percentage: deze uitkomst maal 100%). Voor elke categorie wordt de voor belastingjaar t > 2016 gehanteerde langetermijnrendementsfactor berekend als de 15e-machtswortel uit het product van de 14e macht van de voor belastingjaar t-1 gehanteerde langetermijnrendementsfactor en de betreffende gerealiseerde rendementsfactor (de factor waarmee de waarde vermenigvuldigd is) voor het jaar t-2. Voor de toepassing hiervan voor t = 2017 wordt het langetermijnrendement op onroerende zaken, aandelen en obligaties van het kalenderjaar 2016 gesteld op respectievelijk 4,25%, 8,25% en 4%.
Ik ken geen beurs met een gemiddeld dividendrendement van 8,25%. Dividenduitkeringen zijn de enige nettoinkomsten die je als aandelen bezitter kunt krijgen uit het bezit van een aandeel en gedurende het bezit van een aandeel. Dus heeft men hier stiekem gemiddelde langjarige niet gerealiseerde koerswinsten in gestopt. Het gemiddelde dividend rendement van de AEX zat destijds rond de 3,5% en op de andere beurzen lag dat nog lager.
Stukje parlementaire geschiedenis tav het box 3 gebeuren. De Minister van Financiën heeft bij de presentatie en de behandeling van de Wet IB 2001in de 2e Kamer, in de Kamerstukken en de memorie van toelichting nadrukkelijk vermeld aan de Kamer voorgehouden bij de wijziging van de Wet IB niet te willen/zullen overgaan tot een vermogensbelasting of een vermogensaanwasbelasting. Dit kan een ieder gewoon teruglezen.