Analyse
Errol Keyner: Octoplus doet als typisch biotechbedrijf
31-01-2012 | Gepubliceerd 09:56
Beursfonds OctoPlus is geen biotechbedrijf. Het aandeel gedraagt zich wel als zodanig. De firma zelf trouwens ook, signaleert Errol Keyner van de VEB.
Nee, nog meer grijze haren kan bestuursvoorzitter Jan Egberts er niet van krijgen, maar tot vervelends toe moet hij beleggers erop wijzen dat zijn firma OctoPlus niet tot de riskante wereld van de biotechnologie behoort.
Kort door de bocht gezegd, ontwikkelen biotechbedrijven medicijnen via manipulatie van grote, complexe chemische verbindingen, terwijl farmaceuten dit via bewezen, eenvoudig reproduceerbare chemische processen doen.
Biotechnologie ritje kerkhof
Egberts is begrijpelijkerwijs niet blij met het predicaat “biotech”. De mode in beleggingsland kan namelijk grillig zijn. Net als extra korte rokjes, is biotech nu eens hot, dan weer out.
Uiteindelijk ga je meestal nat en sta je als belegger in je blote kont, nadat je voor de zoveelste keer de vingers hebt gebrand aan een aandeel dat is geëindigd op het biotechkerkhof.
Farmaceuten kampen met cellulitis
Farmaceutische bedrijven waren daarentegen tot in de jaren 1990 structureel zeer gewilde beleggingen. Inmiddels zijn ze ongetwijfeld het equivalent van de bloemetjesjurk. Goedkoop, maar weinig opwindend. Een wijde, maximaal verhullende jurk is zinvol, want hun verdienmodel is stevig aangetast door cellulitis.
Door falende productvernieuwing staan mastodonten als Pfizer en Merck al jaren droog. In de tussentijd houden ze krampachtig vast aan patenten op oude producten, die marketingtechnisch zo lang en duur mogelijk worden uitgemolken. Veel meer medicijnen op basis van ouderwetse chemie zijn niet te verwachten.
Uit het spectrum van duizenden biotechbedrijven, richten de farmaceuten hun financiële pijlen op het handjevol dat mogelijk dichtbij een succes staat. Ze hopen daarbij het bedrijf over te nemen, bij voorkeur vlak voor de jackpot rinkelt voor de biotechbelegger. Deze wordt dan met enkele tientallen procenten premie afgewimpeld.
Vaak hebben de farmareuzen eerder al licentiedeals bedongen bij de biotechbedrijven, in ruil voor wat wisselgeld waarmee de dreumes nog enkele maanden vooruit kan kruipen. Het liefst wachten ze tot een biotechfirma financieel met de rug tegen de muur staat, waarna ze de interessante brokken voor een prikkie oppeuzelen.
Dankzij hun diepe zakken, hopen de farmaceuten de kandidaat-medicijnen vervolgens soepel door hun marketingmachine te kunnen laten lopen.
Nichespeler
OctoPlus is farmaceut noch biotech, maar een nichespeler, opererend aan de rand van de farmaceutische industrie.
Het bedrijf is gespecialiseerd in de verfijning van toedieningsmechanismen van medicijnen. Hiermee kan een patiënt een bestaand medicijn efficiënter opnemen, of is toediening ervan minder vaak nodig. Dit laatste beperkt niet alleen de kosten of negatieve bijwerkingen van het medicijn, maar ook andere ellende. Een patiënt met een chronische oogziekte zal zich zelden verheugen op zijn periodieke ooginjectie en is dus gebaat bij een lage frequentie.
Hoe uitzonderlijk dit ook klinkt, OctoPlus lijkt in bijna alles op een standaard biotechnologiebedrijf. Ga maar na. Het heeft nog nooit winst gemaakt, de beloftes zijn hemelshoog, vertragingen zijn aan de orde van de dag, het aandeel is voer voor pennystock-speculanten en het bedrijf ging enkele jaren geleden al bijna kopje onder. Nog steeds strompelt het van kwartaal tot kwartaal, voornamelijk hangend aan de dure geldkraan van welwillende aandeelhouders.
Locteron in alle eeuwigheid
Tot enkele jaren geleden had OctoPlus nog de ambitie zelf medicijnen te ontwikkelen. Met Locteron lag een kansrijk kandidaat-medicijn in de miljardenmarkt tegen Hepatitis C in het laboratorium. Natuurlijk bleek de ontwikkeling van Locteron veel trager en duurder dan voorzien. Trager en duurder dan OctoPlus kon trekken.
Uiteindelijk werd Locteron verkocht aan sectorgenoot Biolex. Gelukkig kan OctoPlus blijven profiteren van toekomstige successen van Locteron, zowel in de vorm van mijlpaalbetalingen bij het bereiken van volgende fase in de ontwikkeling, als royalty’s zodra het medicijn omzet behaalt.
Inmiddels wachten beleggers al meer dan een jaar op een belangrijke mijlpaalbetaling, wanneer Locteron fase III van het goedkeuringsproces bereikt.
Helaas is ook het financiële fundament van Biolex weinig solide, dus het zoekt naarstig naar een suikertante. Wellicht durven de farmaceuten te wachten tot de wanhoop toeslaat bij Biolex.
Het is ook mogelijk dat er helemaal geen poker wordt gespeeld en dat het potentieel van Locteron zwaar is overschat. Uiteindelijk heeft de concurrentie niet stilgezeten. OctoPlus probeert beleggers gerust te stellen met de mededeling dat Biolex heeft aangekondigd in 2012 fase III te beginnen met Locteron.
Tijd gekocht
Ondanks de strategische wijziging enkele jaren geleden, waarbij de onfinancierbare medicijnontwikkeling de deur uitging, terwijl de kostenstructuur en het werken op basis van uurtje factuurtje werden aangepakt, verbrandt de onderneming nog steeds cash.
Noodgedwongen gaf OctoPlus eind oktober afgelopen jaar 8 miljoen aandelen uit. Een verwatering van zo’n 20 procent, waarmee bruto 4 miljoen euro werd binnengeharkt. Hiermee wint de onderneming weer een aantal maanden, totdat de lang verwachte mijlpaalbetaling binnenkomt. Beleggers moeten hopen dat de hoogte ervan in de tussentijd niet is heronderhandeld.
De aandelenkoers van OctoPlus bungelt ondertussen iets boven 50 eurocent, waarmee de marktkapitalisatie nauwelijks 25 miljoen euro is. Een peulenschil vergeleken bij de enorme Hepatitis C markt, maar weggegooid geld indien Locteron doodgeboren blijkt.
Errol Keyner is adjunct-directeur bij de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), maar schrijft dit artikel op persoonlijke titel. De auteur heeft geen positie in OctoPlus.
ednet,bent u ook een
welwillende aandeelhouder?