Staat moet onteigende obligatiehouders SNS Reaal bijna een miljard euro betalen
Ondernemingskamer Begin 2013 werden SNS Reaal en SNS Bank genationaliseerd, nadat zij in problemen kwamen door dochtervennootschap Property Finance.
Steven Musch
februari 2021
Leestijd 2 minuten
De Nederlandse staat moet de onteigende obligatiehouders van de genationaliseerde bank en verzekeraar SNS Reaal ruim 800 miljoen euro betalen, plus rente. Dat heeft de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam donderdag beslist. Aandeelhouders ontvangen geen vergoeding, omdat de aandelen SNS Reaal „geen waarde” vertegenwoordigen, aldus de Ondernemingskamer.
Het ministerie van Financiën laat weten zich te gaan „beraden op de uitspraak”. Het is nog te vroeg om te zeggen of het ministerie in cassatie gaat. Een woordvoerder van beleggersvereniging VEB noemt de uitspraak van de Ondernemingskamer „buitengewoon teleurstellend” voor aandeelhouders. „De obligatiehouders komen er nog redelijk goed vanaf, maar het is erg jammer dat de aandeelhouders na acht jaar met lege handen naar huis gaan. We zagen het wel aankomen dat het weinig tot niets zou worden, maar wij hadden gehoopt op de laatste beurskoers van 84 cent.”
Alles bij elkaar opgeteld komen de kosten voor de Nederlandse overheid neer op bijna een miljard euro, volgens een woordvoerder van de Ondernemingskamer. Dit omdat de schadeloosstelling nog verhoogd wordt met de wettelijke rente (op dit moment 2 procent) vanaf 1 februari 2013 tot aan de datum van de betaling. Dit komt dit ook nog eens neer op tientallen miljoenen tot zelfs meer dan honderd miljoen.
Rechtsbijstand en deskundigen
De staat moet ook nog de kosten van rechtsbijstand en van ingeschakelde deskundigen vergoeden aan de partijen die in het geding zijn verschenen, tot een bedrag van maximaal 1 miljoen euro. In totaal zijn dat 29 partijen, met bedragen die variëren van enkele duizenden tot honderdduizenden euro’s of zelfs een miljoen. Het totaalbedrag hiervan komt uit op ongeveer 5,1 miljoen euro.
Verder moet de overheid de kosten op zich nemen van de door de Ondernemingskamer ingeschakelde deskundigen. Dat komt neer op een bedrag van ruim 3,5 miljoen euro. Het ministerie van Financiën wilde aanvankelijk een maximale schadeloosstelling van 10 miljoen euro betalen - wat later opschoof naar enkele honderden miljoenen euro’s. Maar de Ondernemingskamer heeft nu het oordeel van deskundigen overgenomen die tot een ander oordeel kwamen.
Nationalisering
Begin 2013 werden SNS Reaal en SNS Bank genationaliseerd, nadat zij in problemen kwamen door de vastgoedtak Property Finance. Daarbij werd voor het eerst gebruikgemaakt van de interventiewet, die ingrijpen bij financiële instellingen mogelijk maakt. Beleggers kregen destijds niets omdat hun effecten niets meer waard zouden zijn volgens toenmalig minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem. Voormalige aandeelhouders, obligatiehouders en achtergestelde schuldeisers voelden zich gedupeerd en stapten daarom naar de rechter. In totaal zijn honderden rechtspersonen bij de zaak betrokken.
In 2019 oordeelde de Ondernemingskamer dat moest worden bekeken welk bedrag de aandeelhouders en de obligatiehouders zouden hebben gekregen als SNS Reaal en SNS Bank niet zouden zijn genationaliseerd, maar failliet zouden zijn verklaard. Inmiddels is SNS opgesplitst in een verzekeringsgedeelte (eerst VIVAT, inmiddels ook weer in delen verkocht) en een bank (de Volksbank). Alleen de bank is nog in staatshanden.