@dmem2
Gemeenten wijken uit naar verzekeraars voor financiering
FD; Carel Grol
Gisteren, 17:00 Update: gisteren, 21:23
Nederlandse gemeenten financieren zich steeds vaker via de markt voor onderhandse leningen. Ook de andere instanties met een garantie van de overheid, zoals woningbouwcorporaties en zorginstellingen, halen in toenemende mate geld binnen op die markt.
Afgelopen jaar verstrekte de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank) € 9,2 mrd aan nieuwe langlopende kredieten. In 2013 was dat nog € 11,9 mrd. Volgens BNG Bank moet die daling ‘vooral worden toegeschreven aan de economische omstandigheden’, en aan de vele wet- en regelgeving. Daardoor hebben de klanten van BNG - naast gemeenten ook onderwijsinstellingen, nutsbedrijven en woningcorporaties - een ‘terughoudende opstelling ten aanzien van nieuwe investeringen’, aldus een woordvoerder van BNG Bank. Maar die zegt ook: ‘BNG Bank ziet een toenemende concurrentie van nieuwe Nederlandse en buitenlandse partijen, waaronder institutionele beleggers.’
Bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw werd in 2014 ruim 23,3% van de afgesloten leningen door de ‘buitenstaanders’ verstrekt. In 2012 was dat nog maar 6,5%.
Wetgeving
Volgens Hans Rosenberg, managing partner van OHV in Amsterdam, is de onderhandse markt 'terug van weggeweest'. OHV is een van de grootste bemiddelaars in deze leningen. 'Wij krijgen dagelijks telefoontjes van gemeenten die willen lenen', zegt Rosenberg.
Dat komt enerzijds door de ultralage rente en daarnaast leidde een verandering van de wetgeving tot een toename van het aantal geldverstrekkers. Verzekeraars willen graag geld lenen aan gemeenten, vanwege de relatief hoge vergoeding op het veilige papier. Daarnaast zijn ook provincies met hun overtollige geld een belangrijke geldverstrekker geworden voor gemeenten.
Impliciete staatsgarantie
Aegon Asset Management heeft in enkele jaren een portefeuille aan onderhandse leningen opgebouwd van ‘enkele miljarden’, zegt Eddo van den Bogaard, die er portfoliomanager vastrentende waarden is. De verzekeraar verstrekt wekelijks leningen op de onderhandse markt.
Aegon is happig op deze leningen, vanwege de opslag boven liquide staatsobligaties. Een gemeente is kleiner en betaalt dus een hogere risicovergoeding op de lening. Minstens zo belangrijk is de impliciete staatsgarantie. Gemeenteleningen hebben daardoor een heel beperkt kapitaalsbeslag. Anders gezegd: verzekeraars hoeven weinig buffers aan te houden om te beleggen in leningen van gemeenten of woningbouwverenigingen, terwijl de opbrengst wel hoger is dan die van een gewone staatsobligatie. ‘Ze zijn een goed substituut voor AAA staatspapier’, aldus Van den Bogaard.
Niet buiten Nederland
Het zijn vooral kleinere en middelgrote gemeenten die zich nu vaker onderhands financieren. De echt grote gemeenten hadden altijd al toegang tot de kapitaalmarkt, de kleinere waren veelal aangewezen op de BNG. Voor hen is de onderhandse markt nu een alternatief. ‘Zij hebben zich tien tot vijftien jaar voornamelijk bij de sectorbanken gefinancierd, en komen nu naar de markt’, ziet Van den Bogaard.
In de tijd van de gulden was de onderhandse markt nog kolossaal. Lagere overheden, semi-overheden, de Nederlandse staat, maar ook banken en woningcorporaties: al deze partijen werden in hoge mate gefinancierd door pensioenfondsen en verzekeraars. Buiten Nederland investeren was voor hen geen optie, vanwege het valutarisico.
Maatwerk
Dat risico verdween door de komst van de euro. Verzekeraars gingen hun miljarden over de grens beleggen, gemeenten waren meer aangewezen op de sectorbanken of soms de commerciële banken. Tot de crisis. Sindsdien is er weer een zoektocht naar veiligheid, en zijn de eisen die worden gesteld aan verzekeraars ook enorm verscherpt.
Nog steeds is de markt voor onderhandse leningen niet zeer groot. Het is maatwerk. ‘Met twee keer klikken op de knop koop je een staatsobligatie', zegt Van den Bogaard. 'Leningen van gemeenten of woningbouwverenigingen, dat zijn ingewikkelde contracten, waar juristen bij betrokken zijn. Daar wordt niet makkelijk in gehandeld.’