bron FD :
2BEURS
Olieprijs nu ruim onder langjarig gemiddelde
Marcel de Boer
Vandaag, 11:59
Update: vandaag, 13:01
De prijs voor een vat olie is maandag naar het laagste niveau in dertien jaar gedaald. Amerikaanse olie kost inmiddels $16 minder dan het langjarige en voor inflatie gecorrigeerde gemiddelde, zo blijkt uit berekeningen van analist Kallum Pickering van Berenberg Bank. Hoewel pijnlijk voor sommige sectoren en landen krijgt de mondiale economie er een stevige impuls van, zo verwacht hij.
In reële termen — omgerekend naar Amerikaanse dollars uit 2015 — is West Texas Intermediate-olie nu 35% goedkoper dan de $45 die er gemiddeld sinds 1960 voor neergelegd wordt. 'Wij gaan ervan uit dat de prijs uiteindelijk weer terugkeert naar dat gemiddelde', stelt Pickering. 'Maar de ervaringen in de jaren na 1985 leren dat een langdurige overschatting heel goed gevolgd kan worden door een aanzienlijke periode van onderschatting.'
Leerboeken
Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig tot aan het begin van deze eeuw bewoog het driemaandsgemiddelde dat Pickering hanteert ongeveer op het huidige niveau. Door een forse groei van de vraag uit China en andere opkomende landen steeg de prijs vervolgens naar een piek van $120 per vat in 2008. Precies zoals de leerboeken vertellen, lokte de hoge prijs een aanbodimpuls uit, geïllustreerd door de schalierevolutie in de Verenigde Staten.
Door de stevige groei van het aanbod en een inzakkende groei van de vraag zette in de tweede helft van 2014 de daling in, waardoor de prijs in de herfst van vorig jaar terug was op het langjarige gemiddelde. Het gevecht om marktaandeel maakte olie vervolgens nog een stuk goedkoper.
Hoewel de investeringen in de olie- en gasindustrie inzakken en een vuistregel in de oliemarkt zegt dat één jaar niet investeren, twee jaar prijsstijgingen betekent, denkt Pickering dat een snel herstel van de prijs toch niet voor de hand ligt. De schalierevolutie heeft de regels van het spel veranderd. De 'fracking'-technologie is inmiddels zo goed doorontwikkeld dat olieboeren onmiddellijk hun productie kunnen opvoeren als de prijzen weer stijgen. 'Dat houdt olie ook op de langere termijn betaalbaar.'
Onterechte bezorgdheid op markten
Op de financiële markten worden de ontwikkelingen op de oliemarkt inmiddels met bezorgdheid gadegeslagen. Maar volgens Pickering is dat onterecht. 'Voor meer dan drie kwart van de mondiale economie is goedkopere olie een enorme bonus. Voor Europa en de VS, en ook voor Japan, China en India — allemaal netto-importeurs van olie — betekenen lagere olieprijzen dat mensen meer geld overhouden om te consumeren en dat helpt de groei.'
Brandstof en olie
Verschillen tussen nu en toen olie voor de laatste keer onder de $28 stond
Olie (brent): $ 27,67
25/11/’03: $ 27,94
Benzine: € 1,525
25/11/’03: € 1,139
Diesel: € 1,129
25/11/’03: € 0,795
Euro/dollar: 1,179
25/11/’03: 1,089
Prijzen: maandagochtend 18/01/’16 en dinsdag 25/11/2003.
Bron: UnitedConsumers
Pickering geeft toe dat de prijsval fricties veroorzaakt. Verliezen zijn geconcentreerd en gemakkelijk zichtbaar bij de partijen die afhankelijk zijn van olierendementen. Maar de veel grotere winsten worden opgeraapt door het grote publiek. Het duurt alleen even voordat dit zichtbaar wordt.
Prijsdalingen worden met vertraging doorgegeven, bijvoorbeeld aan de pomp. Bovendien wordt het geld dat gezinnen over houden niet volledig besteed aan andere zaken. Vooral huishoudens met grote schulden, zullen het geld gebruiken om hun rentelasten te verlagen. Uiteindelijk draagt dat stevig bij aan de gezondmaking van de economie.
Vruchten plukken
Het resultaat voor de markten is een J-curve, zegt Pickering. 'Aanvankelijk zullen de zorgen over de verliezers van goedkope olie domineren, maar na verloop van tijd wordt duidelijk dat de mondiale economie de meeste vruchten plukt.'
Ook Erik Nielsen, hoofdeconoom van UniCredit, wrijft zich in de handen. 'Lagere olieprijzen staan gelijk aan een algehele belastingverlaging, vooral in Europa', stelt hij in zijn wekelijkse nieuwsbrief. De econoom benadrukt dat zijn instelling toch al positief is over de Europese economie, maar vanwege de recente dalingen vermoedt hij dat de groei nog wel eens flink hoger uit kan pakken. De binnenlandse vraag trekt op solide wijze aan en compenseert ruimschoots de uitval van vraag uit opkomende landen die hard geraakt worden door de malaise op de grondstofmarkten.