Nederland voorop in wereldwijd reuma-onderzoek
3 uur geleden René Steenhorst
ENSCHEDE - Nederland gaat uniek wetenschappelijk onderzoek leiden naar hoe reumapatiënten wereldwijd over de kwaliteit van hun medische behandeling denken. Doel is inzicht te verkrijgen in welke therapieën waar worden toegepast en of deze behandelingen de patiënt ook echt vooruit helpen.
Het Medisch Spectrum Twente (MST) in Enschede krijgt een sleutelrol in de studie waaraan duizenden ziekenhuizen en miljoenen mensen met reumatische aandoeningen meedoen. Uit Nederland dragen acht ziekenhuizen gegevens aan.
Het langdurige project vindt plaats in opdracht van het International Consortium for Health Outcomes Measurement (ICHOM), een organisatie die dergelijke gezondheidsmetingen ook verricht voor tal van andere ziekten. Het gaat daarbij om aandoeningen die het dagelijks leven en functioneren van grote aantallen patiënten in de wereld beheersen.
Onderzoeksleider prof. dr. Mart van de Laar, reumatoloog en opleider in het Medisch Spectrum Twente is verheugd dat ’zijn’ ziekenhuis is uitverkoren om de kar te trekken. ,,Gezien door de ogen van de patiënt worden de effecten van een reumabehandeling straks in kaart gebracht. Dat is nodig: er blijkt al heel lang een afstand te bestaan tussen hoe de dokter over de behandeling denkt en hoe de patiënt deze beleeft. Door wereldwijd dat verschil in beleving vast te leggen, zijn straks lokaal in landen zonodig correcties mogelijk en zal de reumazorg wereldwijd naar een hoger kwaliteitsniveau getild kunnen worden. Dit onderzoek komt straks iedere reumapatiënt in de wereld ten goede.”
Dat reumapatiënten en behandelaars vaak niet hetzelfde doel in de behandeling voor ogen hebben blijkt ook uit een Nederlandse enquête door marktonderzoeker GfK, in opdracht van een geneesmiddelenbedrijf. De resultaten worden morgen op Wereld Reumadag 2016 bekend gemaakt. Hoewel reumatologen tevreden zijn over de gesprekken die zij met reumapatiënten voeren, denken die daar toch vaak heel anders over.
Artsen focussen zich primair op medicatie en mogelijke bijwerkingen, terwijl het bij patiënten vooral draait om het bestrijden van pijn (70 procent) en het zo goed mogelijk kunnen
functioneren in het dagelijks leven (dat zegt 61 procent). Meer dan de helft is namelijk niet meer in staat bepaalde activiteiten te doen en een kwart kan niet meer werken.