Algemeen overleg Post gepland voor hedenmiddag is geannuleerd. agendapunt was de aanpassing van de postwet.
zie ook brief Kamp aan tweede kamer.
Toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse postsector
Nr. 125 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2016
In het ordedebat van 8 november jl. heeft uw Kamer gevraagd om een brief over het voorstel van bpost aan PostNL voor de combinatie van beide bedrijven en over de uitlatingen van de Minister-President hierover (Handelingen II 2016/17, nr. 19, Regeling van werkzaamheden). In het ordedebat van 2 november 2016 heeft uw Kamer een aantal meer specifieke vragen gesteld over het voorstel van bpost (Handelingen II 2016/17, nr. 17, Regeling van werkzaamheden). Hierbij informeer ik uw Kamer over het voorstel van bpost in relatie tot PostNL en geef ik invulling aan de genoemde verzoeken.
PostNL is een beursgenoteerd bedrijf. Het is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de aandeelhouders om over het voorstel van bpost voor een combinatie van beide ondernemingen een besluit te nemen en aan de Raad van Bestuur (RvB) en de Raad van Commissarissen (RvC) om de aandeelhouders daarover te adviseren. Inmiddels hebben de RvB en de RvC zich uitgesproken over het voorstel van bpost. Beide raden hebben aangegeven het ongevraagde en voorwaardelijke aanbod unaniem af te wijzen. Ook het kabinet heeft serieuze bedenkingen.
Van belang is dat Nederland in de periode 1994–1995 de PTT heeft geprivatiseerd. Vervolgens is het brievenmonopolie gefaseerd afgebouwd. Mede hierdoor heeft PostNL zich ontwikkeld tot een sterk, concurrerend en efficiënt bedrijf met een zelfstandige toekomst. Een overname van PostNL door een bedrijf dat grotendeels in staatshanden is, beschouw ik als een stap terug. Bedenkingen in dit kader worden ook onderkend door PostNL in haar persbericht van vandaag.
Het kabinet bekijkt het voorstel ook vanuit het oogpunt van behoud van werkgelegenheid en van de arbeidsvoorwaarden voor de werknemers. Er dient in ogenschouw te worden genomen dat PostNL één van de grootste particuliere pensioenfondsen beheert en de afgelopen jaren veel energie
kst-29502-125 ISSN 0921 - 7371 ’s-Gravenhage 2016 Tweede Kamer, vergaderjaar 2016–2017, 29 502, nr. 125 1
heeft gestoken in een transitie van werknemers uit de krimpende markt voor brievenpost naar de groeiende markt voor pakkettendiensten of naar ander werk door middel van loopbaanbegeleiding en het investeren in om- en bijscholing. Juist voor mensen in een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt is hierdoor veel werkgelegenheid behouden. Het is van belang dat dit ook in de toekomst kan worden voortgezet.
De Nederlandse overheid heeft een direct belang in relatie tot PostNL omdat het bedrijf via de universele postdienst (UPD) is belast met een wettelijke taak. Betaalbare en toegankelijke postdiensten van goede kwaliteit, zoals gegarandeerd door de UPD, dienen ook in de toekomst geborgd te zijn. Het kabinet zal ook dat perspectief betrekken bij de beoordeling van een eventuele overname.
In het licht van bovenstaande beschouwt het kabinet ook de vragen die zijn gesteld in de ordedebatten van 2 en 8 november 2016. PostNL beschikt over een beschermingsconstructie die in de kern lijkt op die van KPN. Er is een onafhankelijke stichting die zelfstandig in actie kan komen als de continuïteit, onafhankelijkheid en identiteit van PostNL in gevaar is. Het is echter aan de stichting zelf om tot actie over te gaan. Het kabinet heeft zelf ook mogelijke acties in relatie tot een eventuele overname verkend. In de interdepartementale werkgroep economische veiligheid is gekeken in hoeverre er risico’s voor de nationale veiligheid spelen bij een buitenlandse overname van of investering van een buitenlandse partij in de Nederlandse postsector1. Aangezien de postdienst niet is aangemerkt als vitaal proces2 en er geen sprake is van strategische of anderszins gevoelige kennis kan worden geconcludeerd dat aan een buitenlandse overname of investering in de postsector geen risico’s voor de nationale veiligheid verbonden zijn. Dit biedt dus geen directe aanknopingspunten voor een eventuele blokkade van een overname.
Het kabinet zal de komende ontwikkelingen vanwege de in het geding zijnde belangen – een goede werking van de Nederlandse postmarkt, de werkgelegenheid en de borging van de UPD – nauwgezet in de gaten houden. Zo nodig zal zij aanvullende maatregelen verkennen om die belangen veilig te stellen. Het kabinet heeft haar zorgen over de gang van zaken reeds overgebracht aan de Belgische regering, en zal nader overleg voeren met haar Belgische collega’s.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp