Ondanks fikse zorgen over de haperende stroomvoorziening blijft een grootschalige kernramp bij de Oekraïense kerncentrale Zaporizja zeer onwaarschijnlijk, zeggen experts. Met drie veiligheidsmaatregelen is een ramp zoals die in 1986 bij Tsjernobyl te voorkomen.
MAATREGEL 1: VOORKOM EEN BLACK-OUT
“De stroomvoorziening staat bij Zaporizja momenteel onder druk”, zegt Mark van Bourgondiën van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Op 8, 12 en 16 oktober viel de hoofdverbinding met het stroomnet weg; van de vier kabels van die verbinding is er nog slechts één in gebruik.
Ook de verbindingen met een secundaire elektriciteitscentrale raakten beschadigd bij beschietingen in de omgeving. De centrale heeft echter ook nog twintig dieselaggregaten op het terrein. Elke reactor kan toekomen met één zo’n aggregaat, en heeft er drie. Daarnaast zijn er nog twee verplaatsbare aggregaten beschikbaar. In totaal hebben de dieselgeneratoren momenteel voor tien dagen brandstof op voorraad.
Mocht een van de kernreactoren aan staan, dan zijn deze dieselaggregaten niet nodig; de centrale kan zichzelf dan van stroom voorzien. Momenteel staan alle zes reactoren echter uit, vanwege de gevechten in de omgeving.
MAATREGEL 2: VOORKOM KERNSMELTING
Wanneer alle stroomvoorzieningen tegelijk falen, ontstaat het risico op een zogeheten kernsmelting. Zelfs als de reactoren uit staan, blijven brandstofstaven namelijk lange tijd radioactief en heet. Ze moeten daarom gekoeld worden met water. Gebeurt dat niet, dan kunnen een of meerdere brandstofstaven smelten. Om de staven, die samen de kern van de reactor vormen, zit nog een stalen drukvat met centimeters dikke stalen wanden. Als het radioactieve materiaal ook daardoorheen smelt, kan het mogelijk ontsnappen in de omgeving.
De brandstofstaven liggen in moderne drukwaterreactors in water. ‘Tijdens de normale werking van de kerncentrale verhit de brandstof dat water, en produceert zo de stoom die vervolgens een generator aandrijft’, zegt Joost van den Broek van NRG, dat de Nederlandse kernreactor van Petten beheert. Staat de reactor uit, dan dient datzelfde water nog steeds een tweede doel: de aanwezige brandstofstaven koelen om de restwarmte af te voeren.
‘Hoelang het aanwezige water dat kan, is afhankelijk van hoelang de kernreactor al uit staat’, zegt Van Bourgondiën. Reactoren die zelf al zijn afgekoeld, kunnen minimaal honderd uur zonder stroom voordat de kern droogvalt. Komt een reactor die nog draaide plots zonder stroom te staan, dan levert het aanwezige water een buffer van enkele uren tot een halve dag. Die tijd kunnen ingenieurs gebruiken om de stroomvoorziening te herstellen, of vers koelwater toe te voegen.