Dhrbelegger schreef op 21 maart 2019 11:21:
Beter Bed veert op
Na een rel rond vermeende gifmatrassen, een grootscheepse reorganisatie en sluitingen door heel Europa wisten we eigenlijk al dat 2018 de boeken zou ingaan als het slechtste Beter Bed-jaar ooit. Tot nu toe, althans. Desondanks brachten de jaarcijfers van het Udense beddenconcern een aantal nieuwe inzichten.
Zo bleek voor het eerst welke nieuwe afspraken het beursgenoteerde bedrijf vorig jaar met huisbanken ABN Amro en BNP Paribas heeft moeten maken, toen de schuld hoger opliep dan was afgesproken. In een 'eenmalig convenant' werd vastgelegd dat Beter Bed tot 30 juni 2019 een solvabiliteitspercentage van minimaal 25% moet hebben, en een brutobedrijfsresultaat (ebitda) dat op zijn minst positief is.
Uit het jaarrapport valt af te leiden dat Beter Bed die solvabiliteitseis ruimschoots haalde, maar wat betreft ebitda dicht langs de afgrond scheerde. Een (geschoond) brutobedrijfsresultaat van €624.000 is weliswaar binnen de regels, maar zeker niet ruim. Eerder kiele-kiele.
Op 30 juni gelden echter de oude, strengere afspraken weer, die door de banken zullen worden getoetst. Vanaf dat moment mag de nettoschuld weer maximaal 2,5 keer de ebitda bedragen.Wanneer we weten wat Beter Bed het lopende halfjaar moet verdienen om aan die eis te voldoen — en hoe haalbaar dat bedrag is — wordt duidelijk of het bedrijf daadwerkelijk uit de gevarenzone is, zoals het zelf beweert.
Om de ebitda in het eerste halfjaar van 2019 te berekenen, moeten we eerst weten hoeveel Beter Bed in de tweede helft van 2018 verdiende. Daarvoor schonen we de cijfers voor El Gigante del Colchón, de Spaanse matrassenketen die Beter Bed vorig stopzette. Als dat is gebeurd, en we het geschoonde ebitda (-€0,3 mln) naast de nettoschuld (€16,8 mln) over 2018 leggen, blijkt dat Beter Bed deze eerste jaarhelft minimaal €7,02 mln moet verdienen om aan de bankeisen te voldoen.
Maar dat is alleen als de nettoschuld ongewijzigd blijft. Het bedrijf zelf ziet echter meer besparingsmogelijkheden. Zo besloot Beter Bed tot een investeringsstop. Dit betekent dat het tussen midden 2018 en midden 2019 niets zal besteden aan nieuwe panden, distributiecentra of verbouwingen.
Hierdoor blijft meer geld over, wat volledig kan worden ingezet om de schuld te verminderen. In dat geval heeft het Brabantse bedrijf over drie maanden een lagere schuld, en nog maar €5 mln ebitda nodig om de banken tevreden te houden.
Dat moet lukken, al was het maar omdat het bedrijf heeft laten zien goed te kunnen bezuinigen. Eind 2018 had de Udense onderneming voor €15 mln aan kosten weggesneden, oftewel €7,5 mln per half jaar. Toch goed nieuws voor Beter Bed en zijn beleggers, zeker na 'rampjaar 2018'.