Breedplaatprof Simon Wijte: “Voor het geval Eindhoven heeft dit weinig consequenties”
De nieuwe inzichten en rekenregels over de breedplaatvloeren werpen volgens onderzoeker prof. Simon Wijte maar beperkt nieuw licht op de instorting in Eindhoven, waar de hele affaire mee begon. De boosdoener blijft nog altijd de voeg waarvan de wapening niet in staat was de krachten over te dragen van de ene plaat naar de andere.
“Het was een kritische constructie van de parkeergarage in Eindhoven. Zo is dat ook verwoord in het rapport dat wij in opdracht van BAM opstelden en dat we in september 2017 naar buiten brachten. Er is veel meer mis gegaan: het betonstorten bij lage temperaturen, het vroege schrikken van de vloeren, het negeren van scheuren rond de kolommen, een constructie die al waarschuwde door zijn vervormingen. Het staat er allemaal in.
Dwarskracht was ook kritisch, maar daar bezweek de garage niet op
Als de parkeergarage in februari 2017 al was bezweken, waren we waarschijnlijk op een andere oorzaak uit gekomen. Dan was hij vermoedelijk op dwarskracht bezweken. De dwarskrachtweerstand van de vloer was bij de lage betonsterkte namelijk ook kritisch. Maar de garage bezweek pas eind mei na een warme dag. Bij die omstandigheden nam de kromming bij het kritische detail toe terwijl de dwarskracht in de kritische doorsneden sneden juist afnam.
Zoals we nu inschatten heeft de geringe aanhechting tussen stortbeton en breedplaat wel degelijk een rol gespeeld. Maar waren de koppelstaven langer geweest, dan was de constructie overeind blijven staan. En als de tralieliggers dieper in het beton verankerd waren, was er ook weinig aan de hand geweest, want dan hadden die de krachten overgedragen. Vandaar dat we die twee factoren hebben toegevoegd aan de nieuwe rekenregels. Het is niet langer zo dat elk gebouw met een schuifspanning over de voeg lager dan 0,40 N/mm2 zonder meer veilig is. De gebouwen die we toen bij de blauwe categorie indeelden en tijdelijk waren geparkeerd, moeten nu alsnog worden beoordeeld.” Anderzijds kan het ook zo zijn dat met de huidige inzichten een vloer met hoge schuifspanningen door de wijze van detailleren juist wel voldoende veilig is.
BAM had zelf al veel onderzoek gedaan toen wij werden ingeschakeld
“Wij werden ongeveer een week na de instorting door BAM ingeschakeld. De aannemer had toen zelf al heel veel eigen mensen en constructeurs aan het werk gezet en er was al een rapport met een aantal mogelijke oorzaken voor het ontstaan van de schade. Daarin werd gewezen in de richting van de zwakke voeg., maar ook richting mogelijke gebreken in de fundering en andere mogelijke oorzaken. Maar er lag ook een rapport dat mogelijke gebreken in de fundering in kaart bracht en zo waren er nog veel meer. Die onderzoeken hebben wij allemaal bestudeerd en uiteindelijk meegenomen in onze beschouwing. Maar we hebben zelf de conclusie getrokken en hebben nergens bewust naartoe gewerkt.”
We besloten een praktijkproef uit te voeren en wilden daarvoor aanvankelijk een stuk zagen uit het deel van de parkeergarage dat overeind was blijven staan. Toen we erachter kwamen dat daar een ander schrikplan was gevolgd en ook bij andere omstandigheden was gestort besloten we nieuwe proefstukken te laten maken door de oorspronkelijke producent Multibeton. Dat levert weliswaar niet exact de situatie van Eindhoven op, maar dit was de best mogelijke benadering van de praktijksituatie en bracht een pijnlijke conclusie aan het licht van een systeemfout. Iets dat we met zijn allen al die jaren over het hoofd hebben gezien.”
Aanhechting is een grillige factor die sterk afhangt van de mortel
Afgelopen anderhalf jaar is er tijd geweest om meer onderzoeken uit te voeren. Mijn collega Dick Hordijk bereikte in het laboratorium hele hoge aanhechting met een mortel die hij op een niet opgeruwde breedplaat van zelfverdichtend beton stortte. Maar in andere gevallen was er juist ook weer helemaal geen hechting. Het bleek sterk afhankelijk van de mortel. Uiteindelijk zijn we, na analyse van een groot aantal experimenten, op tot nieuwe inzichten in de relevante bezwijkmechanismen gekomen en konden we die omzetten in rekenregels.
Bij de meeste producenten worden de tralieliggers op het wapeningsnet geplaatst. Die liggen vaak, omwille van de dekking vanwege de vereiste brandveiligheid vaak vrij hoog in de breedplaat. Waren in Eindhoven de platen 90 mm dik geweest in plaats van 70 mm, dan was de schade zeer waarschijnlijk niet ontstaan. Dan waren de tralieliggers niet uitgetrokken. Maar er was nu erg weinig verankeringsdiepte en de tralieliggers werden er, net als in het laboratorium, vrij snel uitgetrokken.
Er staat de branche echt weer een enorme operatie voor de boeg
Dat afgelopen jaar vooral projecten van BubbleDeck werden onderzocht en versterkt heeft vooral te maken met het feit dat de firma vooral betrokken was bij moeilijke projecten met grote overspanningen, atria, afdracht in twee richtingen en dergelijke. Maar het onderzoek zal nu veel meer projecten en leveranciers betreffen. Dat beseffen ze bij het Betonhuis ook. Daar hebben ze intensief meegewerkt. Er staat de branche echt een flinke operatie voor de boeg. Wij hebben het nooit over de bollenplaatkwestie gehad, maar het altijd breder getrokken en gewezen dat er sprake is van een systeemfout bij de toepassing van breedplaatvloeren. In die opvatting zijn we na anderhalf jaar onderzoek alleen maar gesterkt.”