Het is best wat leesstof, maar wel interessant.
Pokeren om microchips
Wordt Taiwan het slachtoffer van zijn eigen succes? Als wereldspeler in de chipindustrie dreigt het een speelbal te worden in de geopolitieke krachtmeting tussen de VS en China. Maar ook Europa eist een plaats aan de tafel op. ‘De Koude Oorlog is terug.’
Door Giselle Nath
getty
Het is bijna vijf uur ’s avonds, een gekoeld minibusje rijdt over de boulevards van een Taiwanees industriepark. Door de hitte is het bijna niet te doen om buiten te komen – doorgaans is eind september nochtans het begin van een frissere periode. Ordelijke woonblokken wisselen af met rijen bomen. Wie voorbij de slagbomen raakt, kan genieten van een openluchtzwembad. Toch is er hier amper leven. ‘Alle ingenieurs zijn nog aan het werk’, zegt een manager van het park. ‘Maar we zijn trots op de levenskwaliteit die we onze werknemers bieden: huisvesting, onderwijs ... Onze supermarkt is de meest winstgevende van heel Taiwan.’
We zijn in Hsinchu Science Park, op bijna twee uur rijden van hoofdstad Taipei. Hier, op het eiland dat de langste werkuren ter wereld kent, ligt het kloppende hart van de productie van semiconductoren of chips. Van alle chips ter wereld maakt Taiwan er 62 procent, van de meest geavanceerde soorten is dat 92 procent. Hsinchu is de uitvalsbasis van 610 bedrijven, 70 procent daarvan komt uit het buitenland. Allemaal willen ze dicht bij één speler zitten: TSMC (Taiwan Semiconductor Manufacturing Company). Duizenden techbedrijfjes ontwikkelen prototypes van chips, soft- en hardware, maar ze kunnen die maar op één plek laten bouwen: bij TSMC.
Voorbij de woningen doemen metershoge witte bunkers zonder ramen op. Het zijn ‘fabs’, een soort gieterijen. Die van TSMC verslinden de klok rond indrukwekkende hoeveelheden elektriciteit en water, dat nog zuiverder moet zijn dan drinkwater. Eén zo’n fab verbruikt evenveel elektriciteit als een kleine stad, één storing in het elektriciteitsnetwerk kan maanden werk verknoeien. ‘De chipsector is niet alleen van belang voor onze economie, maar ook voor onze nationale veiligheid’, zal de Taiwanese minister van Buitenlandse Zaken Joseph Wu later zeggen. ‘Onze Amerikaanse vrienden vinden de overconcentratie op dit eiland een probleem. Maar het wordt pas een probleem als China een aanval zou lanceren.’ Gevreesd wordt dat dat geen tien jaar meer zal duren.
Alles werd anders
De chip vervult een basisbehoefte, bijna even cruciaal als zuurstof of bloed. De Amerikaanse uitvinders van de microchips maakten in de jaren 50 hebben een einde aan het dagelijkse leven zoals dat er toen uitzag. ‘Hightech’ beperkte zich voordien tot transistoren in radio’s: doorgeefluikjes voor elektrische signalen, die geluid overbrachten van een zender naar een luidspreker. Die productie liep niet optimaal. ‘Eerst maken we al die transistors, daarna moeten we ze in stukjes zagen en duizenden vrouwen met pincetten aannemen om ze te ordenen in een keurig circuit’, schreef Robert Noyce, een gefrustreerde ingenieur.
Noyce wilde machines dat precisiewerk laten doen. De microchip is een bundeling van honderden – later duizenden en miljarden – transistors op een plaatje silicium. Hoe meer er op één plaatje kunnen, hoe indrukwekkender hun rekenkracht. ‘We beseften toen nog niet dat zo’n geïntegreerd circuit de kosten van elektronische functies een miljoen keer zou verminderen’, zei ingenieur Jack Kilby, een andere grondlegger.
Het veranderde alles. De eerste rekenmachines waren nog mechanisch: lompe bakken met ratelende wieltjes die traag sommen maakten. De eerste elektronische rekenmachines begin jaren 60 kostten nog 2.100 dollar. Vanaf de jaren 70 werden ze betaalbaar voor elke scholier. Naarmate semiconductoren krachtiger werden, slonken de toestellen. De eerste computer was een kamer groot. Dat werd een bak met een beeldscherm, dan een laptop, een smartphone, een smartwatch. Plots kon een apparaat tegelijk radio, rekenmachine en klok zijn. Van saaie interfaces met drie basiskleuren ging het naar digitale televisies die de kleuren van het scherm laten spatten. Elektronica veroverde kantoren, de gps wegen. Op alle continenten begonnen mensen sneller, efficiënter en meer verbonden met elkaar te leven. Vandaag zouden chips een elektronicaketen onderbouwen die goed is voor liefst 10 procent van het globale bbp. Zonder werkende chips krijgt de hele informatiesamenleving een black-out.