De dans tussen EU en big pharma moet soepeler, maar hoe?
Ria Cats Mathijs Schiffers 12 feb
De Britten lijken veel slagvaardiger te hebben gehandeld met hun vaccin-inkoop dan de EU. Op het Europese vasteland zijn de vaccinatieprogramma's ernstig vertraagd. Ondanks de harde kritiek op de Brusselse strategie twijfelen weinigen aan het nut van gezamenlijk inkopen van medicijnen. Maar het moet wel beter.
BeNeLuxAI. Wie heeft er ooit van gehoord? Weinigen waarschijnlijk. Het is de naam voor de samenwerking van Nederland met België, Luxemburg, Oostenrijk en Ierland op farmaceutisch vlak.
Een van de doelen van BeNeLuxAI: het gezamenlijk inkopen van medicijnen. Dat samen optrekken moet leiden tot lagere prijzen en een betere beschikbaarheid van geneesmiddelen, ook in kleinere landen. Maar sinds de oprichting in 2015 waren er slechts twee deals te bejubelen. En daaraan deden niet eens alle vijf de landen mee, maar slechts Nederland en België.
Een betrokkene noemt cultuurverschillen in de wijze van onderhandelen, de diepte van de portemonnee van de deelnemende landen en het verschil in zorgsystemen als redenen voor het schamele succes van BeNeLuxAI tot dusver. Toch blijft hij positief. ‘Het idee van een collectieve inkoop is goed en verdient steun. Ook al blijkt de praktijk vaak lastig.’
Toen de coronapandemie losbarstte, koos Nederland dan ook opnieuw voor coöperatie. Vorig voorjaar sloeg Den Haag de handen ineen met Berlijn, Parijs en Rome. Samen wilden ze de nog te ontwikkelen coronavaccins op de kop tikken en een tegenwicht bieden aan het Amerika onder Donald Trump. Anders dan de Europese Unie maakten de Verenigde Staten al vroeg volop jacht op vaccins. De vier Europese landen, verenigd in de 'vaccinalliantie', vreesden achter het net te vissen.
Brussel wist de alliantie over te halen nog groter te denken, en de Europese Commissie te laten onderhandelen namens alle 27 lidstaten. Dat is in ieders belang, want als bijvoorbeeld Bulgarije geen vaccins heeft, kan het virus in de EU met zijn open grenzen niet worden uitgedoofd.
Britten wél vol gas vooruit
De Commissie reserveerde vanaf het najaar in totaal 2,1 miljard doses aan coronavaccins, verdeeld over zes farmabedrijven. Drie daarvan hebben inmiddels een goedgekeurd middel op de markt. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen sloeg zichzelf trots op de borst. Maar de operatie is van haar glans ontdaan nu blijkt dat Pfizer, Moderna en vooral AstraZeneca door productieproblemen niet aan hun leveringsverplichtingen kunnen voldoen. Nationale vaccinatieprogramma’s lopen daardoor stevige vertraging op.
Dat wreekt zich temeer nu het Verenigd Koninkrijk, in januari 2020 vertrokken als EU-lid, wél vol gas vooruit gaat. Het land tekende sneller contracten dan Brussel, dat naar verluidt steviger heeft onderhandeld op de prijs en aansprakelijkheidsvoorwaarden bij onvoorziene bijwerkingen. Of dat betekent dat farmabedrijven het VK eerder mogen beleveren, is voer voor juristen. In elk geval is het chagrijn in de EU over de rappere Britse vaccinatie groot.
Critici klagen dat Brussel zichzelf heeft overschat door de vaccininkoop naar zich toe te trekken. ‘Bij de Commissie word je opgeleid om beleid te maken of om handelsdeals te sluiten met andere landen’, zegt Derk Jan Eppink, die voor het eurosceptische JA21 (afsplitsing van Forum voor Democratie) in het Europarlement zit. ‘Van het aangaan van zakendeals op de open markt hebben ze geen kaas gegeten.’ Eppink had liever gezien dat de oorspronkelijke vaccin-alliantie van Nederland met Duitsland, Frankrijk en Italië de kar had getrokken namens alle landen. ‘Dan kun je veel sneller beslissingen nemen.’
Maar Eppink vertolkt een minderheidsgeluid. Europarlementariërs van de grote fracties, zorgeconomen en denktanks zijn ervan overtuigd dat Brussel het kind, te weten de gezamenlijke vaccininkoop, niet met het badwater moet weggooien. Wel zijn er lessen te leren.
Expertise opbouwen
'Ik vind dat Brussel meer zorgexpertise moet opbouwen', zegt Karel Lannoo, ceo van de Brusselse denktank Ceps. 'Waar is farma mee bezig? Waar investeren ze hun geld in? Waarom blijft de EU wat betreft medische patenten zo ver achter bij de VS?’
'Von der Leyen is met een klein team te werk gegaan', stelt ook Remco van de Pas, arts en onderzoeker internationale volksgezondheid bij het Tropeninstituut in Antwerpen en tevens verbonden aan Instituut Clingendael. 'Ze had het breder moeten aanpakken, met handelsexperts.'
Maar in de eerste plaats gaat de Brusselse aandacht nu uit naar oplossingen voor het acute probleem: het tekort aan coronavaccins. De Europese christendemocraten, de grootste fractie in het Europarlement, willen €10 mrd investeren in het opvoeren van de productiecapaciteit. De Europese Commissie stelt al lijstjes op van fabrieken die snel vaccins kunnen produceren.
Daarnaast klinkt de roep om dwanglicenties steeds luider. Daarbij worden farmabedrijven gedwongen hun patenten te delen met concurrenten, die ook vaccins kunnen produceren.
Het is een vorm van onteigening waarmee volgens zorgeconomen zeer terughoudend moet worden omgegaan. Farmabedrijven kunnen boos besluiten zich elders te vestigen, terwijl de EU juist inzet op het terughalen van essentiële medicijnproductie uit India en China, waarschuwen ze. Ook bestaat het risico dat farmabedrijven zich niet langer geprikkeld voelen om nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen.
‘Het is een ultieme remedie als niets anders werkt’, zegt zorgeconoom Marcel Canoy van de Vrije Universiteit in Amsterdam. ‘Bedrijven moeten er vanuit kunnen gaan dat een patent hen niet zomaar kan ontvallen.’ Marc Pomp, een zorgeconoom die de farmasector adviseert, waarschuwt dat vertrouwen te voet komt en te paard gaat. 'Dwanglicenties zijn een heel bot instrument.’