Leven van Roshni en Stephan werd ‘kapotgemaakt’, nu klagen ze de staat aan voor toeslagenaffaire
De zaak eindelijk afsluiten en door kunnen gaan met hun leven. Dat is wat Roshni en Stephan, gedupeerden van de toeslagenaffaire, willen. Om dat te bereiken, klagen ze de Staat aan. Een unieke zaak. ‘We wachten al zo lang, nu gaan we zelf terugvechten.’
Annemiek Brandriet 28-06-23, 09:00
Strijdvaardig zitten ze op de bank, alsof ze willen zeggen: wij zijn klaar voor de aanval. „We willen nu zelf terugvechten”, zegt Stephan (41). „Wij kregen steeds maar dagvaardingen binnen, nu is het eens andersom.”
Stephan en Roshni zijn gedupeerden van de toeslagenaffaire en behoren tot de vierhonderd meest schrijnende gevallen. De nasleep duurt al jaren. Toen de kinderen klein waren en naar een gastouder gingen, werden Roshni en Stephan door de Belastingdienst ten onrechte aangemerkt als fraudeur. Ze zouden gerommeld hebben met kinderopvangtoeslag en kregen te horen dat ze een bedrag van 70.000 euro moesten terugbetalen. Ze zijn daarmee een van de 40.000 gedupeerden van wat bekend is komen te staan als de toeslagenaffaire.
In 2020 kregen ze een compensatiebedrag, maar daarmee is voor het stel uit Alphen de zaak niet afgedaan. „Het ís geen compensatie”, zeggen ze stellig. „Het is ons eigen geld. Compensatie betekent dat je tegemoet gekomen wordt, niet dat je je eigen geld terugkrijgt. Het zijn vooral leuke constructies en mooie woordjes.”
Geldzorgen
De twee willen dat de overheid meer schade vergoedt. „Mijn toekomstperspectief is stukgemaakt”, zegt Stephan. Hij zit thuis, bij hem is PTSS (posttraumatische stressstoornis, red.) vastgesteld. „Ik wil echt wel werken, maar het gaat niet. Ik sta op een wachtlijst voor behandeling.”
Zo blijven de gevolgen voor het gezin voelbaar. Als het einde van de maand in zicht komt, slaan de stress en paniek toe. Er zijn geldzorgen en sparen lukt al helemaal niet. De droom om een eigen huis te kopen blijft een droom. „We houden net ons hoofd boven water”, vertelt Roshni eerlijk.
Deze overheid heeft ons kapotgemaakt, maar wij geven elkaar niet op. We knokken er samen voor
Stephan, gedupeerde van de toeslagenaffaire
Eerlijk zijn ze ook over de hulp die ze wél krijgen. Ze zijn vol lof over steun van de gemeente Alphen aan den Rijn. Daar wordt naar hen geluisterd en met het gezin meegedacht en er is financiële steun voor bijvoorbeeld zwemlessen of rijlessen voor de kinderen. „Je ziet dat ons verhaal de mensen aangrijpt. We kunnen er altijd aankloppen voor hulp.”
Maar Stephan en Roshni wíllen niet steeds om hulp vragen, ze willen verder met hun leven. Met hulp van hun advocaat klagen ze nu de Nederlandse staat aan, voor onrechtmatig handelen. Het doel: een schikking treffen die alle geleden schade herstelt. Een bedrag willen ze niet noemen. „We hadden allebei een goede baan, we hadden een huis willen kopen. We zijn door werkgevers ontslagen, onze bankrekeningen zijn geblokkeerd, onze auto werd afgenomen.”
Vertrouwen
Roshni werkt fulltime, bij de klantenservice van een verfspecialist. Haar werk leidt haar af van het gepieker over de toekomst. De twee hebben geen vertrouwen in de Nederlandse overheid en dus ook niet in de Commissie Werkelijke Schade, die voor gedupeerden moet vaststellen welke schade is geleden. „Die commissie bestaat uit oud-medewerkers van de Belastingdienst!”, roept Stephan uit. „Dat werk hoort gedaan te worden door juristen die nooit voor de overheid hebben gewerkt.”
Het is bovendien een frustrerend traject, verzucht Roshni. „Je belandt weer onderaan de stapel en wordt vergeten. Nu gaan we er zelf actief achteraan.”
Daarbij houden ze er rekening mee dat het tijd zal kosten. „We geven niet op, hoe lang het ook duurt. Laat ze maar komen”, zegt Stephan. Zijn vrouw vult aan: „Deze overheid heeft ons kapotgemaakt, maar wij geven elkaar niet op. We knokken er samen voor.”
Urgentie
Advocaat Siep Hendriksen klaagt namens Stephan en Roshni de staat aan en denkt dat hij een goede zaak heeft. „Het duurt te lang en de gedupeerden worden teveel aan hun lot overgelaten”, zegt hij over de lopende trajecten die gedupeerden kunnen volgen. Het gevoel van urgentie is er onvoldoende bij de Nederlandse regering.”
Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de werkelijk geleden schade moeten gedupeerden zelf aantonen wat die schade bedraagt. „De staat schrijft hier de regels voor, klanten moeten heel veel overleggen. De bal ligt bij de gedupeerden, maar zij zijn kwetsbaar. Je moet echt alle bonnetjes hebben, dat is voor veel mensen lastig. Wij vinden dat helemaal niet nodig. Als je je huis bent kwijtgeraakt, kun je dat heus wel nagaan bij de notaris.”