Het kopen van een Chinese auto is niet zonder risico’s: ‘Heel wat merken zullen weer verdwijnen’
Europa krijgt een stortvloed aan nieuwe Chinese automerken over zich heen. De Japanse golf uit de jaren 60 en 70 en de Koreaanse opmars die daarop volgde verbleken erbij. Maar kan je al die Chinese auto’s wel met een gerust hart kopen?
Autoredactie/HLN 13-10-23, 06:15 Laatste update: 13-10-23, 09:41
De lijst nieuwe Chinese automerken met Europese ambities is schier eindeloos. BYD, MG, Forthing, DFSK, BAIC, Seres, SWM, JAC, BAW, Nio, Polestar, Xpeng, Hongqi en Zeekr: allemaal willen ze in Europa voet aan de grond krijgen en daarin investeren ze nu fors. Maar die tsunami doet ook vragen rijzen. Is de Europese markt wel groot genoeg voor al die merken? En zijn er geen verborgen gevaren voor de consument?
Te veel Chinezen op een kleine markt
Het heeft nogal wat voeten in de aarde om een automodel in Europa op de markt te brengen. Je moet om te beginnen een Europees distributienetwerk opzetten. Maar de investeringen beginnen al veel eerder. Europa heeft immers z’n eigen normen; eisen op vlak van veiligheid, elektronische hulpmiddelen en uitstoot. In de toekomst komen daar naar verwachting nog een digitaal veiligheidsprotocol en productievoorwaarden - voor het milieu - bij. Je kan dus niet zomaar een model van een buitenlandse markt in Europa introduceren. Dat betekent: meer kosten op vlak van ontwikkeling.
Daarbij komt dat Europa op wereldschaal niet eens zo’n grote markt is - kleiner dan de VS of Azië - én dat het een lappendeken blijft van individuele kleine markten met elk hun specifieke eigenaardigheden. Vooral op administratief vlak. Resultaat: het is best duur om auto’s in Europa op de markt te brengen.
Als zo’n Chinees automerk zich terugtrekt en besluit z’n klanten in Europa in de kou te laten staan, dan zal daar weinig tegen kunnen gebeuren
Brecht Vanhaelewyn, Mobiliteitsexpert HLN
Voor autobedrijven wil dat zeggen dat ze een bepaald volume moeten halen. Een minimumaantal. Doen ze dat niet, dan is Europa eigenlijk een kostenpost die ze liever kwijt dan rijk zijn. Daar zijn trouwens best al wat voorbeelden van. Zo nam het Japanse Daihatsu begin 2013 de benen. Eind 2012 kondigde Mitsubishi z’n vertrek in Europa aan. Nissan beperkt het aantal modellen fors en gaat vooral op partner Renault leunen. De Amerikaanse gigant General Motors had het eerder al gehad met Europa. In 2011 duwde het Saab van de klif en uiteindelijk verkocht het Opel aan Stellantis.
,,Het antwoord op de vraag of alle Chinese automerken hier voldoende succesvol zullen zijn is dan ook eenvoudig’’, zegt Brecht Vanhaelewyn, mobiliteitsexpert van de Belgische krant Het Laatste Nieuws (HLN). ,,Dat gaat ze niet lukken. Nu al is duidelijk dat heel wat van die merken na verloop van tijd noodgedwongen weer zullen verdwijnen. Het is nog vroeg om uit te maken wie de beste kaarten heeft, maar vijftien, twintig, dertig Chinese autobouwers kunnen zich niet rendabel in Europa vestigen. Dat is gewoon een kwestie van rekenen: de markt is eenvoudigweg te klein.’’