Zo kan je ook tegen het roundup probleem aankijken (Maarten Keulemans Volkskrant);
Drie kankerpatiënten krijgen schadevergoedingen omdat ze ziek zouden zijn geworden door glyfosaat. Maar of dat klopt?
24 november 2023
Afgelopen week maakte de rechter een paar burgers multimiljonair. Chemieconcern Bayer moet in totaal 1,3 miljard euro betalen aan drie Amerikanen die menen dat ze ziek zijn geworden door royaal gebruik van het onkruidbestrijdingsmiddel Roundup. Niet dat James Draeger, Valerie Gunther en Dan Anderson zoveel aan de 511 miljoen euro per persoon hebben: ze hebben non-hodgkinlymfoom, een slopende, soms dodelijke kanker.
Huiveringwekkend. Ook in Nederland werd (en wordt) het landbouwgif immers gebruikt. Het spul wordt er bovendien van verdacht dat het parkinson veroorzaakt, al is het bewijs ervoor wiebelig. En dus ook kanker?
Dat verhaal gaat terug op een beslissing, acht jaar geleden, van het WHO-agentschap voor kankerrisico’s IARC. Het in Lyon gevestigde orgaan verklaarde glyfosaat toen ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’, op basis van dierproeven en enkele onderzoeken die een verband zagen tussen de ziekte en het gebruik van het middel.
Al meteen gaf dat gedoe. Journalisten van persagentschap Reuters ontdekten dat bewijs dat glyfosaat vrijpleit op mysterieuze wijze uit het IARC-rapport was geschrapt. Bovendien gaat het IARC niet zozeer over het risico op kanker, maar over de vraag of zo’n risico mogelijk aanwezig kán zijn. Dat is nogal een verschil.
Talloze onderzoeken laten zien waarom. Beroemd is de zogenoemde Agricultural Health Study, waarbij onafhankelijke kankeronderzoekers 90 duizend boeren langdurig volgden. Een kwarteeuw later: geen verband tussen kanker en glyfosaat te vinden.
Intussen kwam de ene na de andere regulerende instantie, waaronder VN-landbouworganisatie FAO en nota bene IARC’s eigen moederorganisatie de WHO, tot het inzicht: je kunt van Roundup veel vinden, maar niet dat het kankerverwekkend is. Afgelopen zomer nog schreef het Europese voedselveiligheidsorgaan Efsa, na heranalyse van honderden onderzoeken, dat het ‘onwaarschijnlijk’ is dat de pesticide kanker veroorzaakt. ‘Geen regulerende autoriteit ter wereld beschouwt glyfosaat als een kankerrisico voor de mens op het niveau waarop mensen worden blootgesteld’, schreef ook Health Canada in een verklaring.
Maar die Amerikaanse rechter dan? Die tapt zijn werkelijkheid uit een heel ander vaatje: dat van de juryrechtspraak. En in het krachtenspel van de grote, kille multinational tegen drie geknakte, doodzieke zielepieten, is er vroeg of laat wel een jury die capituleert voor de emotie.
Wat zich wreekt, is een probleem dat vaker speelt als rechtbanken worden gedwongen een oordeel te vellen over een in essentie wetenschappelijke kwestie. De rechtbank wordt dan een ‘amateurwetenschapper’, zoals een academische analyse dat benoemt, die hard juridisch bewijs moet zien te vinden in een oerwoud van technische rapporten en studies. Een onmogelijke opgave. Anders dan in de rechtspraak, kent de wetenschap helemaal niet zoiets als vaststaand bewijs – alleen een wijkende horizon van afnemende twijfel, naarmate de data zich opstapelen.
‘Geen kanker’, geeft die horizon in het geval van glyfosaat voorlopig voorzichtig aan. Maar leg dat eens uit aan zo’n jury. De parabel van de drie onschuldige burgers die werden bedonderd door de grote boze zakenmannen met hun gif dat groene weiden in gele vlakten verandert, is gewoon veel te aanlokkelijk.