Politiek gedraai maakt woningmarkt alleen maar zwakker: voor 2026 geen herstel verwacht
Politiek gedraai op de woningmarkt pakt desastreus uit. Nieuwe eisen aan corporaties en beleggers leiden samen met de economische tegenwind tot een ‘perfecte storm’. Daarvoor waarschuwt hoogleraar Peter Boelhouwer, die pas vanaf 2026 herstel verwacht.
Dennis Naaktgeboren 30-10-23, 08:00 Laatste update: 09:09
,,Terwijl er fors bijgebouwd moet worden jagen we beleggers de tent uit, belasten we corporaties en bouwen woningen waar geen vraag naar is’’, stelt Boelhouwer in een op verzoek van NSC-lijsttrekker Pieter Omtzigt uitgevoerde analyse van de problemen, die vandaag wordt gepubliceerd. De hoogleraar Huisvestingssystemen doet een klemmend beroep op politieke partijen om een langetermijnvisie te ontwikkelen en daar ook geld voor uit te trekken.
In de verkiezingsprogramma’s mist hij de ambitie om echt een slag te maken. ,,Als we echt grote opgaves hebben, zoals eerder de vinexwijken, dan kan dat niet zonder fatsoenlijke overheidsondersteuning. Je bouwt woningen voor tweehonderd jaar, je moet daar extra kwaliteit aan toevoegen. Dat mis ik in die verkiezingsprogramma’s, de dekking ontbreekt volledig. We moeten driehonderd à vierhonderd miljard gaan investeren de komende jaren, je ziet dat dat het stil gaat vallen.’’
Een fors woningtekort, starters die er niet tussenkomen, een ongunstige positie van middeninkomens, een gebrek aan geschikte woonvoorzieningen voor ouderen, te hoge woonlasten in de huursector, vermogensongelijkheid tussen kopers en huurders, de leefbaarheidsproblematiek in wijken en buurten, achterblijvende kwaliteitsverbetering in naoorlogse woningen, trage verduurzaming en funderingsproblematiek.
Het is een even pijnlijke als vernietigende opsomming van Boelhouwer over alles wat er nu aan schort. ,,De meest cruciale opgave voor de korte termijn betreft het ontstane woningtekort’’, benadrukt Boelhouwer. Het Rijk heeft als doelstelling dat er tot 2030 maar liefst 900.000 nieuwe woningen worden gebouwd.
Te snel andere kant op
Met de huidige regelgeving en financiële ondersteuning wordt die opgave volgens de hoogleraar bij lange na niet gehaald. Hij hekelt vooral het feit dat de politiek niet koersvast is. Toenmalig minister Blok (Wonen) gaf zes jaar geleden particuliere investeerders nog een grote rol. Daarnaast koos hij voor een terugtredende overheid, het vergroten van de vrije huursector en een krimp van de sociale huursector. In het vierde kabinet-Rutte koos minister De Jonge voor een sterkere regierol van het Rijk, een versterking van de sociale huursector, regulering van de vrije-huursector en forse belastingen voor particuliere investeerders.
Volgens Boelhouwer is het beleid veel te snel weer een andere kant op gegaan. ,,De investeringscapaciteit en mogelijkheden van de corporaties zijn uitgehold, terwijl de woningbouw in de particuliere huursector nog maar net opgang is gekomen en de investeringen inmiddels sterk afnemen doordat investeerders de woningmarkt verlaten. Je moet niet tegen de markt in allerlei maatregelen nemen, dan versterk je de crisis alleen maar. Daar is het rond 2011 ook mis gegaan; corporaties met belastingen opschepen en de leencapaciteit van kopers afknijpen waardoor de woningbouwproductie in een vrije val terecht kwam’’.
Boelhouwer hoopt dat er na de verkiezingen een langetermijnvisie komt, mét budget. Hij benadrukt dat zijn essay weliswaar op verzoek van Omtzigt geschreven is, maar dat hij verder niet verbonden is aan diens partij. ,,Ik hoop dat meer partijen er hun voordeel mee doen’’, aldus de hoogleraar. ,,En dat ze er bij de kabinetsformatie goed naar kijken.’’