Hoe lang nog China?PAUL D’HOORE - 28 AUGUSTUS 2007
“Heeft niémand dan die problemen met de Amerikaanse rommelhypotheken zien aankomen?”, wilde iemand vorige week van mij vernemen. Toch wel. Meer dan twee jaar geleden al – op 18 juni 2005 – prijkte op de voorpagina van het Britse weekblad ‘The Economist’ een vallende baksteen.
Het blad omschreef de wereldwijde stijging van de huizenprijzen als “de grootste financiële zeepbel in de geschiedenis”. Mensen léénden zich te pletter om huizen te kopen, ook al volstonden de huuropbrengsten niet om de rente op die leningen te betalen. Hoe zouden ze dan ooit het kapitaal van hun lening afbetalen? “Simpel,” dachten die simpele zielen: “met de winst op mijn huis, dat toch aanzienlijk in waarde zal stijgen.”
Het is algemeen bekend dat er maar drie belangrijke elementen zijn die de waarde van een huis bepalen: ligging, ligging en ligging. Die wijsheid geldt helaas alléén als er een tekort is aan huizen. In de Verenigde Staten wordt de waarde van een huis tegenwoordig bepaald door drie andere elementen: aanbod, aanbod en aanbod.
Sinds almaar meer mensen problemen hebben om de voorwaarden van hun hypothecaire lening na te komen, komen almaar meer huizen in de gedwongen verkoop. Dat drukt de prijzen. De stijgende prijzenspiraal van twee jaar geleden, voltrekt zich nu in de andere richting.
Al twaalf maanden lang worden Amerikaanse huizen goedkoper. Sommige mensen moéten verkopen – omdat ze door hun lening in financiële problemen zijn geraakt – en ánderen wíllen verkopen, vóór de prijzen nog méér zakken. Het gevolg: nooit eerder in de afgelopen zestien jaar, stonden er zo veel Amerikaanse huizen te koop als vandaag. Zelfs een blinde kon dit twee jaar geleden al op zich af zien komen.
Oud nieuws
Op dezelfde manier waarschuwde de ernstige pers lang op voorhand voor het uiteenspatten van de internet-zeepbel. Als ik een eigen beleggersblad had, zou ik vandaag niét de hypotheekcrisis op de voorpagina zetten. Dat is al “oud nieuws”. Ik zou vandaag “China” op de voorpagina zetten.
Terwijl de hele wereld siddert en beeft bij de dagelijkse nieuwe ontwikkelingen rond rommelhypotheken, stoomt de Chinese beurs volle kracht vooruit. Vorige week heeft de toonaangevende beursindex CSI-300 de muur van 5.000 punten doorboord. Drie beursdagen later staan we al op 5.243 punten.
Nochtans hebben ook enkele Chinese banken zich verbrand aan Amerikaanse rommelhypotheken. De China Construction Bank zelfs voor méér dan een miljard dollar. Maar zolang de Chinese aandelen in waarde stijgen – zoals de Amerikaanse huizen twee jaar geleden – zullen ze nieuwe kopers blijven aantrekken.
Dit jaar alleen al – in amper acht maanden – zijn Chinese aandelen in waarde verdubbeld. Niet verwonderlijk: élke dag worden er in China 36.000 nieuwe beleggersrekeningen geopend. Dat verse geld jaagt de koersen verder omhoog.
Quousque tandem, China,… Hoe lang nog, China, zullen uw aandelenkoersen de wetten van de zwaartekracht tarten? Nog een jaar of twee?