Achtergrondinformatie
Met GeenDoofpot krijgt Van de Laar een podium om haar relaas met de buitenwereld te delen. Het zijn haar persoonlijke ervaringen uit de periode dat zij werkzaamheden verrichtte voor SNS Reaal, meer specifiek SNS Property Finance (SNSPF), van 2009 tot en met 2012, maar zeker ook van na de nationalisatie op 1 februari 2013. Van de Laar vertelt: ‘Zelf ben ik ondernemer, en houd ervan om hard te werken, en om complexe problemen te vereenvoudigen. Binnen mijn bedrijf in Antwerpen had ik diverse uiteenlopende kleine klanten. Maar opeens kwam Buck Groenhof in 2009 aankloppen. Of ik hem wilde helpen een paar complexe problemen op te lossen. Hij was Chief Restructuring Officer (CRO) geworden bij SNSPF. Ik kende Buck Groenhof al sinds 2003; ik heb voor hem gewerkt toen hij directeur Private Banking op het ING Hoofdkantoor was. Daarna heb ik een paar opdrachten uitgevoerd bij Rabobank Hoofdkantoor Utrecht. Groenhof was daar interim directeur Midden- en Kleinbedrijf. Ik ben er nooit van uitgegaan dat er binnen een bank gebrek zou zijn aan controlemechanismen. Mensen vertrouwen een bank hun vermogen toe. De functie van een bankier is, om dat vermogen goed te beleggen voor de klant. Meer niet. De bank krijgt daarvoor een vergoeding en de bankier krijgt daarvoor een salaris. Eventueel een bonus bij een goed resultaat. Met deze gedachte ben ik mijn opdrachten binnen de SNS bank begonnen, vol enthousiasme, vertrouwende op de perfectie binnen de bank. Maar steeds als Buck Groenhof tegen mij zei: “Ik heb de bankencrisis niet veroorzaakt”, of “Het is nu eenmaal vastgoedcrisis”, moest ik hem zeggen: “Je zit hier juist om die problemen op te lossen”. Hij had er geen oren naar. “We hebben alle tijd”, zei hij.’
Op de vraag of de nationalisatie van SNS Reaal nodig was, heeft Van de Laar een helder antwoord. ‘Nee, absoluut niet. Ik heb binnen SNS Property Finance al aan de bel getrokken in 2011 en voorjaar 2012. Binnen SNS Reaal, de moeder van SNSPF, heb ik aan de bel getrokken in voorjaar 2012. In juni 2012 heb ik de afdeling compliance van SNS Reaal ingeseind. Telkens kwam ik met kleine en grote bewijzen. Ik kende in het begin zelfs de omvang van de fraude nog niet en was ook niet van plan om klokkenluider te worden. De Compliance vond dat ik niets te bewijzen had, en als ik aangifte wilde doen, dan moest ik dat maar buiten SNS Reaal gaan doen.’ Dat spontane, nogal paniekerige advies heeft grote gevolgen gehad. ‘De volgende dag belde ik naar de FIOD. Ze vroegen of ik de dag erop al wilde komen met mijn bewijzen en mijn computer. Eenmaal aan tafel heb ik mijn computer ingeleverd en mijn bewijzen gegeven. Nadat ze het hele verhaal hadden opgeschreven, vroegen ze of ik het wilde ondertekenen. Ik vroeg: “Waarom vragen jullie dat zo expliciet?” Ze antwoordden: “Dat durft tot nu toe niemand, we krijgen alleen maar anonieme telefoontjes.” “Ok”, antwoordde ik. En ik tekende, niet wetende dat de ellende alleen maar groter zou worden.
Binnen SNS werden alle zeilen bijgezet. De CEO van SNS Reaal, Ronald Latenstein, gaf Buck Groenhof een nieuw contract, waardoor hij onder de controle van De Nederlandse Bank (DNB) uit zou komen. ‘Latenstein heeft SNS Reaal in 2006 naar de beurs gebracht, en met het opgehaalde geld heeft hij onmiddellijk het al zieke Bouwfonds gekocht. Hij noemde deze nieuwe tak binnen SNS Reaal: SNS Property Finance (SNSPF). Hij haalde ook nog eens hetzelfde personeel binnen, dat het voormalige Bouwfonds al de afgrond in had getrokken. Ze bleven gewoon zitten. Zelfs de notarissen en advocaten die eraan verbonden waren tijdens de vastgoedfraude (Bouwfonds), bleven gewoon de advocaten en notarissen binnen het nieuwe SNSPF. Toen ik in 2009 door Buck Groenhof ingehuurd werd, en in 2010 toch wel door had, dat er onnodig veel geld over de balk werd gesmeten, en in 2011 al aan de bel trok, werd ik in hun ogen de vijand. Er had gemakkelijk ingegrepen kunnen worden door zowel de CEO van SNS Property Finance, Jaap van Dijk, als door de eerdergenoemde CEO van SNS Reaal. Maar er is nooit intern geknokt om het aanstormende faillissement te voorkomen. Integendeel. Er is zolang mogelijk geprobeerd om SNS Property Finance tot de hoofdpijntak te bombarderen. Juist de tak die bewust oncontroleerbaar werd gehouden.’
Van de Laar probeerde het tij te keren. ‘Ik schreef op 27 december 2012 een brief aan de zojuist aangetreden minister van Financiën Dijsselbloem. Ik wilde dat hij zou ingrijpen in het wanbeleid, zodat de SNS bank niet failliet zou gaan. Buck Groenhof werd ontslagen en kreeg dankzij zijn nieuwe – met spoed opgestelde – contract van een half jaar daarvoor, € 750.000 mee en een vergoeding van € 60.000 voor eventuele advocaatkosten. Ook kreeg Buck Groenhof nog een podium in de krant, het Financieele Dagblad, samen met zijn advocaat Jerry Hoff. Daarin werd ik oplichter, bedriegster, en rancuneuze ex-minnares genoemd. Ronduit een vernederend artikel, bedoeld om mij te vernietigen. In die periode werd ik voor het eerst klokkenluider genoemd in alle mogelijke pers. Follow The Money en Quote, de Telegraaf, diverse andere kranten en TV programma’s. Zelfs in roddelbladen werd ik neergezet als een persoon, die ik eenvoudigweg niet was. Ik ben nooit maar dan ook nooit ingegaan op de avances van Buck Groenhof, notabene een getrouwde man. Ik heb alles maar genegeerd, dit ook om mijn familie te beschermen, maar het was stilte voor de storm.’
Minister Dijsselbloem zou reageren op haar brief van 27 december 2012, maar het enige wat hij deed, was SNS nationaliseren op 1 februari 2013. Van de Laar: ‘De verantwoordelijke CEO van SNS Reaal mocht eervol vertrekken. Hij, die SNS Property Finance had binnengehaald bij de beursgang in 2006, maar daarna eigenhandig en voor zijn ogen de gehele bank de afgrond in heeft getrokken. De CEO van SNSPF, Jaap van Dijk, wist overal van, en ook hij heeft niet ingegrepen. Hij mocht zelfs nog een tijdje blijven zitten, om de vastgoedportefeuille te “redden”. Hij was volgens mij nog nodig om de lopende transacties binnen het “Old Boys Network” ten einde te brengen, en nog te investeren op kosten van de genationaliseerde SNS in bepaalde projecten. Tot aan de verkoop van de projecten werd geïnvesteerd, en zo’n project werd voor een aantrekkelijk lage prijs verkocht binnen het eigen netwerk. Het vastgoed werd niet geheel toevallig na de nationalisatie opeens wél afgewaardeerd.’
BRONHetty van de Laar