FD 19 december 2017
‘Staat had beter alternatief voor nationalisatie SNS Reaal’
De Nederlandse Staat had toen het in 2013 SNS Reaal nationaliseerde een ‘levensvatbaar’ en 'superieur' alternatief achter de hand. Per saldo zou de Staat in dit scenario enkele honderden miljoenen euro's beter af zijn dan bij een nationalisatie.
Kantoor van voorheen Reaal, nu Vivat. De banktak van SNS Reaal kreeg later de naam Volksbank.
Kantoor van voorheen Reaal, nu Vivat. De banktak van SNS Reaal kreeg later de naam Volksbank.Hollandse Hoogte
Dat schrijven drie deskundigen in het rapport ‘Bepaling werkelijke waarde onteigende effecten en vermogensbestanddelen SNS Bank en SNS Reaal’. In dit conceptrapport, dat is opgesteld in opdracht van de Ondernemingskamer, wordt bekeken of aandeel- en obligatiehouders nog kunnen rekenen op een vergoeding na de nationalisatie door het ministerie van Financiën.
De aandelen van de bank-verzekeraars waren volgens het rapport niets meer waard op 1 februari 2013, de dag dat SNS werd genationaliseerd. Beleggers in achtergestelde obligaties konden daarentegen nog wel verwachten een deel van hun geld terug te krijgen.
Alternatief reddingsplan
Pikant is echter wel dat het ministerie volgens de onderzoekers een alternatief had met een privaat reddingsplan van het private-equityfonds CVC. In dat scenario zou er €2,4 mrd worden afgeboekt op de probleemportefeuille vastgoed van SNS Reaal, een volgens het rapport ‘prudente’ afschrijving die qua methode voldeed aan de eisen van de Europese Commissie.
Er bleek op het laatste moment geen draagvlak bij het ministerie voor het plan van CVC.
Daarnaast hadden CVC en zijn partners een plan voor een kapitaalinjectie in SNS Reaal en wilden ze het overgebleven zwakke vastgoed apart zetten in een 'bad bank'. Daar had de Staat als redelijk handelende partij voor kunnen kiezen, komt naar voren in het rapport.
Geen draagvlak
Op het laatste moment bleek er bij het ministerie van Financiën geen draagvlak voor het plan van CVC. Het ministerie twijfelde over de rol van de grootbanken die betrokken zouden worden bij de financiering en ook waren er bedenkingen over de houding van Brussel.
De onderzoekers weerleggen deze twijfels, onder meer omdat Brussel al had laten doorschemeren wel iets te zien in dit alternatief. Er was dan ook vooral sprake van een gebrek aan draagvlak en politieke wil om te kiezen voor de oplossing van een private-equitybedrijf, zo concluderen de opstellers van het rapport.