VFB Hoe zijn de eerste resultaten voor de fase
2-studie voor reumatoïde artritis?
van de Stolpe In de jongste studie waarvan
we de data gepubliceerd hebben, was te zien
dat de ACR50-score (American College of
Rheumatology -score waar bij patiënten die
gedurende 24 weken een geneesmiddel toegediend
kregen, gemeten wordt bij hoeveel
van hen een verbetering met 50 procent van
de symptomen vastgesteld kan worden. – red)
een significant verschil toonde tussen de patiënten
die een placebo gekregen hadden en de
patiënten die het geneesmiddel toegediend
gekregen hadden. Uit de studies bleek ook dat
er nauwelijks nevenwerkingen waren.
De huidige fase 2b-studie bestaat uit twee
delen. Eerst worden gedurende drie maanden
testen gedaan met verschillende concentraties:
ofwel een keer per dag, ofwel de helft
van de dosering, maar twee keer per dag.
Na drie maanden wordt het effect daarvan
uitgelezen. Dan wordt nog drie maanden getest,
vooral om te zien of de veiligheid van het
geneesmiddel nog op hetzelfde goede niveau
blijft. In principe kan je ervan uitgaan dat de
werking van het geneesmiddel alleen maar
verbetert, naarmate de behandeling langer
duurt. Maar of er nog complicaties kunnen
optreden op het vlak van de veiligheid, naarmate
de behandeling langer duurt, is onzeker.
Al lijkt dat onwaarschijnlijk, als je kijkt naar
de andere vergelijkbare medicijnen waarover
klinische studies voorhanden zijn.
We zullen dan beschikken over de gegevens
van zes maanden. Op basis daarvan kan
AbbVie besluiten of zij al dan niet een licentie
nemen.
De gegevens over de eerste drie maanden
zullen we rapporteren tegen eind dit jaar. De
gegevens over zes maanden volgen tegen het
einde van het eerste kwartaal van 2015. Dan
heeft AbbVie nog drie maanden om de gegevens
te analyseren en het programma in huis
te nemen. Dus een beslissing kan verwacht
worden tegen het einde van de eerste helft
van 2015. Als AbbVie het geneesmiddel binnenhaalt,
levert dat Galapagos een betaling
op van 200 miljoen dollar.
Wij zijn nu al bezig met het voorbereiden
van de aanvraag van de fase 3-studie. Die
wordt al ingediend vooraleer AbbVie de licentie
genomen heeft, zodat zij zo snel mogelijk
in 2015 met de fase3-studie kunnen beginnen.
Dan zit alles nog op schema om hopelijk
eind 2017 de goedkeuring te krijgen, zodat
het geneesmiddel begin 2018 op de markt zou
kunnen komen.
VFB Inmiddels gaat het onderzoek rond
GLPG0634 ook over de ziekte van Crohn. Hoe
ziet de overeenkomst daarover eruit?
van de Stolpe De overeenkomst over de
molecule GLPG0634 houdt in dat AbbVie na
de fase2-studie over reuma, het recht heeft
om de molecule binnen te halen, na de mijlpaalbetaling
van 200 miljoen dollar. Dan
heeft AbbVie alle rechten om de molecule
verder te ontwikkelen, voor welke indicatie
ook. In het contract is wel voorzien dat wij
aparte mijlpaalbetalingen krijgen voor elke
nieuwe indicatie. En wij krijgen dezelfde royalties
voor alle verkopen van geneesmiddelen
op basis van deze molecule.
AbbVie had echter interesse om GLPG0634
al eerder ook voor de ziekte van Crohn te ontwikkelen,
voor zij het onder licentie hadden.
Daarom hebben wij een afzonderlijke overeenkomst
gemaakt, waarbij wij het risico en
de kosten van de ontwikkeling op ons nemen.
Als die succesvol is, betalen zij ons 50 miljoen
dollar extra, bovenop wat contractueel overeengekomen
was als zij het zelf voor de ziekte
van Crohn zouden ontwikkeld hebben.
De data van de fase 2-studie komen beschikbaar
in het derde kwartaal van 2015. Dus
de resultaten zullen er dus pas zijn, na het
moment dat AbbVie eventueel een licentie
genomen heeft op GLPG0634.
VFB Nog met AbbVie heeft u ook een overeenkomst
rond de taaislijmziekte. Hoe zijn de vooruitzichten
daarvoor?
van de Stolpe Die ziekte heeft een wat
ingewikkeld ziektepatroon. Je hebt er verschillende
mutaties bij de patiënten. Van de
patiënten heeft 70 procent één type mutatie
(F508del). Dus dat is de commercieel interessantste
groep.
Die heeft naar alle waarschijnlijkheid
twee medicijnen nodig: een ‘potentiator’ en
een ‘corrector’. Het probleem bij die patiënten
is dat er een ionenkanaal niet functioneert,
waardoor er geen goed ionentransport
is naar de longen toe. Het eiwit dat voor dat
kanaal zorgt, moet naar de membraan getransporteerd
worden. En het moet ook goed
functioneren.
Er is al een potentiator op de markt van
het Amerikaanse bedrijf Vertex. De potentiator
die wij ontwikkeld hebben, komt uit de
preklinische testen als substantieel beter naar
voor. Daarmee zouden we dit jaar de kliniek
in moeten gaan. Tegelijk verwachten wij eind
dit jaar te beschikken over een kandidaatmedicijn
voor de corrector.
We zullen dan met beide medicijnen gecombineerd
deze patiëntengroep behandelen.
Fase 2 zou voor de twee samen lopen. Er
is ook een markt voor een potentiator alleen,
maar dat is een kleine markt van zo’n 5 procent
van de patiënten.
Taaislijmziekte is nu een belangrijk programma
binnen Galapagos waar veel mensen
aan werken bij ons, zowel als bij AbbVie. Zij
hebben nu een team van een twintigtal mensen,
die specifiek werken aan de corrector
binnen deze alliantie. Alle resultaten zowel
van ons als van AbbVie’s onderzoek, gaan wij
in de kliniek doorzetten. AbbVie neemt het
dan weer van ons over als we fase 3 bereiken.
VFB GLPG0974, voor de behandeling van chronische
darmontstekingen, ontwikkelen jullie
zelf?
van de Stolpe Dat is een volledig nieuw
target. Dus dat heeft een hoog innovatief gehalte,
maar navenant ook een hoog risicogehalte.
Bovendien was er geen diermodel beschikbaar
voor dit target, wat betekent dat wij
niet op effectiviteit konden testen in dieren.
We hebben in fase 1 aangetoond dat het
medicijn in gezonde vrijwilligers het target
bereikt en daar ook aan bindt.
Of het de ziekte aanpakt, zal bewezen
moeten worden in fase 2, die momenteel
plaatsvindt. Het is een vrij korte test: vier weken
bij patiënten met de chronische darmziekte
colitis ulcerosa. Wij hopen aan te tonen
dat dit molecuul een rol in deze ziekte zal
spelen, de ‘Proof-of-Concept’.
Het is een hoog risico, maar potentieel
ook enorm waardevol. Wij zouden immers