Euronav-topman ziet volgend jaar beterschap
Er wachten de Belgische tankerrederij Euronav nog enkele moeilijke maanden, omdat de vrachttarieven onder druk blijven staan. Volgens topman Paddy Rodgers zal in 2018 het tij keren.
Met goede resultaten ben je niet veel als je je aandeelhouders weinig extra’s geeft om naar uit te kijken. Dat ondervond Euronav, EURN -1,63% een van ’s werelds grootste onafhankelijke uitbaters van olietankers, vorige week nog. Ondanks moeilijke marktomstandigheden haalde Euronav in het eerste kwartaal nog een winst van 34 miljoen dollar (31,2 miljoen euro).
Maar toch kreeg het bedrijf rake klappen op de Brusselse beurs. Euronav had het in zijn vooruitzichten over de ‘uitdagende marktomstandigheden voor de evolutie van de vrachttarieven in 2017’. Terstond doemde het spook op van de lange crisis die de tanksector tussen 2010 en 2014 teisterde.
'We wilden eerlijk zijn'
Paddy Rodgers, de Britse topman van Euronav, geeft toe dat hij wat geschrokken is van die marktreactie. ‘We wilden in onze communicatie gewoon eerlijk zijn. We willen in de eerste plaats meegeven dat we een goed eerste kwartaal achter de rug hadden en dat we Euronav financieel in goede vorm hebben gebracht.'
'Daarnaast waarschuwen we dat een periode van lagere vrachttarieven op komst is, maar dat Euronav goed geplaatst is om opportuniteiten (het opkopen van schepen tegen interessante prijzen, red.) te baat te nemen. Tegelijkertijd zeggen we ook dat de toestand in een niet zo verre toekomst sterk zal verbeteren.’
U blijft vol vertrouwen terwijl de markt overspoeld wordt met nieuwe olietankers waarvoor er amper werk is.
Paddy Rodgers: ‘We hebben daar goede redenen voor. We hebben Euronav zo goed mogelijk klaargestoomd om de moeilijke periode door te komen. Met meer dan 620 miljoen dollar aan liquiditeiten ter beschikking kan Euronav heel wat aan. De vraag naar olie zal ook sterk blijven, zolang de olieprijs niet te sterk stijgt. We verwachten dat de olieprijs rond 50 dollar per vat blijft schommelen, een prijs die voor iedereen goed is.’
Maar de tankervloot is wel sterk aan het groeien door de instroom van nieuwbouwschepen. De piek wordt verwacht in het tweede kwartaal. Vanwaar al die scheepsbestellingen?
Rodgers: Een aanzienlijk deel heeft zuiver met speculatie te maken en met de instroom van privékapitaal in 2013 en 2014. De 15 supertankers die in het eerste kwartaal werden besteld, weerspiegelen dan weer de crisis in de scheepsbouw. Koreaanse scheepswerven die te weinig werk hebben en maar moeilijk meer geld loskrijgen van hun banken, zijn vermoedelijk bij bevriende klanten, onder meer Griekse families, gaan bedelen om opdrachten.
Hoe kan het evenwicht tussen vraag en aanbod worden hersteld?
Rodgers: ‘Door sloop. We verwachten dat scheepseigenaars in 2018 oude tonnage zullen beginnen te slopen. De strengere regelgeving inzake ballastwater en emissies zal daarbij helpen, maar niet doorslaggevend zijn. Reders moeten bij tankers van meer dan 20 jaar vooruitzichten en kosten tegen elkaar afwegen, en vaak is het dan beter het schip te slopen.’
Hoe snel zal dat proces gaan? Anders gezegd: wanneer zal het tij keren?
Rodgers: ‘Hoe lager de vrachttarieven zakken, des te sneller schepen gesloopt worden. Het is als bij een stevige griep: na een zware koortsaanval word je vaak snel beter. We denken dat het keerpunt in 2018 zal vallen, als is er een kleine kans dat het al in het vierde kwartaal van dit jaar gebeurt.’
Intussen kunnen zich opportuniteiten aandienen om tweedehandsschepen bij te kopen en Euronavs vloot verder uit te breiden.
Rodgers: ‘Inderdaad. De scheepsprijzen zijn vorig jaar met een kwart gedaald en zijn nu weer even laag als in 2013, toen we de Maersk-deal deden. Of we al schepen op het oog hebben? Tja, dat is de vraag van 1 miljoen.’
Hoe goed of hoe slecht wordt 2017 voor Euronav?
Rodgers: ‘Als bedrijf geven we zelf geen vooruitzichten. Analisten gaan ervan uit dat het tweede en het derde kwartaal zeer uitdagend worden en dat het vierde minder goed zal zijn dan het eerste. Ze rekenen voor het hele jaar op een heel bescheiden winst.’
Bron: De Tijd