Bron: De Morgen Lieven Desmet
2022 wordt het jaar van economisch herstel. Maar van de inflatie raken we niet verlost
Dit turbulente jaar laten we wat graag achter ons. Maar hoe zal 2022 eruit gaan zien? Het goede nieuws: de economie mag je door een roze bril bekijken. Het slechte nieuws: die hoge inflatie is een blijvertje.
Wat met de inflatie?
De torenhoge inflatie is wellicht een van dé gespreksonderwerpen aan menige feestdis. De inflatiecijfers bereikten dit jaar nieuwe records – zowel in de Verenigde Staten (6,2 procent) als in Europa (4,9 procent). Het verschil tussen beide komt omdat inflatie iets anders wordt berekend. Zo wordt de prijsstijging van de huizenprijzen in de VS mee in de index opgenomen, bij ons niet. Dat alleen al maakt een verschil van zo’n 0,3 procent.
Maar het zijn vooral de stevige energieprijzen die doortikken. Een voorbeeld: in de VS steeg de aardgasprijs dit jaar met een fikse 50 procent, in Europa met - even slikken - 500 procent. En toch ligt de inflatie in de VS nu hoger? Dat komt omdat de onderliggende inflatie, waarbij abstractie is gemaakt van de energie- en voedselprijzen, in de VS al enkele maanden zwaarder doorweegt. En dat is belangrijk omdat deze evolutie een beetje het beeld schetst voor onze nabije toekomst.
Wat dit voor u betekent?
Alles is duurder geworden, en net als vroeger wennen we maar best aan een scheut inflatie. Ja, energie en gas worden straks weer wat goedkoper, waardoor een belangrijke bron van de huidige inflatie wegvalt. Ook de strubbelingen in het internationale goederenvervoer - met puissant dure containers als opvallendste verschijnsel - is van voorbijgaande aard. Maar de stijgende grondstofprijzen zullen nog een hele tijd in de productie doorwegen. Die meerkost is een van de onderhandelingsdiscussies bij producenten en retailers voor hun jaarcontracten. Een deel van die factuur komt bij ons terecht.
En dan is er de energietransitie: de overgang van fossiele grondstoffen als kolen, olie en gas naar hernieuwbare bronnen. Die overgang zal energie onherroepelijk duurder maken. Het gevolg: de inflatie zal na een korte afkoeling weer stijgen. De consensus bij economen is een inflatie volgend jaar die net boven de 2 procent uitkomt.
3 Wat doet de rente?
Die hoge inflatie zorgt voor stevige hoofdbrekens bij de centrale banken. Zowel de Amerikaanse (Fed) als de Europese (ECB) poneerde aanvankelijk dat de hoge inflatie tijdelijk is. Maar het wordt steeds meer duidelijk dat het een structurele kwaal is. De ECB heeft zichzelf vastgeketend aan het huidige beleid. Een renteverhoging zou niet alleen een economische recessie kunnen veroorzaken, het zou ertoe leiden dat de schuldgraad van de eurolanden onhoudbaar worden. Door de coronacrisis hebben alle landen een enorme schuld opgebouwd om hun bevolking en bedrijven recht te houden, met steun van de centrale banken. Als die nu te vroeg de geldkraan dichtdraaien, organiseren ze zélf een recessie. Het is dus behoedzaam schipperen. De Amerikaanse Fed zou volgend jaar geleidelijk de steun afbouwen, en een eerste rentestijging aandurven. Bij de ECB is men iets voorzichtiger en verwacht wordt dat het nog tot begin 2023 duurt vooraleer de rente wijzigt.
Dat betekent in mensentaal dat door die blijvende combinatie van lage rentevoeten op de spaarboekjes en een hoge inflatie aan uw koopkracht geknabbeld wordt. Het geld op de gereglementeerde spaarboekjes brengt amper 0,11 procent op. Econoom Eric Dor van de Franse zakenschool IESEG berekende dat de Belgische spaarders in één jaar tijd zo'n 20 miljard euro aan koopkracht zagen verdampen.
Om uw koopkracht te vrijwaren moet u uw spaargeld aan het werk zetten. Iedereen die zich de risico's denkt te kunnen permitteren, zoekt nu zijn toevlucht op de beurzen. Marko Kolanovic van de Amerikaanse bank JP Morgan verwacht dat aandelen tegen eind 2022 met zo'n 18 procent zullen stijgen. Er zijn echter ook stemmen die waarschuwen dat het beursklimaat verhit is. Een beurscorrectie met 5 tot 10 procent kan wel, zegt Steven Vandepitte, marktstrateeg bij ING België. De onderliggende boodschap is dat voorzichtig gedrag (sparen) wordt afgestraft, terwijl risico's (beurs) overmatig worden beloond, met speculatie tot gevolg. Het is een beetje kiezen tussen de cholera en de pest.
4 Wat met de algemene economie?
De Amerikaanse bank JP Morgan kijkt door een roze bril naar de toekomst. 2022 moet het jaar worden van een volwaardig mondiaal economisch herstel. Het moet gezegd dat al heel wat landen de lockdownperiodes grotendeels te boven zijn gekomen. Het gemiddelde voor de eurozone is een economische groei van zo'n 5,6 procent. Ons land doet met zo'n 6 procent zelfs nog beter. Voor 2022 is een voorspelling nog net iets lastiger door de plotse komst van de omikronvariant. Al gaan de economen uit van een groeiscenario dat mag gezien worden. Voor de eurozone zo'n aardige 3,5 procent, voor België zou dat eerder een 2,5 procent zijn.
De lagere groei zou - alweer - deels aan die inflatie te wijten zijn. Het zit namelijk zo: door onze automatische loonindexering stijgen de lonen in ons land sneller dan in de buurlanden. Dat leidt tot een verlies aan concurrentiekracht, vandaar dat de werkgeversorganisaties aan de alarmbel trekken. Ze hebben een punt, alleen is dat slechts het halve verhaal. Uit prognoses van de verschillende economen blijkt immers dat ook in de andere landen een loonstijging in de pijplijn zit. Dat gebeurt via onderhandelingen, waardoor er een vertragend effect op zit tegenover ons land. Maar finaal komt die er in de loop van 2023. Onze concurrentiehandicap is dus tijdelijk.