Bierbrouwers maken zich hopzorgen door klimaat: ‘Het wordt finetunen in de brouwzaal’
Hitte en droogte bedreigen de hop, de smaakmaker van ons bier. Telers en wetenschappers zoeken naar een klimaatbestendig ras, ook in Vlaanderen.
Tom Ysebaert
Vandaag om 03:00 DE STANDAARD
Plots stond hij daar, de hoppeplant. ‘Hij is er toevallig gekomen, in onze tuin’, vertelt een nog altijd verbaasde Benedikte Coutigny van landbouwbedrijf ’t Hoppecruyt in Proven (Poperinge), dat ze met haar man en zoon runt. ‘We hadden enkele proefrijen met Amerikaanse rassen staan. Er moet er eentje door een onbekende soort uit de omgeving bevrucht zijn. De nieuwkomer bleek opvallend goed bestand tegen hitte, droogte en ziektes. Alleen van wind houdt hij niet.’
Dat een klimaatrobuuste hop de kop opsteekt, is goed nieuws. Want er is reden tot bezorgdheid over de plant. Ze lijdt vandaag al onder de klimaatverandering en de vooruitzichten zijn niet rooskleurig. Dat bezorgt ook de brouwers hoofdbrekens, want hop is het cruciale ingrediënt dat bier zijn kenmerkende bitterheid en aroma’s geeft.
Tsjechische onderzoekers hebben nagegaan wat er met de hop zou gebeuren bij een opwarming met 1,4 graden en een afname van de neerslag tegen 2050. In dat geval zou de opbrengst volgens hen tot 4 à 18 procent terugvallen. Ook de kwaliteit zou klappen krijgen. De alfazuren, het bestanddeel van de hopbellen dat instaat voor de typische bitterheid van het bier, zouden met 20 tot 30 procent slinken.
Schaduw en verkoeling
De onderzoekers maakten hun projecties voor de traditionele hopregio’s in Tsjechië, Duitsland en Slovenië (samen goed voor 90 procent van de Europese productie). Maar ook andere Europese gebieden zouden niet aan de trend ontsnappen, zeker in Zuid-Europa niet. Hun bevindingen verschenen zopas in het tijdschrift Nature Communications.
Mirek Trnka, een van de auteurs van de studie, vertelt via Teams dat de sector zich dringend moet aanpassen. Maar hoe? ‘Je kunt voor schaduw zorgen, maar dat kost veel geld. De boer kan een perceel zoeken op een hogere, koelere plek. Of in een valleigebied met meer grondwater. Het areaal verschuiven is echter makkelijker gezegd dan gedaan.’ Hop is een meerjarige plant, die er tien tot vijftien jaar staat. Hij groeit en klimt op kenmerkende staken. Die verplaats je niet in een wip. Ook moet er een droogvloer (een ‘ast’) in de buurt zijn.
In Tsjechië en Slovenië namen ze al hun toevlucht tot irrigatie. De Duitsers overwegen het ook. ‘Die komt tegemoet aan het droogteprobleem, maar doet niets aan de opwarming’, voegt Trnka eraan toe. In Vlaanderen sluiten ze irrigatie niet uit. ‘Maar de kosten wegen tot dusver niet op tegen de baten’, oordeelt Hilde Muylle, hopspecialist van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (Ilvo).
Wilde hoprassen kruisen
Het Ilvo heeft een ander ijzer in het vuur. Het ontwikkelt via veredeling een inlandse hopvariant. Ook de hogeschool Vives en het provinciale onderzoekscentrum Inagro werken eraan mee, met steun van de stad Poperinge en de vzw Hop. ‘Omdat hij hier en nu ontwikkeld wordt, gaan we ervan uit dat hij tegen het veranderende klimaat bestand zal zijn’, zegt Muylle die er als onderzoeker aan werkt. Het Ilvo deed een beroep op het brede publiek om wilde hoprassen aan te dragen. De mannelijke exemplaren worden gebruikt om te kruisen. ‘We hopen binnen een jaar of vijf met een ras naar de markt te komen’, maakt Muylle zich sterk.
De veredeling van een inlandse hop heeft nog andere voordelen. Ze biedt telers een alternatief voor buitenlandse soorten die afgeschermd worden door licenties en patenten. En het past in het idee van de korte keten – het gebruik van lokale producten – die inspeelt op de vraag bij de consument naar ‘authentieke’ en ambachtelijke bieren. Een logo ‘gemaakt met Belgische hop’ bestaat al en kan een marketingtroef zijn.
België mag dan een bierland zijn, een hopland zijn we niet (meer). Het aantal telers schommelt rond de twintig en het areaal bedraagt hooguit 200 hectare, waarvan het gros in de streek rond Poperinge. Wel is de neerwaartse trend gestopt en lijkt de sector zich te stabiliseren.
Groen goud
De vraag die bij liefhebbers opborrelt, is of de klimaatstress van de hop ook hun bier zal beïnvloeden of duurder maken. Hop is nu al het duurste ingrediënt van het bier. Haar bijnaam ‘het groene goud’ is niet vergezocht.
Het is ‘een uitdaging’, zegt Ann Van Holle, die doctoreerde op hop en vandaag werkt bij De Proefbrouwerij in Lochristi (een brouwer die voor klanten in binnen- en buitenland bieren maakt). ‘De aanvoer en de kwaliteit zal wisselvalliger worden. Dan wordt het voor ons moeilijker om een consistent eindproduct af te leveren, iets waar de klant om vraagt.’ Toch denkt ze niet dat de bierproductie in het gedrang komt of dat de smaak ingrijpend zal veranderen. ‘Het wordt zoeken naar andere rassen en naar nieuwe combinaties, finetunen in de brouwzaal, zeg maar.’
Er zijn in de sector pogingen om bij een mindere teeltopbrengst de kwaliteit van de hop toch te maximaliseren. Er wordt zelfs geëxperimenteerd met geconcentreerde, vloeibare hopproducten. Van Holle: ‘Toegegeven, de eerste testbrouwsels daarmee smaakten nog niet zoals het hoort, maar er wordt aan gewerkt.’
Bij ’t Hoppecruyt bedachten ze dan weer een procedé om de hop binnen de 24 uur te oogsten, verwerken en verpakken, zodat er minimaal kwaliteitsverlies optreedt. Daarmee won het bedrijf in 2018 een innovatieprijs. Ondertussen heeft hun klimaatbestendige hop de overstap van de tuin naar het veld gemaakt. En ze heeft een afnemer gevonden. Brouwer Alken Maes gebruikt haar voor zijn pils Cristal. ‘Klimaat is één ding, ze moet ook nog in de smaak vallen’, zegt Coutigny. ‘Je teelt tenslotte voor de klant.’